Welvaart, ongelijkheid en armoede: Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6: Markten en prijsvorming
1.Marktvormen
Markten: Geheel van de vraag naar en het aanbod van een bepaald goed of
bepaalde productiefactor.
Prijzen vormen basis voor beslissingen: Coördinatiemechanisme voor productie
en verdeling van de goederen.
1.1Aantal marktpartijen
= In een ideale markt zijn er veel aanbieders en veel vragers.
Weinig aanbieders:
- Monopolie (monos = 1 polein)
- Oligopolie (enkele aanbieders)
Bv. Microsoft, Engie, Facebook, …
1.2 De markttransparantie
= Informatie is noodzakelijk voor correcte beslissingen.
Doorzichtige markt = Ideaal
- Asymmetrische informatie, Bv. Technologie, bankzaken, auto’s, …
- Kostprijs voor verzamelen van info, Bv. Testaankoop, blogs, …
- Rol van nieuwe media, Bv. Prijsvergelijken elektriciteit, …
- Rol van overheid, Bv. Houdbaarheidsdatum, van etiket tot invoering € , …
1.3 Homogeniteitgraad van een markt
Homogene goederen -> Enkel in prijs verschillend
Bv. Aandelenmarkt, oliemarkt, bloemen, komkommer, …
Heterogeen: Kwaliteit, smaak, design en stijl, presentatie en verpakking, …
1.4 Toetredingsvoorwaarden tot een markt
Open of gesloten:
- Open: Bv. Horeca, kleinhandel, bouw, makelaars, ICT, …
- Gesloten: Bv. Staalindustrie, vliegtuigbouwers, auto-industrie, …
Beperkingen:
- Wettelijke bepalingen: Bv. Exclusief recht, licenties, vestigingswet, …
- Exclusieve bezig van technologie: Bv. lancering raketten, software, …
En grondstoffen: Bv. ijzererts, bauxiet, petroleum, …
4 typen markten:
- Volkomen concurrentie
- Monopolistische concurrentie
- Monopolie
- Oligoplolie
, Welvaart, ongelijkheid en armoede: Hoofdstuk 6
2.Volkomen concurrentie
Kenmerken:
- Veel vragers en aanbieders
- Homogeen goed
- Iedereen perfect op de hoogte
- Geen toe- of uittredingsdrempel
Bv. Horeca, bakkers, groenten, bloemenmarkt, …
2.1 Prijsvorming en marktevenwicht
Totale vraag en totale aanbod bepalen de prijs!
! Elke vrager of aanbieder is prijsnemer en kan dus alleen de hoeveelheid
aanpassen !
2.2 Veranderingen in het marktevenwicht
Aan de vraagzijde:
- Wijzigingen voorkeuren
- Prijzen van substituten en complementaire goederen
- Beschikbaarheid van substituten en complementaire goederen
- Verandering van het besteedbare inkomen van de consument
- Demografische evolutie
- Consumentenvertrouwen
Effect bepaald door prijselasticiteit van het aanbod.
-> Hoeveelheidseffect groter dan prijseffect.
- Aanbod is prijselastisch:
Kan zich snel aanpassen
Snel extra veel produceren
Bv. Gsm
-> Prijseffect groter dan hoeveelheidseffect.
- Aanbod is prijs in-elastisch:
Kan moeilijk uitbreiden
Bv. Aardolie
Aan de aanbodzijde:
- Wijziging productiekosten
- Stijging of daling productiviteit
- Belastingen en subsidies overheid
- Verwachtingen van aanbieders