2V VZOM MOEDER EN KIND - PEDIATIE PEDIATRIE EXAMENS 01/23
2. Pediatrische verpleegkundige interventies
2.1. Verbinding en contact maken met kinderen
Co-regulatie leidt tot zelfregulatie ontwikkeling. Bij de
geboorte is de zelfregulatie 0% en de co-regulatie 100%:
Jonge baby’s zijn totaal afhankelijk van ons om hun
emoties en hun stress te reguleren
Door een huilende baby op te pakken, te troosten en
te zoeken naar de oorzaak, gaat het kindje
gaandeweg zichzelf leren reguleren
Dit vraagt tijd en nabijheid
Grafiek: “Balance of Self-Regulation and Co-
Regulation”
o Infant/toddler: 0% zelfregulatie – 100% co-
regulatie
o Preschool: zelfregulatie
o Childhood: zelfregulatie is gestegen, maar stagneert
o Adolescense: zelfregultie
o Young adult: zelfregulatie is op zijn hoogste punt, kan emoties goed reguleren tot op een
bepaald punt
Als kinderen te lang hoge stress ervaren, kan dat impact hebben op de hersenontwikkeling
Failure to thrive
o Beide kinderen zijn in aanleg normaal begaafd
1 kind heeft een normaal ontwikkeld 3-jarig brein
1 kind heeft een veel kleiner hoofdje met veel minder hersenweefsel
Zeer frequent blootgesteld aan toxische stress
Het brein van een kindje dat ernstig emotioneel verwaarloosd is geweest
Grote kans dat er een mentale handicap ontwikkeld, niet meer hersteld
worden in therapie
o Het kind gedijt niet goed, zowel lichamelijk als op emotioneel niveau loopt het kind
achterop
o Trauma: sensitief verwerken
Niet laten huilen
Sensitief en responsief zijn
Geen dwangmiddelen gebruiken (voor verpleegtechnische handelingen)
Maar ook niet grenzeloos zijn!
Wat zijn de belangrijke basisvoorwaarden in het omgaan met baby’s en jonge kinderen?
1. Zelf goed gereguleerd zijn: kalm brein hebben
a. Co-reguleren kan enkel als je zelf gereguleerd bent
b. Goed zorg dragen voor zij die zorg dragen voor jonge kinderen
c. Window of tolerence: kinderen spiegelen zich – neemt onze emoties over
d. Als wij gestresseerd zijn, kunnen wij het kind niet co-reguleren
2. Fysiek en emotioneel beschikbaar zijn
a. Still face experiment
3. Slowful: kinderen leven heel traag
a. Jonge kinderen beleven alles voor het eerst
b. 1ste ervaringen zijn vol en intens
c. Te snel zijn = kinderen met hakken in het zand
d. Vertragen = beter meewerken
,2V VZOM MOEDER EN KIND - PEDIATIE PEDIATRIE EXAMENS 01/23
Hoe weet je dat een baby ontspannen is?
Een baby communiceert niet met woorden, lichaamstaal vertelt hoe hij/zij zich voelt
o Rustige, regelmatige ademhaling
o Oogcontact met jou en rustig rondkijken
o Roze huidskleur
o Handjes aan de wand, handen en voeten naar elkaar
o Naar je vinger grijpen
o Rustig slaappatroon
Hoe kan je reageren op stressignalen van een baby?
Zoek naar de oorzaak: Honger? Moe? Krampen?
Meer huid op huid contact: groot stressverlagend effect ip de baby - kangoeroën
Begrenzing geven: handjes en voetjes naar elkaar toe
Praat en zing zachtjes: ze vatten de intenties
Vermijd externe stressfactoren: fel licht of geluid
Zaky hand/ inktvisje
Inbakeren van een baby kan ervoor zorgen dat de baby mogelijks dieper slaapt. Echter hoort een
jonge baby licht te slapen en frequent te ontwaken. Het werkt wel heel beschermend tegen
wiegendood.
Inbakeren onderdrukt hongersignalen
o Brengt handjes naar de mond en zal meer bewegen
o Bij inbakeren niet mogelijk: vroege hongersignalen worden gemist en voedingen
uitgesteld
o Afhankelijk van leeftijd en groei niet wenselijk
Inbakeren onderdrukt natuurlijke bewegingspatronen
o Onnatuurlijke houding
o Hebben graag handjes vlakbij het hoofd, tegen het gesicht of in de mond
o Strak inbakeren gedurende lange periode kan spanningen geven op heupen en
schouders
Inbakeren bootst de omgeving van de baarmoeder niet na
o In de baarmoeder: begrenzing, handjes naar de mond, hartslag van de mama, constante
temperatuur, beperkt bewegen, heen en weer gewiegd
o Inbakeren: (te) veel begrenzing, verder niets gemeenschappelijk
Inbakeren onderdrukt moro-reflex
o Moro-reflex = reflex die afvuurt wanneer de baby van iets verschiet
o Voorloper van vecht-vlucht-bevries respons
o Doel: baby vindt de ouder en kan zich vastklampen bij gevaar
o Ouders gaan inbakeren omdat baby zichzelf wakker schrikt
o Moro-reflex moet veel kunnen afvuren alvorens reflex kan integreren
Zijn er alternatieven? Dutjes in draagsystemen, overdag onder toezicht in babynestje, kangoeroën,
samen slapen in maternele houding zorgt voor begrenzing en veilige herkenbare gevoel van in de
baarmoeder, witte ruis, containment hold…
Contact maken met kinderen
1ste kennismaking: het kind volgen, eventjes mee spelen, klein gesprekje voeren, …
Kinderen worden graag toegesproken
Kinderen willen graag helpen
Benader het kind (en de ouders) met vertrouwen
o Het vertouwen dat we uitstralen, geeft vertrouwen bij anderen
Wees authentiek
Bij angstige kinderen:
o Vraag ouders wat hun kind kalmeert
o Bij buitenproportionele angst? Vraag ouders naar eerdere ervaringen, vertel waarom de
komende medische handeling veschilt
o Bereid het kind en de ouders goed voor
,2V VZOM MOEDER EN KIND - PEDIATIE PEDIATRIE EXAMENS 01/23
2.2. Omgaan met pijn en angst
Angst = een onplezierig gevoel van beklemming of spanning, gepaard gaande met motorisch of
fysiologische verschijnselen als reactie op gewaarwording van gevaar
Ouders en hulpverleners onderschatten vaak pijn bij kinderen
Kinderen voor optimale pijnbestrijding, volledig afhankelijk van het oordeel van een individuele
zorgverlener
Herkennen en behandelen van pijn is een belangrijke taak van de pediatrische verpleegkundige
Casus: Noah Bloed prikken verloopt moeilijk omdat de Ervaringen worden opgeslagen in het
6m ader niet juist aan te prikken was, meer onbewuste geheugen, op lange termijn:
dan tien pogingen. Noah moest huilen,
RSV Prikangst; kans op angst en
krijste van pijn en angt. De
depressie
Bloedafnam verpleegkundige vroeg de moeder om
Medisch noodzakelijke
e Noah vast te klemmen met al haar
overslaan/vermijden
kracht.
Generieke kinderangsten = normale angsten die bij een bepaalde ontwikkelingsfase horen
Door ontwikkeling, komt het kind met relatief veel nieuwe situaties in aanraking
Het kind gaat steeds beter begrijpen wat er in zijn omgeving gebeurd verdwijnen van de
angsten
Bepaalde leeftijd en gaan vanzelf over
Zuigeling Peuter Kleuter Schoolkind Adolescent
Overwachte Toilet (geluid) Monsters, heksen, Sociale afkeuring Sociale afkeuring
geluiden …
Nacht en donker Gewetensangst Prestaties
Scheidingsangst Dood (of straffen)
Specifieke kinderangsten = angst die gekoppeld is aan een bepaalde situatie
De oorzaak van de angst is verbonden met de situatie
o Ziekenhuisopname
o Narcose
o Bloedafname
Om de juiste verpleegkundige diagnose aangst bij kinderen te kunnen stellen en de juiste interventies
voor kinderen te kunnen ontwikkelen, is meer onderzoek noodzakelijk
Relatie tussen angst en vrees
o Geen duidelijke oorzaak van gevaar bij angst, wel bij vrees
o In praktijk geen onderscheid tussen angst en vrees
o Kinderen die bang zijn: angstig of bevreesd
Relatie tussen angst en fobie
o Fobie = angst die vastzit aan een symbolisch object; minder angstig door aangeleerd
gedrag
o Hoe meer succes bepaald gedrag heeft bij verminderen van angst, des te vaker en
uitgesprokener dit gedrag zal voorkomen
School, spinnen en besloten ruimtes
Relatie tussen angst en pijn
o Een kind dat pijn heeft, is vaak angstig, en de ansgt versterkt de pijn doordat de
spierspanning toeneemt. Pijn neemt toe, waardoor angst ook weer toeneemt
o Pijnreducerende handelingen kunnen de angst voorkomen of verminderen
o De angstervaring heeft vooral te maken met
onvoorspelbaarheid en
oncontroleerbaarheid, de pijnervaring vooral
met pijnstimulatie.
, 2V VZOM MOEDER EN KIND - PEDIATIE PEDIATRIE EXAMENS 01/23
Een angstige situatie roept doorgaans een van de volgende reacties op:
Fight Verhoogde waakzaamheid
Flight Weglopen, verstopgedrag
Fright Verlammende angst, geen
reacties
Bij het signaleren van symptomen is het ontwikkelingsniveau van het kind essentieel. Er zijn twee
soorten symptomen van de verpleegkundige diagnose angst:
1. Bepalend symptoom: symptoom dat de verpleegkundige diagnose angst bevestigt
a. Bijvoorbeeld: kind geeft zelf aan angstig te zijn
2. Ondersteunend symptoom: symptoom dat de verpleegkundige diagnose angst fysiek kan
bevestigen
a. Kunnen ook op andere verpleegkundige diagnosen wijzen dan angst, zijn bijgevolg dus
ondersteunend
b. SIGNAALFUNCTIE
c. Bijvoorbeeld: verhoogde hartslag of BD, huilen, trillen, zweten, afwerend gedrag, …
Kinderen en hun ziekenhuisbeleving
Niet vertrouwd met concept ziekenhuis
o Ze komen er niet frequent, niet zoals winkels, bibliotheek, …
1 bezoek gekoppeld aan medische handeling
ste
o Ze kunnen niet wennen en weten niet goed wat ze moeten verwachten
Kinderen hebben veel fantasie, hier gebeuren meestal engere dingen dan in werkelijkheid
Wat zijn goede initiatieven? Klasbezoeken aan het ziekenhuis, kinderen meebrengen naar ziekenhuis,
teddy bear hospital, …
Leeftijdscategorie Beleving
Kinderen van O tot 2 Verlatingsangst = baby is bang dat hij verlaten wordt en dat de ouders niet
jaar meer terugkeren
Eenkennig = angstig worden als de vertrouwde personen bij hem weggaan of
vreemden komen
Kinderen van 2 tot 7 Onbegrip = uitleg over wat er zal gebeuren, wordt niet altijd goed begrepen
jaar
Fantasie, medische handeling als straf, erg gericht op dingen zelf doen en
controle, fysiek weerstand bieden bij angst, pijn en stress
Kinderen vanaf 7 jaar Medische handeling als verveldn iets, reactie op pijn en angst wordt verbaal
geuit, onjuiste informatie zorgt voor teleurstelling en/of verzet
De meest bekende theorie over pijn de de Gate Control Theory of poorttheorie, de theorie gaat ervan
uit dat het centrale zenuwstelsel als het ware bestaat uit poorten die open- en dichtgezet kunnen
worden om in pijn in meer of midnere mate door te laten naar het centrale zenuwstelsel:
Loeser, 1980
Modulatie van pijn is mogelijk
Pijnimpulsen kunnen verzwakt, even sterk of versterkt doorgegeven naar het ruggenmerg en de
hersenen
Nociceptie of Het zenuwstelsel krijgt een pijnsignaal, op dit moment is de persoon zich nog niet
pijnprikkel bewust van de pijn
Bijvoorbeeld: hand wegtrekken uit heet water
Pijngewaarwor Wanneer de pijnprikkel de pijndrempel overschrijft, word je je bewust van pijn. De
ding mate waarin de poort openstaat, speelt een belangrijke rol in de gewaarwording
van pijn