Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
biologie samenvatting vwo 3 nectar hoofdstuk 13 dieren en planten €5,49   Ajouter au panier

Resume

biologie samenvatting vwo 3 nectar hoofdstuk 13 dieren en planten

 54 vues  3 fois vendu
  • Cours
  • Type

voor een koopje gelijk een heel hoofdstuk tot beschikking. Deze samenvatting bevat alle benodigde paragraven met passende en helpende plaatjes. Deze samenvatting bevat alles om jou dichter tot die 10 te brengen! ;)

Aperçu 2 sur 6  pages

  • 27 janvier 2023
  • 6
  • 2021/2022
  • Resume
  • Lycée
  • 3
avatar-seller
Biologie H13 dieren en planten
§13.1 eten
Hoe kauwen dieren?
Hoe dieren kauwen hangt af van het voedsel dat ze eten, ze zijn te verdelen
in 3 groepen:
1. Planteneters; Door de taaie celwanden van plantencellen is het voedsel
moeilijk fijn te krijgen. Dus hebben ze plooikiezen, ze hebben harde
richels op het kauwvlak. De richels lopen dwars op de kauwrichting
om het voedsel goed fijn te malen.
2. Vleeseters; vlees bestaat uit dierlijke cellen dus zonder celwanden,
dat is dus makkelijk fijn te maken. Met de hoektanden doden en
verscheuren ze hun prooi. Met de knipkiezen knippen ze het vlees
in stukjes en slikken het dan direct door.
3. Alleseters; ze hebben knobbelkiezen waarmee ze goed kunnen
pletten en malen. En ze hebben snij- en hoektanden om voedsel af te
bijten
Waardoor zijn katten slanker dan koeien?
Doordat plantaardig voedsel lastig te verteren is moet het langer in het
verteringsstelsel zitten. Daarom hebben veel planteneters meerdere
magen. De pens bij een koe bevat bacteriën die helpen bij het verteren
van celwanden. Koeien besteden veel tijd aan herkauwen. Het gras komt
vanuit de pens terug in de mond en word opnieuw gekauwd. Na dat 3/4 te hebben
gedaan gaat het pas verder naar de volgende maag. De buik van een koe is dus zo
dik doordat de magen en de lange darmen erin ‘gepropt’ zitten.
Vleeseters hebben maar 1 maag en korte darmen doordat hun voedsel makkelijk
verteerbaar is, hierdoor is een buik ook veel kleiner. De lengte van verteringsstelsel
van alleseters zit tussen die van planteters en vleeseters in.
Wanneer heeft een dier genoeg te eten?
Dieren hebben energie uit voedsel (E)
nodig voor:
- bewegen (B),
- op temperatuur blijven (T) bij koudbloedige dieren is T
veel minder,
- nieuwe cellen produceren (P).
- en een deel van de energie verdwijnt als poep, zweet en afvalstoffen (U).
planteneters verliezen meer energie via hun poep dan vleeseters, doordat er meer
onverteerbare stoffen in hun voedsel zitten. Ze moeten daarom veel eten.
Hoe ‘eten’ planten?
Met hun wortels halen ze water en mineralen uit de bodem en met hun bladeren via
de huidmondjes koolstofdioxide uit de lucht. van die stoffen maken de planten hun
voedingsstoffen. Eerst maken ze doormiddel van fotosynthese glucose. Samen met
glucose en mineralen maken ze andere voedingsstoffen:
 Zetmeel; een reservestof. Ze slaan het op in wortels, knollen, bollen en zaden. Ze gebruiken het om
de winter door te komen en om in het voorjaar snel uit te lopen.
 Vetten; reservestof. Opgeslagen in zaden. Wij mensen maken daar vaak olie uit door de zaden uit te
persen.




1

, Biologie H13 dieren en planten
 Eiwitten; bouwstoffen. Nodig voor de groei. Hiervoor heeft de plant glucose en
mineralen nodig.
 Vitaminen; beschermende stoffen. Nodig om levensprocessen goed te laten
verlopen.


Hoe eten eencellige organismen?
als eencellige
dieren willen eten vouwen ze een deel van
hun celmembraan zich om een eencellig plantje en nemen
het zo op  endoctyose. Onverteerde resten of andere grote
stoffen geeft het af via een blaasje  exocytose.
Passief transport, kost geen energie:
- Diffusie van zuurstof en koolstofdioxide.
Diffusie treedt op als er binnen en buiten de cel een
concentratieverschil is, stof gaat door het celmembraan van plaats met hoge concentratie naar plaats
met lage concentratie van de stof.
- Osmose van water. Hierbij verplaatst water zich van een plek met lage concentratie opgeloste stoffen
naar een plek met een hoge concentratie opgeloste stoffen. Opgeloste stoffen kunnen het celmembraan
namelijk niet passeren.
Actief transport: kost wel energie
en gaat via speciale kanalen door
het celmembraan. Zo kan
bijvoorbeeld een glucosemolecuul
de cel in.
Hoe voorkomen organismen dat ze
opgegeten worden?
Er zijn verschillende manieren waarop prooidieren proberen te ontkomen aan de predatoren (roofdieren):
1. Planteneters hebben goede zintuigen> grote oren & ogen aan de zijkant van hun kop. Ook goed vluchten;
snel sprinten naar veiligheid (konijn) of scherpe bochten maken en springen (antiloop).
2. Camouflage, ze misleiden hun vijand door niet op te vallen in hun omgeving. Dieren lijken dan bv. op
een tak/blad/boom.
3. Mimicry, ze lijken op een ander dier dat gevaarlijk is. De predatoren worden hierdoor afgeschrikt omdat
ze niet gestoken of gebeten willen worden.
4. Planten kunnen niet vluchten dus zij voorkomen als volgt om niet opgegeten te worden:
- Scherpe doorns waaraan dieren en mensen zich kunnen prikken
- Ze hebben een vieze smaak waardoor dieren ze niet lusten
- Brandharen, als zo’n haar in de huid prikt, breekt de punt af en komt er een zuur vrij. Die veroorzaakt een
brandende pijn en dus blijven vijanden er liever uit de buurt.
§13.2 ademhalen
Hoe ademt een insect?
De ademhalingsorganen van insecten bestaan uit sterk vertakte buizen met
lucht: de tracheeën. Aan de zijkanten van het lijf zitten kleine gaatjes: de
stigmata (enkv. Stigma). Hierdoor komt lucht in tracheeën. De tracheeën
zijn fijn vertakt. Zuurstof en koolstofdioxide komen via diffusie in de cel.
De stoffen stromen namelijk van een plek met een hoge concentratie naar
plek met lage concentratie, totdat concentratie op beide plekken gelijk is.
Hoe groter verschil, hoe sneller diffusie gaat.

2

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elisarichter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter