SOCIALE EN POLITIEKE
LEERSTELSELS
JRaveydts
HP
1
, Inleiding
“Elke samenleving ziet zich gedwongen de daarin bestaande ongelijkheid te rechtvaardigen: er dienen redenen voor te worden
gevonden, want zo niet, dan dreigt het politieke en sociale bouwwerk in te storten. Zo brengt elk tijdperk een aantal met elkaar
tegenstrijdige discoursen en ideologieën voor met het doel de bestaande of gewenste ongelijkheid te legitimeren, en om de
economische, politieke en sociale regels te beschrijven die nodig zijn om het geheel te structureren” – Piketty
Ongelijkheid
- Heeft altijd bestaan, maar de afstand tussen de sociale klassen was vroeger veel groter dan vandaag
- Toch was de ongelijkheid aan het einde van de jaren ’80 – einde jaren ’90 kleiner dan vandaag: de laatste 10 à 20 jaar
stijgt de ongelijkheid en armoede in geïndustrialiseerde en ontwikkelde landen (in andere werelddelen is deze
situatie zelf nog veel erger)
- “als de ongelijkheid niet gelegitimeerd is ( met andere woorden als de mensen vinden dat de ongelijkheid die bestaat
oneerlijk is ) , dan zullen mensen in opstand komen.” dit door een tegen discours / eigen ideologie te ontwikkelen
om naar een andere maatschappij te streven
- Uit het conflict tussen de aanvaarding van verschillende visies over de werkelijkheid en de uiteenlopende meningen
over de toekomst, komt de emancipatie van de mens voort
Emancipatie = het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie
- Moeten we vooral inzetten op vrijheid of eerder op gelijkheid? En kunnen die twee wel samengaan? het gaat dan
over grenzen
o Eindigt het streven naar meer vrijheid met een gelijkheid voor de wet of betekend emancipatie niet alleen een
gelijkheid voor de wet maar ook in de werkelijkheid?
- Mensen proberen zich te organiseren in groepen en doordat ze zich organiseren zullen ze meer grip krijgen op hun
leven en op hun omstandigheden doordat ze er grip op hebben kunnen ze deel uitmaken van die tendens voor
vooruitgang
Vooruitgang
- Vooruitgang is immens geweest van de mensheid in zijn geheel, maar ook van bepaalde gebieden op deze wereld
door een verwachte of onverwachte (vb. door het vinden van nieuwe bronnen van aardgas of aardolie) bloei van de
economie
- Vooruitgang in termen van maatschappelijke organisatie, vooruitgang in termen van rechten, materiële vooruitgang
- Vooruitgang heeft ook keerzijdes: vb. klimaatopwarming, pandemieën, de teloorgang van de natuur, …
Inleiding
= een inleiding tot de geschiedenis van de politieke theorieën en ideologieën, meer bepaald een geschiedenis van het denken
over emancipatie in de moderne tijden
Politieke strijd staat centraal: is nog altijd gaande en neemt nog steeds verschillende vormen aan
- Vb. vandaag de dag hebben de top 1% rijksten van de wereld, 50% van de wereldrijkdom in handen is dit goed/
slecht? standpunt hierover innemen = normatief oordeel
Emancipatie, vrijheid en gelijkheid ongelijk verdeeld over de wereld (binnen en tussen natiestaten)
- Emancipatiestrijd was een proces vol spanningen, conflicten en tegenstrijdigheden tussen verschillende groepen,
inde eerste plaats tussen sociale klassen: wanneer groepen zich voor verandering mobiliseerden, waren er altijd
andere groepen die in plaats daarvan streefden naar behoud daarom is de emancipatie onlosmakelijk verbonden
met machtsconflicten
Ideologie !!! = een geheel van ideeën en opvattingen dat aan de sociaal-politieke verhoudingen vorm wenst te geven. Het
omvat dus opvattingen die zowel descriptief (beschrijvend) als normatief (voorschrijvend) zijn; het is een poging om vat te
krijgen op de sociopolitieke omgeving zoals die is en zoals deze hoort te zijn
- Ideologische strijd:
o Verschillende centrale concepten
Verschil tussen Pareto en Marx:
Marx heeft zijn hele denken gebaseerd rond het begrip ‘klasse’ (de geschiedenis is niets anders geweest
dan de geschiedenis van de strijd tussen klassen) het gebruik van het begrip alleen al zegt iets over uw
maatschappijbeeld
Pareto was een conservatieve-elite-theorist en ging ervanuit dat er niet over klasse gesproken mocht
worden: door het begrip te gebruiken zal je inderdaad de ongelijkheid in de maatschappij beter zien en zal je
daar naar willen handelen (gebruikte dus het begrip elite vs. massa)
o Verschillende interpretaties van dezelfde concepten
Schrijfstijl en begrippen rond politieke problemen veranderen in de tijd heeft te maken met hoe we naar
die zaken kijken (is dus niet neutraal)
Verschillende denkers en verschillende ideologieën gebruiken vaak dezelfde termen vb. vrijheid, maar
begrijpen deze termen compleet anders
2
, - Politieke maatschappelijke actie & ideologische strijd:
o Dynamisch: ideologie verandert en fluctueert
o Ideologie ≠ doctrine (iets dat vastgeroest is in tijd vb. het dogma van de kerk)
o Marxistische-wetenschap-ideologie
Marx vond dat de ideologie dat was die de tegenstrijdigheden van de maatschappelijke werkelijkheid
zoveel mogelijk maskeerde het was dus de taak van de sociale wetenschappen om die ongelijkheid bloot
te leggen en daarvoor een oplossing te zoeken
Marx omschreef ideologie als ‘dat wat de andere geloven’, hij vond dat zijn socialisme geen ideologie was,
maar wel de ware wetenschap want dat legde de inherente tegenstellingen van de kapitalistische,
burgerlijke samenleving bloot
o Spanningsveld tussen wetenschappelijke theorieën & ideologie
Gelijkenissen
Bevat een set van aannames en startpunten
Legt uit hoe de sociale wereld er uit ziet
Legt uit hoe en waarom de wereld verandert
Reikt een systeem van concepten en ideeën aan
Verduidelijkt relaties tussen concepten
Verschaft een gerelateerd systeem van ideeën
Verschillen
Ideologie Sociale theorieën
Geeft absolute zekerheid Conditioneel, onderhandeld begrijpen
Alle antwoorden op alle vragen Incompleet, aanvaarde onzekerheid
Vast, gesloten, af Groeiend, open, proces, uitbreidend
Gaat afwijkende info uit de weg Verwelkomt tests, positief en negatief
Blind voor alternatief bewijsmateriaal bewijsmateriaal
Opgesloten in een bepaald moraal systeem Verandering gebaseerd op bewijs
Vooringenomen Ontdaan van sterke moraliserende standpunten
Interne contradicties en inconsistenties Neutraal, neemt alle kanten in acht
Vastgeroest in specifieke positie Zoekt sterk naar logische consistentie
Overstijgt sociale posities
De geschiedenis van ideologieën schrijven houdt altijd een gevaar van presentisme in: het anachronistisch introduceerden van
hedendaagse ideeën en zienswijzen in interpretaties van het verleden
MAAR, omgekeerd, wat is dan de relevantie van ideologieën wanneer we het verleden enkel benaderen met de ideeën en
perspectieven die toen geldig waren?
= probleemruimte historisch geconstrueerde discursieve ruimten, een context van argumentatie waarbinnen een geheel
van vragen en antwoorden wordt geformuleerd en waarrond zich een horizon van identificeerbare conceptuele en
ideologisch-politieke belangen vormt
Opzet van de cursus
Praktische afwegingen:
- Hoeveel feiten zijn opgenomen in de cursus en waarom (selectiecriteria)?
o Kritische inleiding tot de centrale ideeën die de politieke moderniteit schragen: vrijheid, gelijkheid en solidariteit en
hoe ze werden bedacht binnen de ideologieën ( volgen daarbij de chronologie van de evoluties van de
verschillende grote ideologieën)
o Ideeën over deze concepten kunnen niet worden los gezien van de politieke, economische, culturele en religieuze
context waarin ze werden geformuleerd
- Welke denkers en ideologen?
o Hobbes, Marx en Fanon zijn voor deze onderwerpen niet te negeren
- Waar te beginnen?
o We starten de cursus ongeveer 500 jaar geleden, bij het ontstaan van een heel belangrijke maatschappelijk
organisatorisch systeem nl. het kapitalisme (nieuwe economische verhoudingen) en het einde van het feodalisme
o Kapitalisme = heeft de moderne wereld mogelijk gemaakt
- Voorbij eurocentrisme, seksisme en patriarchie?
De meeste boeken over ideologieën worden geschreven uit het oog hoek van de oud, blanke man
o Het onderwerp vrouwen wordt erin ‘vergeten’ en ook alles buiten Europa doet er niet toe
o Vb. Voltaire was een enorme racist, niet alleen in de moderne tijd, maar ook toen in zijn eigen tijd toch zullen
we zijn ideeën leren en bekijken, omdat we alleen zo de volledige geschiedenis kennen en hij ook buiten deze
racistische gedachten, andere belangrijke ideeën heeft voorgebracht
3
, HST1: de ontrafeling van de middeleeuwse orde (1450-1650)
Verdere vernieuwingen in de middeleeuwen:
1. Wetenschappelijke vooruitgang en de geleidelijke
emancipatie van de politiek
Ontstaan kapitalisme in Engeland 2. Het einde van de katholieke hegemonie: reformatie en
contrareformatie
3. Koloniale ontmoetingen: het dispuut van Valladolid
4. De glorieuze revolutie 16de eeuw: was dit echt een
revolutie?
Renaissance (Italië, 14de eeuw) = verwijst in werkelijkheid naar verschillende veranderingen in de politiek, in de economie, de
plaats van het christendom en in het denken over de mens en maatschappij die een zeer langzame maar onuitwisbare impact
hebben gehad op de West-Europese maatschappijen, en van daaruit ook al gauw op de rest van de wereld
Periode van op de oudheid gebaseerde bloei van de kunsten en letteren na een lange periode van verval – de
zogenaamde donkere middeleeuwen – Verkeert Europa in een fase van wedergeboorte
- Idealisering van het verleden: men greep terug naar grote denkers uit de Romeinse en Griekse periode
Gebeurtenissen: geleidelijke teloorgang van het feodale systeem en het ontstaan van nieuwe economische verhoudingen,
naar de verovering van nieuwe landen en werelddelen door de groei van de scheepvaart, naar de ontwikkeling van nieuwe
wetenschappelijke inzichten en de invoering van kennis uit andere werelddelen
De vanzelfsprekendheid van de middeleeuwse orde werd in twijfel getrokken
Met de Italiaanse Renaissance ontstond geleidelijk aan een nieuwe zienswijze, een moderne levensopvatting, waarbij het
individu een steeds belangrijkere rol zou spelen
- Er ontstaat geleidelijk aan een mensbeeld dat niet langer ondergeschikt was aan de macht van de Kerk
- Versterkt menselijke zelfbewustzijn: de mens begint in te zien dat men vat kan hebben op de dingen rond om hen,
dat ze de natuur en de maatschappij kunnen begrijpen en ze die kunnen doorgronden
In de eerste periode van de renaissance stonden dus de herontdekking van de klassieke werken van de oudheid, en in het
bijzonder het platoonse idealisme, centraal legde een basis voor de latere Verlichting
Renaissance werd gaande weg meer empirisch en toekomstgerichter
1 Wetenschap & emancipatie van de politiek
Leonardo Da Vinci (1452-1519) !
Bibliografie:
- Geboren in het stadje Vinci, maar groeide op bij een kunstenaarsfamilie in Firenze traditionele stad met
ophemeling van Griekse en Romeinse werken (ideaalbeeld van het verleden)
- Leonardo Da Vinci personifieerde de geleidelijke overgang van deze op traditie georiënteerde houding naar een meer
empirische houding = symboliseert de overgang van dat oude feodale systeem naar het nieuwe denken
(1) Het logische en experimentele
Zijn houding weerspiegelde zich in de snelle groei van de wetenschappelijke methode die Leonardo zich eigen maakte
- “he looked at her with two passions: a passion for the exact, which turned him to mathematics, and a passion for the
actual, which urged him to experiment. These two strands, the logical and the experimental, have remained the two
sinews of the scientific method ever since” basis voor onze wetenschappen
- Nauwgezette aandacht voor details: was ervan overtuigd dat het ontdekken van de kleinste structuren het groter
geheel duidelijk zou maken
(2) Veranderende economische verhouding in een verdeeld Italië – Mercantilisme
- Verdeeld Italië: bestond uit kleine vorstendommetjes niet makkelijk om handel te voeren (belastingen aan de
grenzen)
- Mercantilisme = ging ervan uit dat de vorsten de taak hadden het inkomen van de natie te ontwikkelen door
steunen op de groeiende macht van handelaars, die door de geleidelijke kolonisering toegang kregen tot edele
metalen en andere lucratieve producten, zou de koning de commerciële ontwikkeling van de natie vergroten (en zo
ook zijn eigen macht verder uitbreiden) voorloper van het kapitalisme
- 16de-18de eeuw: buitenlandse handel, of plundering van de rijkdom van de landen en gebieden die onderworpen
werden, leidden tot de triomf van de absolute staten
(3) Ontvoogding en secularisering
- Ook in de politiek van de stadstaten ontwikkelde zich nieuwe ideeën: de stadstaten werden niet meer geleid door
traditie, Kerk of geestelijken, maar door mannen met visie en creativiteit streefden naar een eengemaakt Italië
4