ZORGKUNDIGE IN GESTRUCTUREERDE EQUIPE
W ie mag in België als zorgkundige werken?
In de bijlage van het KB* van 12 januari 2006 over de vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden
als zorgkundige. Een zorgkundige voert alle handelingen uit onder toezicht van een verpleegkundige. Een
zorgkundige is een persoon die specifiek is opgeleid om de verpleegkundige bij te staan inzake zorgverstrekkingen,
gezondheidsopvoeding en logistiek in kader van de door de verpleegkundige gecoördineerde activiteiten in een
gestructureerde equipe.
Om het beroep van zorgkundige uit te oefenen moet men geregistreerd zijn bij de Vlaamse administratie Zorg
en Gezondheid. Voor de erkenning is nodig:
ofwel een bewijs van slagen in het eerste jaar verpleegkunde;
ofwel een bewijs van slagen in de opleiding tot zorgkundige (een zevende jaar studie na de
beroepsopleiding personenzorg);
ofwel een getuigschrift van sociale promotie of van beroepsopleiding dat een opleiding
bekroont die, aanvullend op elders verworven bekwamingen, door de bevoegde instanties
gelijkgesteld wordt aan de opleiding van zorgkundige van één studiejaar.
*KB = Koninklijk Besluit
Zoek 5 verpleegkundige handelingen op die zorgkundigen mogen uitvoeren
De handelingen die een zorgkundige mag uitvoeren, vinden we terug in het KB van 12 januari 2006 én in
het KB van 27 februari 2019. Er wordt onderscheid gemaakt tussen zorgkundigen met het standaard diploma
en zorgkundigen die een bijkomende opleiding hebben gedaan van 150u.
Som de voorwaarden op waaronder een zorgkundige verpleegkundige handelingen mag verrichten
De algemene voorwaarden zijn opgenomen in het KB van 12 januari 2006. De voorwaarden zijn:
1. Zorgkundigen werken binnen een gestructureerde equipe (verzorgingsequipe).
2. Zorgkundigen mogen deze activiteiten alleen uitoefenen als ze zijn toevertrouwd door een
verpleegkundige. Verpleegkundigen kunnen die delegatie op elk moment beëindigen.
3. Zorgkundigen rapporteren zorgproblemen aan de verpleegkundige (schriftelijk en mondeling).
4. Zorgkundigen nemen deel aan het patiëntenoverleg.
5. Zorgkundigen zijn verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van hun taken.
6. Verpleegkundigen staan in voor de planning, de coördinatie en de supervisie.
7. Verpleegkundigen houden toezicht op de kwaliteit van uitvoering.
Mag een zorgkundige een medicatiepleister aanbrengen bij een patiënt?
In het KB van 12 januari 2006 staan alle handelingen die zorgkundigen mogen uitvoeren. Hierin staat deze
niet. In het KB van 27 februari 2019 staat wel dat na een opleiding van 150u een zorgkundige medicatie mag
toedienen (geen verdovende middelen) op volgende toedieningswijzen:
- Oogindruppeling
- Oorindruppeling
- Oraal
- Percutaan
- Rectaal
- Subcutaan (enkel heparine)
Mag een zorgkundige een patiënt met slikstoornissen helpen bij de maaltijdtoediening?
In het KB van 12 januari 2006 staan alle handelingen die zorgkundigen mogen uitvoeren. Hierin staat dat
zorgkundigen voeding- en vochttoediening bij patiënt langs de orale weg mogen helpen verrichten.
Uitgezonderd bij slikstoornissen of sondevoeding. In het KB van 27 februari 2019 staat wel dat na een
opleiding van 150u een zorgkundige voeding- en vochttoediening langs de orale weg en langs en gastronomie-
of jejustomiesonde. Hierbij staat geen uitzondering meer over slikstoornissen.
,Mag je als student verpleegkunde, met bewijs van slagen van de eerste opleidingsfase werken als
zorgkundige?
Ja, in het KB van 12 januari 2006, artikel 2, staat dat een kopie van getuigschrift nodig is, voor erkenning,
waaruit blijkt dat de betrokkene geslaagd is voor:
- Eerste jaar opleiding bachelor verpleegkunde
- Eerste jaar opleiding gegradueerd verpleegkundige
- Eerste jaar opleiding gebrevetteerd verpleegkundige
Dit mag dus als men zich heeft geregistreerd bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.
Tom, geslaagd in zijn eerste opleidingsfase, tekent een contract om als zorgkundige een vakantiejob uit te
voeren in het ziekenhuis X . Mag Tom tijdens zijn vakantiejob geneesmiddelen via een inspuiting
(bijvoorbeeld insuline subcutaan bij een patiënt met diabetes) toedienen? Motiveer je antwoord aan de
hand van de wetgeving.
In het KB van 12 januari 2006 staat dat je een erkenning en visum (om te werken als zorgkundige) kan
aanvragen na het slagen van de eerste fase van de bacheloropleiding verpleegkunde. Hierin staat ook de lijst
met handelingen die mogen uitgevoerd worden. Een zorgkundige mag geen medicatie toedienen via de
subcutane weg.
Volgens het KB van 27 februari 2019 mogen zorgkundigen na een bijkomende opleiding van 150u op meer
manieren medicatie toedienen, ook subcutaan, maar dit geldt enkel voor heparine. Insuline gaat hij dus niet
mogen toedienen.
, WAT BEHOORT TOT VERPLEEGKUNDE?
W aarom verdient karel een pluim?
Karel verdient een pluim omdat hij de alarmerende symptomen bij de patiënt tijdig opmerkt en direct
rapporteert aan de hoofdverpleegkundige. Karel past hier dus autonoom één van de globale verpleegkundige
activiteiten, ook wel A-handelingen genoemd, toe: ‘Het observeren, het herkennen en het vastleggen van de
gezondheidsstatus zowel op psychisch, fysiek als sociaal vlak.’
Onder welke voorwaarden dient een verpleegkundige zuurstof toe?
Volgens het KB van 18 juni 1990 is het toedienen van zuurstof een B1 handeling, hier is dus geen medisch voorschrift
voor nodig. In artikel 1-9 staan de voorwaarden:
- De verpleegkundige houdt een verpleegkundig dossier bij.
- De handelingen worden uitgevoerd aan de hand van procedures of een standaardverpleegplan.
- De verpleegkundige heeft de nodige opleiding, ervaring en competentie voor het uitvoeren van deze
handeling.
Onder welke voorwaarden wordt een intraveneus infuus met isotone zoutoplossing door een
verpleegkundige aangebracht?
Volgens het KB van 18 juni 1990 is dit een B1 verstrekking. Hier is dus geen medisch voorschrift voor nodig. In artikel
1-9 staan de voorwaarden:
- De verpleegkundige houdt een verpleegkundig dossier bij.
- De handelingen worden uitgevoerd aan de hand van procedures of een standaardverpleegplan.
- De verpleegkundige heeft de nodige opleiding, ervaring en competentie voor het uitvoeren van deze
handeling.
W at is het verschil tussen een procedure en een standaardverpleegplan?
Als verpleegkundige voer je technisch verpleegkundige verstrekkingen (B-handelingen) en toevertrouwde
geneeskundige handelingen uit aan de hand van procedures of standaardverpleegplannen.
Een procedure beschrijft de uitvoeringswijze van een bepaalde verpleegkundige techniek. Het is een
stappenplan waarmee alle verpleegkundigen in een dienst of instelling (zoals het ziekenhuis, thuisverpleging,
revalidatiecentrum, woonzorgcentrum, psychiatrisch ziekenhuis) de verpleegkundige zorg op dezelfde correcte
en veile manier uitvoeren.
Een standaardverpleegplan laat toe om een zorgontvanger met een bepaalde aandoening systematisch te
benaderen en te verplegen. Het is een reeks procedures, die van toepassing zijn op een of meer patiënten, die
bepaalde vooraf geplande verpleegkundige zorgen nodig hebben.
W aar vind je de lijst van verpleegkundige handelingen?
In de Wet op de gezondheidsberoepen 2015, artikel 46 vind je de onderverdeling van de verschillende
handelingen (A-handelingen, B-handelingen en C-handelingen).
De lijst met de B-handelingen (onderverdeeld in B1 en B2) en de C-handelingen vind je terug in het KB van 18
juni 1990. Deze geeft deze handelingen weer met beschrijving van de wijze van uitvoering van die
verstrekkingen en handelingen. Samen met de voorwaarden waaraan de verpleegkundigen moeten voldoen.
W aar vind je de A-handelingen terug? W at verstaat men onder de A-handelingen?
De A-handelingen zijn de globale verpleegkundige activiteiten waarvoor je als verpleegkundige autonoom
bevoegd bent. Je hebt hiervoor dus geen medisch voorschrift voor nodig en de arts gaat ervan uit dat je
zelf, op basis van kennis en inzicht, weet wanneer en hoe je deze handelingen uitvoert. De A-handelingen
vormen de rode draad doorheen je verpleegkundige beroepsuitoefening en hierbij kan jij als bachelor het
verschil maken:
1. het observeren, herkennen, vastleggen van de gezondheidsstatus van de patiënt
2. het omschrijven van verpleegproblemen
3. het bijdragen aan de medische diagnose en uitvoer van de voorgeschreven behandeling
4. het informeren en adviseren van patiënt en familie
5. het voortdurend bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen i.f.v. behoud, verbetering en
herstel van de gezondheid van personen en groepen
6. het verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het rouwproces