Het katholicisme in Europa
Hoofdstuk 1 Het tweede tempeljodendom (drie eeuwen voor christus)
De invulling van het woord ‘kerk’, afgeleid van ‘ekklessia’ -> ‘ek-kalein’: samenroepen.
De christelijke kerk bracht in haar begin twee groep samen: joden en niet-joden.
De geschiedenis van de kerk vloeit voort uit de geschiedenis van het jodendom.
De tempel
Joden -> het volk van de verhalen.
586 v.Chr. de Babyloniërs verwoesten de tempel van Salomon, de joodse leiders werden in
ballingschap gevoerd en de profetische traditie kreeg een bijzonder gezag.
Joodse volk + Tora naar Babylon = de joodse verhalentraditie -> ‘een draagbaar vaderland’.
539 v. Chr. Perzische koning Cyrus veroverde het Babylonische rijk, joden keerden terug naar Israël.
Einde zesde eeuw v.Chr. bouw van de tweede tempel.
Alexander de Grote
Opkomst Alexander de Grote + verovering van de mediterrane wereld + latere opdeling van rijk=
groeiende diversiteit van de joodse traditie waarin het christendom zijn begin kende.
Lingua Franca Grieks werd opgelegd. Er woonde vele joodse gemeenschappen rond de Middellandse
Zee en door de toenemende verspreiding van bestaande culturen en mobiliteit ontstond er
kruisbestuiving.
Dit betekende dat joodse wetten werden opgepikt door niet joden en joodse gemeenschappen
kregen soms een Helleense karakter. Joden kregen Griekse namen en konden Griekse literatuur
citeren. Joodse synagogen werden in Griekse stijl gebouwd.
Septuaginta
De Septuaginta: Griekse vertaling van de Hebreeuwse bijbel. Aangezien vele diaspora joden het
Herbreeuws niet meer machtig waren, werd de behoefte aan Griekse vertaling groter.
Pentatuch: vertaling van de eerste vijf boeken van Mozes. De Septuaginta zou ook voor de christenen
de gezaghebbende schriftekst worden en bleef tot in de late oudheid.
-zeven boeken meer
-heleense invloeden
Romeinse overheersing
In de tweede eeuw zorgden dynastieke twisten en burgeroorlogen voor politieke instabiliteit.
In 175 v.Chr. werd de stad geplunderd. Grieks-Syrische Antiochus -> voor joden verboden om de Tora
te lezen, spijswetten, offerwetten, etc.
63. V.Chr. Romeinen bezetten het joodse land.
Pompeius en het Romeinse leger ontwijdden de joodse tempel en creeërden de Romeinse vazalstaat
Judea.
6: keizer Augustus installeerde een rechtstreeks bestuur over de Romeinse provincie Judea onder
een procurator, wat de feitelijke macht van de herodiaanse dynastie inperkte. -> vrijheid joodse volk.
De samenwerking met de Romeinen werd niet door alle Jeruzalemse joden aanvaard.
Groeperingen (voor verwoesting tempel)
-De Sadduceeën, vooral priesters bij de tempels en werkten samen met de Romeinen. Hebben zich
aangepast aan de hellenistische cultuur.
-De Farizeeën, hadden een afkeer tegen de Romeinse bezetter maar waren wel geweldloos. Voor hun
,stonden de joodse cultuur en identiteit en de trouw aan de joodse wetten centraal.
-De zeloten, waren vooral opstandelingen tegen de Romeinse bezetter, dit deden zij met geweld. Zij
wilden een eigen joodse staat.
-De essenen, waren asceten die zich afzonderde van de maatschappij.
Alleen de farizeische Schriftgeleerden overleefde het na de tweede tempel verwoesting en werden
later de Rabbijnen.
Eerste Joodse Oorlog
Tweede helft jaren zestig -> de Eerste Joodse Oorlog. In deze joodse oorlog werden de zeloten, de
sadduceeën en de essenen weggevaagd. Een kleine groep van farizeïsche schriftsgeleerden
ontvluchtte de oorlog. Zij richtten zich op studie van traditie, samenkomsten in synagogen. Ze
vormden de opmaat tot het rabbijnse jodendom.
Hoofdstuk 2: van jodendom naar christendom (eerste eeuw)
Ekklesia
Over vroegchristelijke ekklesia: het christendom was bij aanvang een vorm van jodendom.
Ook niet-aanhangers bevestigden het bestaan, de prediking en de kruisdood van de leraar uit
Nazereth. Er bestaan namelijk ook joodse en Romeinse bronnen.
-> de Antiquitates judaicae van Flavius Josephus, joods-Romeinse historicus, twee korte passages
waar de Nazerener wordt vermeld.
Religio licita
Het jodendom was voor de Romeinen een religio licita; een toegestane religie. De strafexpeditie van
Titus markeerde het begin van het einde van Jeruzalem als centrum van het jodendom en als
startsein voor verdere joodse diasporagemeenschappen.
115-117: in joodse diasporagemeenschappen liepen de gemoederen op. Opstanden van joodse
gemeenschappen werden bruut neergeslagen.
132: messiaanse figuur Simon bar Kochba leidde in het joodse thuisland Judea een opstand die drie
jaar duurde, omstreeks 135 was de opstand definitief de kop ingedrukt. Joodse Jeruzalem stelde
nauwelijks iets voor en de joden werden zwaar gestraft.
Een exacte datering voor het ontstaan van het christendom valt niet te bepalen.
Framing joden -> worden neergezet als het verderfelijke volk met aangeboren neigingen tot
wreedheid. Met een moordlust die hen ten slotte tot de moord op de messias bracht.
1959 -> katholieke liturgie van Goede Vrijdag -> gebed voor de bekering van de ‘perfide joden’.
Joodse christendom
De eerste joodse christenen deelden:
-messiaanse bevrijdingsdenken en de kritiek op de Romeinse aanwezigheid
-ze namen Jezus’ kritiek op de wantoestanden en activiteiten van handelaren rond de tempel ter
harte, in de lijn van profeten als Asmos en Jesasja.
-het geloof in zijn opstanding uit de doden en de plicht om het leraarschap van Jezus voort te zetten
-> deze elementen weken nauwelijks af van de Tora.
-joodse vasten, vierde sabbat en joodse feestdagen als Pesach en Pinksteren en respecteerde de
besnijdeniswetten en de spijswetten.
,Dit Palestijnse christendom verspreidde zich binnen de joodse gemeenschappen in Palestina en in
Syrische steden; rondom synagogen. =minim of ebionieten, omwille van hun opvallende keuze voor
een leven in armoede -> evjon (Herbreeuws).
Eerste Joodse Oorlog -> val van de tempel -> ook joodse christenen werden vervolgd = de situatie
veranderde. Gevolg:
1. De Jeruzalemse gemeenschap verloor belang
2. Ebionistische christendom verdween niet helemaal.
Eerste generatie christenen: apostoloi, Grieks voor gezanten.
Verkondiging in verscheidene contexten resulteert dat het christendom aan het einde van de eeuw
tientalen gemeentes kende, verspreid over de Grieks-Romeinse steden.
Kern christelijke verkondiging vanuit de oudtestamentische traditie: de combinatie van de
schokkende ervaringen van de maaltijd op Pesach, de kruisdood, het ‘gewaar worden’ van de
herrijzenis, gebeuren op Pinksteren.
Quelle (Q): bron van Matteüs en Lucas.
De joodse geboden werden een punt van debat toen steeds meer heidenen zich bekeerden.
Paas- + pinkstervaring = monotheïsme.
De aantrekkingskracht van de paulijnse gemeenschappen rondom de Middelandse Zee veranderde
het christendom. De joodse identiteit bleek te combineren met een gerichtheid op de hele mensheid.
Scheppingsdenken werd voor christenen van groot belang -> bijv. God had alles geschapen en het
voedsel was dus toegelaten.
Leiderschapsmodel
Paulus noemde zichzelf een apostolos: zending en opdracht van God. Diezelfde apostel beschreef
zich als dienaar: diakonos, of als medewerker: sunergos, zaakwaarnemer: oikonomos, bouwmeester:
archiekton.
Episkopoi: opvolgers van de apostelen; omschreven als diegenen die het toezicht over overzicht
hadden. Episkopos -> episcopus -> bisschop.
Al in vroegchristelijke gemeenschappen, in de eerste eeuw, kenden ze een meervoudig leiderschap
model, met opvallend sterke samenwerking tussen bischopen en diakens.
Presbyteros: priester.
Ignatius onderscheid -> de episkopos en de diakonos verrichten het dagelijks werk en de presbyteroi
waren een groep ouderen die hen adviseerden.
Didaché
Leer van de apostelen: Didaché: van belang voor het inzicht van de complexe organisatiestructuur
van de vroegste gemeenschappen.
-Verhouding functies: apostel-profeet, leraren, bisschoppen en diakens.
-Apostel mocht max. drie dagen in de gemeenschap blijven.
-Leraar gaf onderricht.
-De gelovigen mochten zelf grenzen stellen aan hun gastvrijheid.
-Heilig= welkom. Heilig= existentiële en morele kwaliteit. Juiste levensorde.
Het werd gaandeweg de episkopos die zich tot de eindverantwoordelijke in een christelijk
gemeenschap ontwikkelde.
, College 2 Jodendom en vroege christendom
MacCulloch: a history of christinanity
Andere tip: Ryan Reeves, church history
Kijk in het boek naar oude landkaarten: eerste, tweede eeuw: vooral oost Romeinse Rijk.
Kaart 1 PowerPoint: diaspora. Waar buiten Israël allerlei synagogen waren, vaak in de steden waren
de synagoges.
Heel veel van wat wij uit de eerste eeuw weten komt uit heel weinig materiaal. Vanuit de eerste en
tweede eeuw zijn er weinig bronnen.
* Alexandrie, Antioche, Griekse eilanden. Veel synagoges zijn de plekken waar het vroege
christendom zich begon te verspreiden. Om de synagoges kwamen mensen met interesse. Komen
veel christelijke gemeenschappen uit voort.
Jodendom
‘Het volk van de verhalen’ -> het volk van het boek. Abraham, Mozes.
Generatie op generatie doorgegeven: eerst mondeling.
Eerste tempel van Salomon in Jeruzalem.
Tempel wordt verwoest bij de Babylonische ballingschap, 586 v.Chr.
Het begin van de diaspora: joodse volk gaat zich verspreiden.
Na ballingschap komt deel joden terug. Dan wordt de tweede tempel gebouwd.
Het centrum van het religieuze leven, het centrum van de offercultuur, van de hoge priesters.
Alexander de Grote, 4e eeuw v.Chr.: enorm groot rijk veroveren, koning van Macedonië, wordt
onderdeel van het Romeinse Rijk. =hellenisme: hellenistische invloeden zijn invloeden van de Griekse
leefwereld: zelfde taal, zelfde cultuur, zelfde religie.
Joden worden beïnvloedt door het hellenisme.
Door ballingschap, door het hellenisme, wordt het jodendom steeds diverser.
Alexandrië -> Septuaginta: de vertaling van de bijbel van het Hebreeuws naar het Grieks.
Groeperingen die zich verzetten tegen de overheersers. O.a. is dat de opstand van de Makkabeeën,
2e eeuw v.Chr. Tempel inwijden, maar het verhaal gaat dat ze zuivere olie hadden voor het branden
van de kaarsen (hadden ze nodig om te laten branden om te laten branden voor dagen), maar ze
hadden wonderbaarlijk genoeg, genoeg olie terwijl het niet genoeg olie zou zijn (=Chanoeka -> iedere
dag lichtje aan).
Joodse oorlogen
63 v.Chr. Romeinen bezetten het joodse land -> Judea.
Romeinen hadden bewondering voor het ouderdom van de het jodendom.
Jodendom een religio licita = wettige godsdienst.
Omdat de joden geen overheersing wilden van de Romeinen, ontstond er frictie.
Koning Herodes -> herodiaanse dynastie: koningen onder de Romeinen.
Jaren 60 – grote opstand: de eerste joodse oorlog (eerste eeuw): grote opstand tegen de Romeinen.
Overmacht Romeinen kunnen ze niet weerstaan. Dan wordt de tweede tempel verwoest (70):
-Farizeïsche Schriftgeleerden -> rabbijnse jodendom. De farizeeërs blijven over. Die Schriftgeleerden
vormen basis rabbijnse jodendom, verbonden met de synagoge.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lotterolleman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.