Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Fysiologie periode 3 €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Fysiologie periode 3

 53 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Volgende onderwerpen komen aan bod: - Bindweefsel en herstel - Zenuwstelsel - Zenuwprikkelopwekking, -geleiding en -overdracht - Pijn - Kracht en Coördinatie training

Aperçu 3 sur 21  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1, 5 en 9
  • 26 janvier 2023
  • 21
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Bindweefsel en herstel
Bindweefsel (steunweefsel)
Bindweefsel is één van de overvloedigst aanwezige weefsels in ons lichaam. Het is ontstaan vanuit
het mesoderm. In het bindweefsel liggen cellen niet aaneengesloten. Doordat de cellen niet aan één
gesloten liggen is er tussenstof aanwezig.
Uit het mesoderm wordt uiteindelijk het mesenchym (embryonaal bindweefsel) gevormd.
Uit het mesenchym komen:
- Fibroblasten: deze vormen het bindweefsel.
- Chondroblasten: deze vormen het kraakbeen.
- Osteoblasten: deze vormen het bot.

Functies van het bindweefsel:
- Verbindt, ondersteunt en versterkt andere lichaamsweefsels.
- Beschermt en isoleert interne organen.
- Zorgt voor onderverdeling van structuren zoals skeletspieren.
- Dient als belangrijk transportsysteem in het lichaam (bloed, een vloeibaar bindweefsel).
- Biedt plaats aan de voornaamste voorraad energiereserves (vet of vetweefsel).
- Belangrijkste bron van immune responses.

Opbouw bindweefsel
Bindweefsel bestaat uit twee basiselementen:
1. Bindweefselcellen
2. Extracellulair matrix (tussencelstof)
Alle cellen zijn in staat tussencelstof te produceren. Stamcellen produceren iets, en vormen daarmee
met de tussencellen het weefsel.
Tussencelstof + fibroblasten = bindweefsel
De extracellulair matrix is het materiaal tussen de cellen. Het bestaat uit eiwit vezels en een
gelatineuze grondsubstantie, het materiaal tussen de cellen en de vezels. De extracellulaire matrix is
meestal afgescheiden van de bindweefselcellen en bepaalt de kwaliteit van het weefsel. Bijvoorbeeld
in kraakbeen is de extracellulaire matrix stevig, maar plooibaar. In botten daarentegen is het hard en
niet flexibel.
In tegenstelling tot epitheel komt bindweefsel meestal niet voor aan lichaamsoppervlakten.
Vergeleken tot epitheel is bindweefsel hoog vasculair, dat wil zeggen dat bindweefsel een rijke
bloedtoevoer heeft. Een uitzondering hiervan is kraakbeen en pezen. Deze zijn a-vasculair, er is een
schrale bloedtoevoer.
Met uitzondering van kraakbeen, is bindweefsel net als epitheel voorzien van zenuwen.

Bindweefselcellen
Bindweefsel kent de volgende type cellen:
1. Fibroblasten: Een fibroblast is een stamcel die bindweefsel maakt door middel van collageen
(lijmvormend eiwit). Het zijn grote platte cellen met vertakkingsprocessen.
Alle weefsels die de fibroblasten maken hebben een grote bindingskracht. Zo maken ze de
grondsubstantie (matrix).
Met het cytoskelet koppelen meerdere fibroblasten. Zolang de fibroblast iets voelt doet deze iets,
zodra deze geen prikkel krijgt doet deze niets. Dit noem je mechanische transductie (mechano-
transductie). Ze ‘meten’ waar ze collageen moeten ‘brengen’. Als je trekt aan een fibroblast wordt

,deze groter (mechanische trekkracht). Hoe groter de fibroblast hoe meer productie van het
collageen. Als je stopt met mechanische belasting wordt de fibroblast weer kleiner.
Mechanische belasting kost energie oftewel er wordt ATP gebruikt. Als de ATP voorraad kleiner is,
gaat het herstelproces langzamer.
2. Macrofagen: Macrofagen zijn grote eetcellen, ze kruipen tussen en in het weefsel rond.
Macrofagen ontwikkelen zich uit monocyten, een type witte bloedcellen. Hebben een onregelmatige
vorm met korte vertakkingsprojecten en zijn in staat bacteriën en cellulaire reststoffen te verslinden
door fagocytose. Fagocytose is de vernietiging van het in het organisme binnengedrongen bacteriën,
virusdeeltjes e.d. en andere schadelijke elementen.
3. Plasmacellen: Plasmacellen zijn kleine cellen die zich ontwikkelen uit witte bloedcellen genaamd
B-lymfocyten. Plasmacellen scheiden antilichaampjes uit, eiwitten die vreemde substanties in het
lichaam aanvallen of neutraliseren. Komen in veel plaatsen in het lichaam voor, maar speciaal in het
gastro-intestinale (betrekking tot maag en darm) en respiratoire traject. Komen ook veel voor in
speekselklieren, lymfeklieren, milt en ruggenmerg. Plasmacellen produceren antilichamen en hebben
een gerichte afweer.
4. Mestcellen, mastocyten: Deze bevinden zich veelvuldig langs de bloedvaten in het bindweefsel. Ze
produceren histamine, een chemicaal dat smalle bloedvaten verwijdt als onderdeel van de
ontstekingsreactie, de reactie van het lichaam bij letsel of infectie. (Histamine doet weefsel
opzwellen). Bovendien kunnen mestcellen bacteriën binden, opnemen en doden.
Dit is zinvol bij bijvoorbeeld een wond: zet alle kanalen open. Mestcellen komen vooral voor in de
wandbloedvaten en weefsels die sterk doorbloedt zijn.
5. Adiposyten, vetcellen: Deze cellen slaan triglyceriden (vetten) op. Ze komen voor diep in de huid
en rondom organen zoals hart en nieren. Het zijn zeer zinvolle en nuttige cellen. Ze zorgen ervoor dat
je lichaam op temperatuur blijft.
6. Witte bloedcellen: Deze komen niet veel voor in normaal bindweefsel. In bepaalde
omstandigheden trekken ze vanuit bloed naar bindweefsel. Het zijn tijdelijke passanten, dit wil
zeggen dat ze alleen komen als er iets aan de hand is.

Extracellulaire matrix
Elk type bindweefsel heeft unieke eigenschappen, gebaseerd op het specifieke extracellulaire
materiaal tussen de cellen. De extracellulaire matrix bestaat uit twee belangrijke componenten:
1. Grondsubstantie: De grondsubstantie ondersteunt cellen en verbindt ze, verschaft een medium
voor omruil van materialen, slaat water op, heeft invloed op cel functies. Substanties in de
grondsubstanties zijn water en polysachariden, en ook proteoglycanen (bindweefselcomponent
bestaande uit 5% eiwit en 95% koolhydraten) en adhesie eiwitten.
2. Vezels: vezels zijn producten van cellen De vezels in de extracellulaire matrix verschaffen sterkte
en ondersteuning.
Er zijn drie types vezels (dit is onderverdeeld naar het soort proteïne wat ze maken):
Collagene vezels, deze vezels zijn samengesteld uit collageen. Ze bevinden zich in grote
hoeveelheden in botten, pezen en ligamenten. Ze komen voor in bundels. De collagene vezels geven
kracht aan het weefsel. (Colla = lijm). De vezels zijn erg sterk en bestand tegen trekkracht. Ze zijn erg
soepen en hebben veel trekkracht.
Elastische vezels, deze zijn samengesteld uit elastine, fibrilline en andere glycoproteïnen. Ze
bevinden zich in huis, bloedvatwanden en longen. Ze vormen vertakkingen tot een netwerk, zijn sterk
en hebben een grote elasticiteit.

, Reticulaire vezels, deze zijn samengesteld uit collageen en glycoproteïne (een eiwit met daaraan
gekoppeld één of meer suikereenheden). Bevinden zich rondom vetcellen, zenuwvezels en
skeletspiercellen en gladde spiercellen. Ze vormen vertakkingen tot een netwerk. De functie van de
reticulaire vezels is: kracht en ondersteuning. Ze helpen ook de basement membraan te vormen. Het
zijn fijne, stevige trek vezels. Ze zorgen ervoor dat de vorm in stand blijft.

Bindweefselbeschadiging en herstel
Een ontsteking is een complex van fysiologische processen dat onontbeerlijk is voor weefselherstel
en littekenvorming. Het ontstekingsproces is de fysiologische reactie van weefsel op een lokaal letsel.
Het eerste doel is vloeistof (plasma), witte bloedcellen en fibroblasten snel naar de plaats van de
verwonding te brengen.
De beschadiging en ontstekingsreactie activeren het hele lichaam met een hoeveelheid van
specifieke moleculen uit alarmcellen, weefselfactoren uit beschadigd
weefsel en matrix en van stoffen uit de beschadigde bloedbaan. Er
gaan berichten naar omliggende weefsels, bloedvaten, het
zenuwstelsel, immuun cellen en fibroblasten. De boodschap zorgt
ervoor dat de processen voor het verwijderen van eventuele
bacteriële indringers, het opruimen van beschadigd weefsel en
functieherstel door de productie van nieuw bindweefsel geactiveerd
worden. Hierdoor worden veel cellen uit de omgeving en de intacte
bloedbaan te hulp geroepen. Het herstel van een open wond gaat niet
soepel. Eerst wordt er moeite gedaan om bloeding en infectie te
bestrijden en beschadigde weefselcellen, lichaamsvreemd materiaal
verscheurd collageen en matrixcomponenten te verwijderen. Hierna volgt de reparatie.
Bloedvaatjes groeien het wondgebied in. Fibroblasten worden vanuit de omgeving aangetrokken en
vermenigvuldigen zich in de wond om vervolgens door middel van matrix- en collageensynthese het
noodzakelijke reparaties uit te voeren. In de huis sluiten fibroblasten een gapende wond met
littekenweefsel. Bij botbreuk ontstaat er na enige weken weer een volledige verbinding tussen beide
delen van het gebroken bot. Een gedeeltelijke of geheel gescheurde pees wordt van nieuwe
collagene fibrillen voorzien, zodat de dagelijkse trekkrachten na een aantal maanden weer kunnen
worden opgevangen.

3 fases van wondgenezing:
- Ontstekingsfase
- Proliferatiefase
- Remodelleringsfase, organisatiefase

Ontstekingsfase
Een ontsteking (een ontsteking is normaal in het herstel) is een dynamisch fysiologisch proces op het
gevolg van weefselbeschadiging.
Bloedstolling, pijn en zwelling
Na beschadiging moet er eerst bloedstolling optreden. Bij kleine wonden wordt de bloeding uit kleine
vaten binnen een minuut tot staan gebracht. Dit is de hemostase; het spontaan stoppen van een
bloeding door bloedstolling. Dit gebeurt met stollingsfactoren en bloedplaatjes die in contact komen
met verscheurde collagene vezels en beschadigde celwanden. Er is hierbij wel al bloed in de
weefselmatrix gestroomd. Bij grote wonden vult het gestolde bloed de open ruimte zoveel mogelijk.
De stolling reacties leiden in verschillende stappen tot vorming van fibrine (vezelachtig eiwit dat
helpt bij de stolling van het bloed, en vorming van korstjes op de wonden) en een stolsel dat bestaat
uit onoplosbare fibrinedraden. Die vormen samen een netwerk dat de beschadigde ruimte
overspant. Met behulp van fibronectinemoleculen die al in het bloed zweefden, kleven de

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Marissa11. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter