Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Anatomie van de zaadplant €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Anatomie van de zaadplant

 4 vues  0 fois vendu

Anatomie van de zaadplant Handboek: planten en andere niet-dierlijke organismen

Aperçu 3 sur 30  pages

  • 26 janvier 2023
  • 30
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
acools

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 31 Fiches
€7,49 0 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

plasmolyse

Réponse: vocht onttrekken aan de celwand

2.

tonoplast

Réponse: membraan dat de vacuole omgeeft (uiterst dun)

3.

deplasmolyse

Réponse: cel neemt weer water op

4.

Vloeibaar mozaïekmodel

Réponse: dubbele fosfolipidenlaag waarin een aantal eiwitten ronddrijven

5.

biologisch eenheidsmembraan

Réponse: basisstructuur voor alle membranen is dezelfde. Dikte en verhouding proteïnen/lipiden kan variëren

6.

aquaporines

Réponse: specifieke doorgangskanalen voor water (celporiën)

7.

Cytoplasmatische ribosomen

Réponse: Ribosomen die vrij in het plasma voorkomen

8.

Reticulaire ribosomen

Réponse: Ribosomen vast aan plasmatische kant van ER

9.

polysomen

Réponse: Actieve ribosomen die groepsgewijs met elkaar verbonden zijn door molecule m-RNA

10.

Kernplasma = karyoplasma

Réponse: binnen kernomhulsel structuurloos plasma, via kernporiën in verbinding met rest van cytosol

Anatomie van de zaadplant. Lagere planten en zwammen.
Cytologie
De cel, bekeken door een lichtmicroscoop
De organellen van een plantencel
0,07mm  tot hier met blote oog waarneembaar (0,1-0,2 in werkelijkheid)
Organellen: celdeeltjes, die in de cel een vergelijkbare functie hebben als een orgaan in een
organisme. Meeste zeer klein  elektronenmicroscoop

Celkern onder de microscoop
 Kernomhulsel + kernplasma met insluitsels
 Soms 1 of meerdere kernlichaampjes te zien
 Chromatine: te zien als korrelige structuur

Plastiden: grote organellen in het cytoplasma
 Leukoplasten: kleurloze plastiden
o Amyloplasten: bouwen reservezetmeel op
o Elaioplasten: vormen oliedruppels
 Chromatoplasten: gekleurde plastiden
o Chloroplasten: groen door chlorofyl (F5)
o Chromoplasten: gele, oranje of rode pigmenten (carotenoïden)

Vacuole
 Gevuld met celsap (water met ionen, suikers, zuren, alkaloïden, kleurstoffen)
 Binnen de plantencel: afbraakfunctie
 Belangrijkste kleurstoffen: anthocyanen en falvonen
o Anthocyanen: rode rozen, rode kool, klaprozen, kersen, tuingeranium
o Falvonen: bloemen geel bij dahlia, leeuwenbek, vlasbekje, viooltje, afrikaantje
o Kleurnuances worden beïnvloed door de pH van het celsap

Waarin verschillen plantencellen van dierlijke cellen?
Organel Functie Dierlijke cel Plantencel
Celwand Wanddruk, / Ja, met oa cellulose
bescherming
Plasmamembraan Transport en selectie Ja, enig celomhulsel Ja
Celkern ‘brein’ van de cel Ja Ja
Chromosomen Bewaren van erfijke Ja Ja
informatie
Nucleolus Productie van Ja Ja
ribosomen-materiaal
RER en SER Transportwegen, opp. Ja (vb in lever gif en Ja
voor katalyse drugs afbreken)
celcompartimentering
Ribosomen Eiwitsynthese Ja Ja
Golgi-complex Secretie, excretie Ja Ja
Mitochondriën Celademhaling Ja Ja
Lysosomen Bewaren van Ja De vacuole heeft die
verteringsenzymen funtie


1

, Vacuole Celsap met Klein, niet opvallend Ja, grot bij een volgroeide
voedingsstoffen, cel, turgordruk; bij
kleurstoffen en planten heeft de vacuole
afvalstoffen een lythische werking
Plastiden Zetmeel vormen / Amyloplasten (kleurloos)
Olie produceren Elaioplasten (kleurloos)
Kleur geven Chromoplasten (geel,
Fotosynthese oranje, rood)
Chloroplasten (groen)
Microfilamenten Beweging Ja Ja (niet algemeen)
Microtubuli Steun geven, Ja, ook in de centriolen Ja
structuur vormen van
spoelfiguur en
flagellen

Plantencellen
 Vorm te danken aan celwand
 Plasmamembraan van jonge plantencellen geeft naar buiten chemische stoffen af die
de celwand opbouwen
o Jonge cel: cellulose + pectine
o Volgroeide cel: cellulose, pectine, lignine, cutine, suberine
 Cellulose
o Vb in celwand van vruchtvlees van sinaasappel
o Soepel maar sterk ‘verpakkingsmateriaal’
o Draderige, netvormige structuur van polysachariden
o Kunnen door zoogdieren niet worden verteerd. Uitzondering: herkauwers
(hebben bacteriën in hun maagdarmkanaal die cellulase produceren)

Plasmolyse: vocht onttrekken aan de celwand
Tonoplast: membraan dat de vacuole omgeeft (uiterst dun)
Deplasmolyse: cel neemt weer water op
 Vb gazon overbemesten  cellen gaan in plasmolyse  blaadjes slap + geel 
overvloedig sproeien  cellen nemen weer water op
 Vb straatgras doden met zout
 Vacuole zet uit  cytoplasma wordt tegen celwand aangedrukt (=wanddruk)  cel
heeft gezonde inwendige spanning (=turgor)  plantensteel kan mooi rechtop staan
Dierlijke cellen
 Levercellen, epitheelcellen van nier of schildklier, embryo’s van amfibieën,
spiercellen van spoelwormen, geelbruine cellen van een regenworm, …
 Omgeven door celmembraan
 Geen celwand  onregelmatig van vorm
 Celkern relatief groot
 Geen grote vacuole, max 1 of 2 zeer kleine
 Nooit plastiden

Cellen, bekeken met een elektronenmicroscoop
Prokaryoot
 Erfelijk materiaal niet in celkern, wel vrij in centrale gedeelte van de cel

2

,  Vb bacteriën en cellen van cyanobacteriën
Eukaryoot
 Cellen van zwammen, plantaardige en dierlijke organismen, eencelligen
 Erfelijk materiaal wel gescheiden van rest van de cel

Membraanstructuren
 Rond cellichaam: plasmamembraan
 Rond kern: kernomhulsel (kernmembraan)
 Rond vacuole: tonoplast
 Elk een specifieke functie
 Staan in verbinding met elkaar, kunnen in elkaar overgaan
 Vertegenwoordigt altijd een grensvlak: opsplitsing
o Plasmatische fase: binnenkant van het grensvlak
o Niet-plasmatische fase: andere kant
 Volgens vast schema opgebouwd
o Vloeibaar mozaïekmodel: dubbele fosfolipidenlaag waarin een aantal eiwitten
ronddrijven
 Glycocalix: aan buitenzijde van dierlijke cel vertakte polysachariden, gebonden aan
de lipiden en proteïnen
o Beschermende functie + communicatie met celomgeving
o Bij plantencel eenvoudiger opgebouwd
 Biologisch eenheidsmembraan: basistructuur voor alle membranen is dezelfde. Dikte
en verhouding proteïnen/lipiden kan variëren
 Functie: afsluiting + uitwisseling tussen de 2 fasen

Werking membraan
 Dubbele fosfolipidenlaag: hydrofiele en lipofiele kant
o Binnenkant: ondoorlaatbaar voor wateroplosbare stoffen
 Zeer flexibel (vergelijkbaar met wand van zeepbel)
 3 transporteiwitten
o Celporiën
 Diffusiekanaal waardoor stoffen zich kunnen verplaatsen
 Afhankelijk van grootte van deeltjes, concentratieverschillen,
elektrische lading
 Aquaporines: specifieke doorgangskanalen voor water
o Celpoorten
 Diffusiekanaal waardoor stoffen zich kunnen verplaatsen
 Gaan slechts open als antwoord op signaalstof (vb insuline is
signaalstof voor transport van glucose)
o Celpompen
 Pompen actief stoffen in en uit de cel
 Verbruiken daarbij energie

Plasmamembraan
 Hele cel omsloten door membraan
 Dierlijke cel: enige grensvlak
 Planten, zwammen, bacteriën en wieren: ook nog celwand

3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur acools. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter