Vraagstukken: gedrag en emoties
1. Belang van emoties
- Evolutionaire noodzakelijke bijdrage aan overleving - Emotie
- Snelle en onbewuste beoordeling situatie (intentioneel en evaluatief)
-
o Persoonlijke behoefte, waarden en doelen Beoordelin
o (ong)gunstig voor zelfbehoud en welzijn g vd
- Verbinding met motivationele syst (motivationeel) situatie
o Motiveren en activeren tot bepaald gedrag (actiegericht - intuïtief kompas)
o 7 systemen: woede-, zoek-, angst-, lust-, zorg-, separatie- en spelsysteem
o Noodzakelijke bouwstenen voor emoties
o Basisemoties + niet-aangeboren
Neurologie
- Verbindingen tss gebieden verbonden
o Emotieverwerking
o Oordelen
o Nemen van beslissingen – bv. keuzes of moreel
o Geheugen
Eerst ‘emotionele’ gebieden
Emoties –> vertellen wat (niet) goed is? –> NEE
=> onderhevig aan leerprocessen: conditionering –> emotieschema
- Situatie, personen, plaatsen sferen –> emotionele kleur
- Emo reacties: persoonlijke geschiedenis ipv actuele situatie (trigger)
- Adaptief vs maladaptief
- Gebruik/misbruik van plooibare emoties bv. reclame
Emotionele intelligentie
- Waardevolle info (helpend of niet) die besloten ligt in emoties goed weten
herkennen en aanwenden
- Emotioneel bewustzijn
o Opmerken en waarnemen
o Toelaten
Experiëntiële vermijding: (on)bewuste strategieën om emoties te vermijden
soms onderdrukking
Vgl: achtergrondmuziek
o Reguleren
Emotieregulatie (zelfregulatie en coregulatie)
Gevolg: voelbaar + bruikbaar
Te ver te dicht
Te zwak te intens
o Reflecteren
Emo begrijpen + persoonlijke betekenis
Gevolg: denken, communiceren, handelen
Doel: doen naar onszelf en anderen toe
2. Mentaliseren
Eigen gedrag en van anderen begrijpen –> onderliggende gvls, gedachten bedoelingen en
verlangens (mentale toestanden)
- Buitenkant vs binnenkant
- Gedrag
o Onzichtbaar: bedoeling, intentie
o Zichtbaar: effect op onszelf en anderen
Komt niet altijd overeen
Cyclus in interacties: ik voel … –> daarom doe ik … –> hierdoor voel jij … –> daardoor doe jij … –
> daardoor voel ik … –> …
Fundament van soc relaties: wederzijds respect
Naar jezelf kijken + hypothesen over waarom ander iets (niet) doet => gedrag wordt
voorspelbaar
Dimensies
- Impliciet (automatische aannames) vs expliciet
- Zelf vs ander
o Over
, o Vanuit (ander: vervloeien met ander of weinig eigenheid) (jezelf: effect op anderen +
mentale processen)
- Intern vs extern
- Cognitief vs affectief
- Effectief vs ineffectief
Mentaliserende basishouding
- Bescheiden/onzekerheid
o Gelaagdheid mentale processen
o Mind
↔ Automatische aannames
- Nieuwsgierig
- Open en flexibel
2.1. Prementaliserende modi - voorkeursmodus
= ineffectief/slecht mentaliseren
Psychische equivalentie
- Wat
o Ontbreken onzekerheid ( mind)
o Automatische aannames van onszelf/ anderen
o Wat er in mijn psyche is = realiteit
- Doel: eenvoudig, duidelijkheid
o Typische woorden
o Dooddoeners
o Doelwit: etiket opplakken
- Wanneer: erg gespannen of vastgeroeste overtuigingen
- Gevolg
o Geen ruimte voor andere visie/mening/waarheid
o Overtuigingen van anderen weerleggen
o Redelijke argumenten geven
o Frustratie, onbegrip, irritatie
- Hoge spanning + te weinig emo afgrenzing
Teleologische modus
- Wat
o Tastbaars gedaan worden/aanwezig zijn om iets mentaals/emotioneels te
kunnen ervaren
o Alléén vertrouwen op fysieke acties en tastbare bewijzen
o Ontbreken vertrouwen in (niet zichtbare) liefde/betrokkenheid
o Schijnduidelijkheid
- Doel: vereenvoudigen door afhangen van zichtbare dingen en acties
- Hoe: dwingend/subtiel appel
- Gevolg
o Onder druk gezet of gemanipuleerd voelen
o Ander gefrustreerd/geïrriteerd
o Ander doet opzettelijk nt wat je eist
- Hoge spanning + te weinig emo afgrenzing
Alsof modus
- Wat
o Woorden en gevoelens zijn ontkoppeld
o Over ipv vanuit zichzelf
o Gn contact met eigen gevoelswereld
o Vervreemd van zichzelf
- Gevolg
o Vlak en leeg o Extreem: dissociatie (gn contact
o Gedrag rationeel verklaren buitenwereld)
o Uitbarsting o Ander haakt af
o Fys pijnklachten medische o Weinig begrip, steun,
verklaring erkenning
- Lage spanning + te veel emo afgrenzing
2.2. Mentaliseren bevorderen
1. Merk op wanneer jezelf/ander niet goed mentaliseert
2. Herstel eigen mentaliseren
3. Hardop
4. Begrens ineffectief mentaliseren op empatische wijze (empathisch begrenzen)
, 5. Vanuit mentaliserende basishouding
6. Biedt emotionele steun (valideren)
7. Leiding nemen om spanningen te hanteren bij een ander
8. Valideer ervaring –> ruimte voor andere perspectieven (PM)
9. Opzoek naar onderliggende behoefte (TM)
10. Zoek contact met emoties (AM)
3. Emotieregulatie
̴vermogen om te mentaliseren
= vaardigheid
Stap 1: herkennen
Stap 2: accepteren ( onderdrukken)
Stap 3: regelen adhv context ( overspoelt worden) emo intensiteit te hoog –> belemmeren
proces emo verwerking
1. Coregulatie
2. Zelfregulatie
Beide noodzakelijk
Window of tolerance: ontspannen zone doorschieten (intens - overprikkeling) –
onderdrukken (onderprikkeling)
4. Prikkelverwerking en –regulatie
4.1. Sensorische informatieverwerking
Wat?
- = verwerking van info die via zintuigen onze hersenen bereikt
- Zintuigen
o Omgeving: reuk, gehoor, smaak, tast, zicht
o Lichaam: evenwichtsgevoel, spieren/gewrichten, inwendige organen
Hoe?
- Info vanuit zintuigen
o Hersenen: selectie, samenvoegen, verwerken, betekenisgeving
o Doel: waarnemen, reageren, handelen (adequaat reageren –>
functioneren)
- (on)bewust
4.2. Problemen in SI
Wanneer? Reactie op prikkel –> belemmerd functioneren dagelijks
Bij wie? Iedereen – vaker bij ADHD, ASS, STOS – of als gevolg van epilepsie, NAH,
depressie
Soorten
- Prikkelbalans uit evenwicht
- Zelfregulatie onvoldoende
- Effect op allertheid
4 types prikkelverwerkers (Winnie Dun)
- Toeschouwer
- Zoeker
- Sensor
- Vermijder
5. Herkaderen van gedrag
≠ reageren op enkel gedrag
=> herkaderen vh gedrag
- Wat zit er achter gedrag? = onzekerheid
- Moeilijk gedrag = sociaal geconstrueerd (gedrag in context eigen aandeel of
contextfactoren)
o Heersende cult waarden en normen
o Verwachtingen van anderen, vooroordelen, stereotypen
- Op integratieve manier: vers perspectieven (en-en)
o Op zoek gaan naar betekenis
Gedrag = intentioneel + functioneel
Dialoog of gerichte observatie
o Ontwikkelingsperspectief
Eigen tempo
Jongens vs meisjes (onderwijs)
Omgeving
Overgang = regressie of inadequaat gedrag