Inleiding Strafrecht
H1 Introductie
Bronnen van het recht: de wet en jurisprudentie (en verdragen + algemene rechtsbeginselen)
Bronnen van kennis: de wet, jurisprudentie en rechtsgeleerde literatuur (doctrine).
Formeel recht: recht dat zich met de procedures bezig houdt.
Materieel recht: recht dat zich met de inhoud bezig houdt.
Formeel strafrecht: synoniemen: strafprocesrecht c.q. strafvordering.
Bijzondere wetten: aparte wetten waarin iets staat over materieel / formeel.
Gewone / commune strafrecht: Wetboek van Strafrecht en Strafvordering.
Wetten in formele zin: wetten die gemaakt en vastgesteld zijn op de hoogste en democratische
manier: regering plus Staten-Generaal. Dit gaat volgens de procedure die genoemd is.
Art. 81-88 Grondwet.
H2 Organen van de strafrechtspleging
Zittende magistratuur: de rechters
Staande magistratuur: openbaar ministerie
Schrijvende magistratuur: griffier
Arrondissement: rechtsgebied van een rechtbank. Dit bestaat uit een aantal gemeenten.
Ressort: rechtsgebied van een Gerechtshof. Dit bestaat uit een aantal arrondissementen. Hier heten
de rechters, evenals bij de Hoge Raad, raadsheren.
Organisatie van een gerecht
Voorzitter: wordt president genoemd. Voorzitter van het bestuur. Het bestuur geeft eventueel
aanwijzingen aan de rechters.
Meervoudige kamer: zwaardere misdrijven, drie rechters.
Enkelvoudige kamer: lichtere misdrijven / overtredingen, één rechter.
Hoge Raad: eenvoudige zaken: meervoudig en drie raadsheren.
Complexere zaken: meervoudig en vijf raadsheren.
Absolute bevoegdheid van het gerecht: welk soort gerecht?
Relatieve bevoegdheid van het gerecht: welk gerecht volgens territoriaal of anderszins bevoegd?
Rechter-commissaris: houdt zich bezig met voorbereidend onderzoek, houdt toezicht bij het
onderzoek, kan beslissingen nemen. De RC is geen strafrechter ten tijde van de RC functie.
Hoofdstuk 3 Opsporing
Opsporing is het traject voor de berechting. Dit kan onderverdeeld worden in twee trajecten:
- Opsporingsonderzoek
- Gerechtelijk vooronderzoek
Berechting:
, - Onderzoek ter terechtzitting: voorhouden stukken, horen verdachten / getuigen, OVJ
requisitoir, pleidooi raadsman, laatste woord voor verdachte.
- Beraadslaging na onderzoek ter terechtzitting.
H4 Strafrechtelijke rechtshandhaving
Strafrecht: handhavingsrecht
Civiel en bestuursrecht: normeringsrecht.
Grondslagen voor de strafrechtstheorieën (welke straf uitgedeeld moet worden):
- Vergelding
- Generale preventie: recidivegevaar verminderen
- Speciale preventie: afschrikken van de samenleving
Delictsomschrijving: beschrijft welk gedrag strafbaar is.
Sanctienorm: welke straf er op dat bepaalde gedrag staat.
Strafbaarheid: menselijk gedrag dat onder een delictsomschrijving valt, wat ook wederrechtelijk is.
Er zijn ook nog rechtvaardigings- en strafuitsluitingsgronden.
Strafbaar feit:
- Bestanddelen: in delictsomschrijving genoemde voorwaarden. De bestanddelen moeten in
de tenlastelegging genoemd worden. Het moet wettig en overtuigend bewezen worden dat
aan die bestanddelen is voldaan door de verdachte.
- Elementen: de niet in de delictsomschrijving genoemde voorwaarden. Zoals schuld en
wederrechtelijkheid.
H5 Codificatiegedachte
Uitgangspunt van staatsinrichting dat de wetgever opdraagt om voor o.a. het strafrecht een
inzichtelijke en samenhangende wetgeving te creëren.
Legaliteitsbeginsel: overheidshandelen moet gebaseerd zijn op vooraf aanwezige wettelijke bepaling.
In het strafrecht geldt dus:
- Verbod op analogie
- Verbod op terugwerkende kracht
- Zonder strafbepaling geen straf
- Strafbepaling behoort duidelijk te zien (lex certa).
Er zijn vier redenen voor het toepassen van voorlopige hechtenis:
- Vluchtgevaar
- Onderzoeksgrond (noodzaak om de waarheid aan de dag te brengen)
- Recidivegevaar
- Openbare orde (samenleving zou vrijlating niet kunnen verdragen).
Voorwaarden voor voorlopige hechtenis:
- Misdrijf en meer dan 4 jr
- Voldoende aanwijzing van schuld (ernstige bezwaren)
Alternatieve toepassing VH:
- Schorsing VH en opleggen voorwaarden. Er zijn twee standaardvoorwaarden:
o Na opheffing van de schorsing zal de verdachte zich niet aan de VH onttrekken’
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sanderam. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.