Samenvatting Geschiedenis van de architectuur
Hoofdstuk 1: ‘Hoe moeten we bouwen?’
Het architectuurdiscours op het einde van de 19 e eeuw
Inhoudstafel:
1. De 19e eeuw en het hoogtepunt van de burgerlijke cultuur
2. In welke stijl moeten we bouwen?
2.1. Nieuwe programma’s
2.2. De ecole des Beaux-arts en het stijldebat
2.3. Historisme
2.4. Eclectisme
3. De aanloop naar het modernisme
3.1. De notie van hedendaagsheid
3.2. Eugène-Emmanuel Violet-Le-Duc
3.3. Gottfried Semper
3.4. Ingenieurs
4. Conclusie
1. De 19e eeuw en het hoogtepunt van de burgerlijke cultuur
3 revoluties:
• Industriële revolutie
à Algemene mechanisering van het productieproces en schaalvergroting van de
industrie
Gevolg:
Plattelandsvlucht à Exploderende steden à Input gezondheidszorg en voeding à
Bevolkingstoename à Armoede in steden
• Politieke revolutie
à Einde aan de macht van de landadel en het vorstelijk absolutisme
(= regeringsvorm waarbij de vorst over volledig regerende autoriteit beschikt, zonder
wetten en verantwoordelijkheid)
Gevolg:
Ontstaan van republieken op basis van volkssoevereiniteit en nationaliteit met
democratisch verkozen leiders
De leiding lag bij de Bourgeoisie (klasse van bankiers, industriëlen) waar de macht lag
op basis van kapitaal. Hun politieke idee bestond uit het economisch liberalisme.
(= Het privé-initiatief moet de staat bevorderen en anders zich zo veel mogelijk afzijdig
houden)
, • Socio-culturele revolutie
à Ontstaan van de verlichting en de verwetenschappelijking van de wereld
Gevolg:
Ontstaan van positivisme en materialisme (natuurwetten)
Ontstaan van de romantiek met als ziektocht de identiteit van het individu en volk of
natie.
Twee tegenstrijdige gevoelens:
• Opwinding van het vooruitgangsgeloof
à Wereldtentoonstellingen in Londen en Parijs (1851-1889)
Ze moesten de vooruitgang van een land uiten met als doel de
economische, politieke en technische suprematie van de West-
Europese landen tonen aan de rest van de wereld. (Economische
oorlog)
Parijs 1889: Hall des Machines
• Nostalgie naar een verloren tijd
à Het private, burgerlijke interieur
De burger verzamelde spullen en maakte zijn woning als persoonlijk museum
dat refereert naar hun verleden, om zo te ontsnappen aan de moderne
wereld.
2. In welke stijl moeten we bouwen?
Nieuwe programma’s
De nieuwe sociale context leidde tot nieuwe opdrachtgevers en nieuwe bouwopgaven.
Dit waren nu de rijke burgers en de publieke overheden.
Nieuwe programma’s: musea, concertzalen, …
à Sociale en economische rol (netwerken leggen, reputaties, relaties)
Industrieel: flexibele fabrieken en montagehallen met veel licht en ruimte
à Onderzoek naar manieren om grote ruimtes te overspannen met maximale verluchting en
daglichttoetreding
Toerisme: stations, bruggen, hotels, …
Politiek: parlementsgebouwen en paleizen
,è Gebruik van de nieuwst bouwtechnische principes en materialen (Gietijzer, staal, vlak glas
en beton)
‘Maar’ deze industriële materialen werden verstopt achter nobele, luxe materialen.
L ’Ecole des Beaux-arts en het stijldebat
Architectuur:
Spanning tussen modernisering en nostalgie
Twee kenmerken van de Beaux-arts aanpak:
• Een archeologische benadering van de architectuur
- Enkel de kunst en cultuur van de klassieke oudheid bestuderen door
die te heractualiseren.
- Kennis van de principes en de vormentaal via het opmeten,
kopiëren en reproduceren van gebouwen uit die tijd.
à Die kennis werd gebruikt in het ontwerpen van monumentale publieke gebouwen
• Het ontwerp als oefening in compositie
- Het gebouw ontworpen op plan als abstract ruimtelijk schema, op basis van assen,
symmetrie en hiërarchie
Doel: het functionele overstijgen door het programma grote architecturale waardigheid te
geven.
Bv. Opera van Parijs à Charles Garnier
Penn Station NY à McKim
à Funtionele eisen gecombineerd met monumentaliteit en representativiteit
Centrale concept 19e eeuwse bouwkunst = ‘Stijl’
à Men dacht dat er een onlosmakend verband was tussen een bepaalde periode en zijn
artistieke expressie = probleem?
à In de wetenschappen was er een enorme vooruitgang maar die uitte zich niet in de
architecturale vooruitgang.
In welke stijl moeten we nu bouwen?
Heinrich Hübsch:
à Er waren voldoende redenen om het neo-classicisme te verwerpen als referentie naar het
bouwen in zijn tijd.
à Deze houding kwam voort in de steeds grotere twijfel in de klassieke oudheid
(geen ideaalbeeld meer)
à Besef dat alle andere kunsthistorische periodes evenveel waarde hebben
à Hij koppelde architecturale vormen met ideologie en nationale identiteit, dat de deur open
zetten voor het historisme en eclectisme.
Historisme
= Het teruggrijpen naar een bepaalde architectuurstijl uit het verleden omwille van haar
ideologische of cultuur historische betekenis.
, De bouwkunst van een ‘gouden tijdperk’ geeft toegang tot de waarden en normen van die
periode en zo de cultuele en morele klimaat opnieuw tot leven kon wekken.
Populariteit: religieuze, politieke of ideologische motieven
Bv. Neogotiek
à Strategie van de religieuze réveil in West-Europa
= Refereert naar een hoogtepunt in de eigen cultuur
De ideologische ondertoon van het historisme in België is duidelijk in de Vlaamse Schouwburg
in Brussel:
à De gouden eeuw van de Nederlanden
• Rode baksteen
• ‘speklagen’ met witte zandsteen
• Trapgevels
• Rijke ornamentiek
Eclectisme
= Combineren van plancencepten, vormen en constructietechnieken uit
verschillende kunsthistorische periodes om zo een nieuwe persoonlijke
stijl te ontwikkelen
à Mogelijk door de steeds betere kennis over het verleden maar ook door fotografie en de
wereldtentoonstellingen
Basishouding eclectisme in het schilderij van Thomas Coole ‘The dream of an architect’
à Belangrijke periodes worden voorgesteld door hun meest typische architecturale vorm
à Benadrukt de breuk tussen het ‘heidense’ eclectisme en de christelijke architectuur van de
Middeleeuwen.
Afhankelijk van het programma en de expansie of beoogde monumentale effect koos men
voor de:
• Constructieve logica van de Gotische kathedralen
• Representatieve monumentaliteit van het Classicisme
• Statische rust van de Romaanse architectuur
• Dynamische ruimtelijkheid van de Barok
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur margotcoeman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.