Samenvatting herexamen bouwtechnologie 2
Architectuur
Gaat om het ontwerpen in van gebouwen, dit wordt onderverdeeld in 3 delen waar men rekening
mee houd. En met elkaar in balans moeten zijn.
Schoonheid Stevigheid Bruikbaarheid
Tegenwoordig gaat het wel minder over deze 3 eigenschappen en meer of het verhoogd
technologisch karakter van de gebouwen.
Je bouwt in de omgeving → mijn gebouw is een aaneenschakeling van ruimtes → ruimtes worden
ervaren op basis van details.
Omgeving : waar het om gaat is dat de locatie van het gebouw of de positie een positieve invloed
heeft op aan de kwaliteit van de omgeving en de te verwachte ontwikkeling er van
Gebouw : De structuur van het gebouw is heel belangrijk: symmetrie, ritme, herkenbare maatteken
en materialen. Is belangrijk voor de waarnemer om de grote hoeveelheid te kunnen visualiseren naar
een bevattelijk beeld. Bij een gebouwde omgeving moet een hoge belevingswaarde zijn helderheid
en complexiteit tegelijk aanwezig in evenwichtige en spanningsvolle relatie.
Ruimtes : elk bouwwerk heeft een schaal, de maatverhoudingen bij een bouwwerk zijn van groot
belang. Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de maatverhoudingen een
sterk samenhang en hiërarchie vertonen. De waarnemer ervaart bewust of onbewust de
maatverhoudingen van een bouwwerk, maar die van een ruimte zijn in evenwicht of spannender,
aangenamer,… .
Details : de keuzen van materiaal en kleur hebben een grote invloed. Die keuzevrijheid maakt de
keuze moeilijker met het risico van een onsamenhangend beeld groot. Als materialen en kleuren
teveel los staan van het ontwerp en daarin geen ondersteunende functie hebben maar slecht
worden gekozen op de grond decoratieve werking, wordt de betekenis ervan toevallig en kan het
afbreuk doen aan de zeggingskracht van het bouwwerk.
Duurzaam denken : duurzaam denken neem je een paar zaken mee in gedachten :
Om dit te integreren in het ontwerpproces want ontwerpen is keuzes maken. Het LCA of life-cycle-
analysis is een wetenschappelijk instrument om duurzaamheid te ondersteunen. Er zijn 3 types
milieuverklaringen.
, Type 1 Type 2 Type 3
Milieuverklaring of Milieuverklaring Milieuverklaring of EPDS
milieulabels
Vrijwillig door publiek of De eigen verklaring Evironmental product declaration. Bevat een
private organisatie van producenten of gedetailleerde kwantitatieve informatie over
toegekend verdelers de milieuaspecten van het materiaal. Deze
info word vrijwillig aangeleverd door de
producent of verdeler, een 3de partij kijkt deze
info na.
LCA → is de inventariseren van de milieu-inpakten van een product of proces over zijn levenscyclus.
Duurzaam bouwen is bijvoorbeeld lijmen of metsen wat is beter?? Dragende balken hout, staal of
beton, wat is de benodigde hoeveelheid voor ieder materiaal voor en goede functie te hebben.
LCA
- Hindernissen
- Breed scala aan milieu-inpakten
- Bijdrage aan klimaatverandering
- Grondstof schaarste
- Inpakt op gezondheid
- Aard van de afvalstoffen
- Biodiversiteit
- Veelheid aannemers
- Betrouwbaarheid data
EPB
6 afdelingen over EPB van gebouwen waar energie verbruikt wordt om een specifieke
binnentemperatuur te bereiken en waarvoor en stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd.
Afdeling 1 Afdeling 2 Afdeling 3 Afdeling 4 Afdeling 5 Afdeling 6
Algemene EPB-eisen EPB-eisen bij Vrijstelingen Uitvoerings- Overgang en
bepaling bij renovatie en en afwijkingen maatregelen slotbepaling
nieuwbouw functie -
wijziging
Vrijstelingen en afwijkingen van gebouwen kunnen gebeuren als : het beschermd volume kleiner is
dan 3000m³ en zonder tussenkomst architect, als de stedenbouwkundige vergunning minder dan 2
jaar, alleenstaande gebouwen met een totaal bruikbaar vloeroppervlak van 50m²of en niet
residentieel eenheid met een vloeroppervlakte van minder dan 50m² gelegen in een industrie
gebouw waarin geen energie wordt verbruikt of een niet voor bewoning bestemd gebouw of een
landbouwbedrijf, delen die uitmaken van het beschermd historisch stad centrum, gebouwen die deel
zijn van het bouwkundig erfgoed en gebouwen die worden gebruikt voor erediensten en religieuze
activiteiten.
Het comfort in gebouwen is afhankelijk van : luchttemperatuur, gemiddelde stralingstemperatuur
relatieve luchtsnelheid, relatieve vochtigheid, activiteitsniveau van de persoon en de isolatie waarde
van de kledij. De comforttemperatuur wordt gedineerd als het gemiddelde van de luchttemperatuur
en de stralingstemperatuur. Deze comforttemperatuur mag ongeveer 1,5°c afwijken van de ontwerp
temperatuur. Het temperatuurverschil tussen voeten en hoofd moet onder de 3°c blijven. De
binnenlucht moet worden ververst om verse en droge plaats te geven, dit kan in de winter wel
tochtverschijnselen en energieverliezen veroorzaken. Oorzaken van vervuilde lucht zijn : mens,
keuken, toilet, huisdier, stof door gebrekig onderhoud, vocht van de keuken badkamer of platen,
, vluchtige stoffen zoals verf lijm spuitbussen en zo voort en stoven. Gevolgen hiervan zijn : irritaties,
schimmelvorming, geurhinder, condensatie, aantasting constructie elementen (hout) en verminderd
zicht. Dan zijn er 3 onderverdelingen van buiten lucht.
ODA 1 ODA 2 ODA 3
Landelijk, zuiver soms met Kleine steden, hoge Kleine steden, heel hoge
pollen. consternatie schadelijke consternatie schadelijke
gassen of fijnstof gassen of fijnstof
De binnenlucht kwaliteit hangt af van de CO² productie van de mens Gp. Dit is in functie van M en is
de warmteafgifte van de mens. Gp = 0,16*M, M hangt af van wat voor activiteit je doet.
Ventilatievoud is het aantal keer dat een volume per uur wordt ververst, dit wordt uitgedrukt in n
(1/h). Het debiet is per definitie gelijk aan ventilatievoud n vermenigvuldigd met het volume V, dit
wordt uitgedrukt in V˙ (m³/h). Op elk tijdstip is de CO² gehalte binnen gelijk aan het CO² gehalten
buiten + productie door inwoners / door de hoeveelheid nieuwe buitenlucht.
CO² productie van de mens Gp l/h O,16/M
Debiet V˙ m³/h n*V
CO² gehalte binnen Ci/106 Ce/106 + P*Gp/n*v
Debiet P*Gp*106 / (Ci-Ce)
Ventilatievoud n P*Gp∗ 106 /(Ci-Ce)*V
Debiet per persoon V˙/p
Gp = CO² productie van de mens = l/h
P = aantal personen = aantal
M = warmteafgifte = J/s of W
V = volume = M³
n = ventialtievoud = 1/h
V˙ = debiet = m³/h
Ci = CO² gehalte binnen
Ce = CO² gehalten buiten
Debiet per persoon = m³/h*persoon
Een vrij lucht dicht gebouw is op 4 vlakken voordeliger.
Verluchtingssysteem te kunnen Warmteverlies te beperken. geluidswerend rookdicht
toepassen zonder verstoring.
Ondichtheden kunnen aanleiding geven tot infiltratie of exfiltratie : ruimtes met gasmeters, stoof,
liftschachten, technische kokers, rolluikkast, dampkap, garage, slecht uitgevoerde constructie delen,
niet bepleisterde vlakken, stopcontacten,… . Door aandacht te geven aan de ondichtheden kan men
tijdens de uitvoering het lekdebiet beperken en dit geeft en gunst naar het E-peil. Na het uitvoeren
van de werken kan men een blowerdoor test doen, om te zien hoe lucht dicht het gebouw is. Dit
doet men door een ventilator te zetten in de voordeur en heel het gebouw onder een druk van 50pa
zetten. Zo is er een evenwicht dat de lucht die binnenkomt door spleten en de lucht die wordt
afgezongen naar buiten. Het lekdebiet wordt uitgedrukt in V˙50. n50 is dan het ventialtievoud dat
gelijk is aan V˙50/V. n50 moet gelijk zijn aan : 3 1/h in het algemeen, 1,5 1/h bij een
verluchtingsysteem, 1 1/h bij verluchtingsysteem D met warmte recuperatie en 0,6 1/h voor een
passief huis. Vroeger hadden de woningen 10 1/h en scholen 30 1/h. Atest is het verliesoppervlak
aan de buitzijden van het gebouw en v˙50 = V˙50/Atest. Bij een normale luchtdichtheid heeft men
3m³/h*m² als men extra aandacht hier aan schenkt is dit al 2 tot 1m³/h*m². als er geen
blowerdoortest is gedaan pakt men de waarde als 12m³/h*m². Omdat als men niet lucht dicht bouwt
er een verstoring is van de ventilatie.