WELZIJNS- EN GEZONDHEIDSZORG
DE BASISBEGRIPPEN ORGANISATIE, GEZONDHEID, ZIEKTE, WELZIJN, WELZIJNS - EN
GEZONDHEIDSZORG, GEZONDHEIDSBELEID EN WELZIJNSBELEID MET EIGEN WOORDEN
BESCHRIJVEN.
ORGANISATIE
= een samenwerkingsverband tussen twee of meerdere personen, instanties, diensten of zorgvoorzieningen.
Binnen deze samenwerking worden de krachten, kennis en vaardigheden gebundeld om elk zijn of haar eigen
doel te realiseren.
Een formele structuur in de organisatie noodzakelijk. Binnen de organisatie van de welzijns- en
gezondheidszorg ligt deze verantwoordelijkheid bij de overheid.
GEZONDHEID
= een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van
ziekte of andere lichamelijk gebreken.
ZIEKTE
WELZIJN
= een toestand van voldoening en tevredenheid die ontstaat wanneer iemand tot ontplooiing van zijn bestaan
komt in de verschillende facetten van het leven. Zowel op:
• individueel vlak (onderdak, kleding, gezondheid, …),
• relationeel vlak (familie, vrienden, …)
• Maatschappelijk vlak (werken, …)
WELZIJNSZORG
= de zorg aan individuen of groepen die een verhoogde kwetsbaarheid vertonen met betrekking tot:
• Hun sociaal welbevinden
• Tekort aan ontplooiingskansen
GEZONDHEIDSZORG
= handelingen die helpen om ziekte, lichamelijke of psychische beperkingen te voorkomen of te genezen. Ook
de verzorging van mensen met langdurige of ongeneeslijke gezondheidsproblemen vallen hier onder.
= preventie en monitoring
GEZONDHEIDSBELEID
= beleid dat ernaar streeft om ‘gezondheid’ te realiseren
WELZIJNSBELEID
= het beleid dat erop gericht is om de toestand van welbevinden te realiseren.
Doel: dat elk mens zich goed kan voelen in zijn vel. :
,DE BEGRIPPEN ZELFZORG, MANTELZORG, VRIJWILLIGERSWERK, ZELFHULP,
PATIËNTENPLATFORM, PROFESSIONELE ZORG MET EIGEN WOORDEN BESCHRIJVEN
ZELFZORG
Activiteiten die nodig zijn om te voldoen aan de dagelijkse behoeften. Zelfzorg maakt de mens onafhankelijk en
geeft hem vrijdheid.
Het behoud, terugwinnen en herstellen van de zelfzorg is het uitgangspunt voor zowel professionele als niet
professionele hulpverlening.
MANTELZORG
Niet professionele zorg en hulp die op grond van een affectieve of sociale band met de zorgbehoevende.
De zorg betreft vaardigheden en activiteiten die de zorgbehoevende niet zelf kan doen. Het gaat dus
bijvoorbeeld niet om gewoon het huishouden te doen voor je gezin.
VRIJWILLIGERSWERK
Omvat de volgende 4 componenten:
1. Het is het geheel van activiteiten dat op vrijwillige basis worden uitgevoerd,
2. zonder financiële vergoeding (buiten eventuele onkostenvergoedingen),
3. in georganiseerd verband,
4. en met een maatschappelijk doel en voor anderen, hetzij individuen, groepen of de samenleving in
haar geheel (maar zonder familieband, zie hiervoor mantelzorg).
ZELFHULP
Verenigen mensen met een gemeenschappelijk probleem om samen beter te worden.
Zelfhulpgroepen pakken veel voorkomende, maar ook zeldzame problemen aan. Ze kunnen onderverdeeld
worden in volgende categorieën:
• Fysieke ziektes
o bv. Diabetes
• Operatieve ingrepen
o bv. Stoma
• Psychosociale problemen
o bv. fobie
• Bijzondere sociale situaties
o bv. nieuw samengestelde gezinnen
• Verslaving
o bv. Gokverslaving
• Geïnduceerde problemen
o Deze problemen zijn toe te schrijven aan een intolerante samenleving, zoals genderdysforie,
of vertoeven in de taboesfeer, zoals huiselijk geweld).
PATIËNTENPLATFORM
Een onafhankelijke koepelorganisatie van patiëntenverenigingen uit Vlaanderen, die streeft naar een
toegankelijke zorg op maat van de patiënt en zijn omgeving.
PROFESSIONELE ZORG
Zorg die deskundigheid vraagt en waarvoor iemand een opleiding gevolgd moet hebben. De zorg wordt tegen
betaling verricht en uitgevoerd op basis van protocollen en richtlijnen.
,DUIDEN WAAROM DE OVERHEID INITIATIEVEN NEEMT OP HET VLAK VAN
ECHELONNERING
Dit zorgt ervoor dat de zorg zo georganiseerd wordt dat de laagdrempelige eerstelijnzorg de ingangspoort
vormt tot het gezonheidszorgsysteem.
De zorgontvanger wordt vandaaruit doorverwezen naar een hoger, meer specialistisch, niveau.
DE KENMERKEN VAN DE VERSCHILLENDE ORDENINGSSYSTEMEN
GESTRUCTUREERD WEERGEVEN EN DIE ORDENINGSSYSTEMEN TOEPASSEN OP GEZIENE
DIENSTEN OF VOORZIENINGEN UIT DE SYLLABUS EN VAARDIGHEIDSCOLLEGES
Doel ordeningssystemen:
• Hulp- en zorgvragen vertalen naar een zorg- en ondersteuningsaanbod
• Op maat van de zorgontvanger (noden en doelen centraal)
• Dialoog & overleg met de zorgontvanger en sociale achterban
DOELGERICHTE INDELING
CURATIEVE SECTOR
= herstellen
= genezen of verzorgen van ziekten, aandoeningen en onwelzijn.
PREVENTIEVE GEZONDHEIDSZORG
= initiatieven die doelbewust en systematisch een probleem voorkomen
Deze kunnen onderverdeeld worden op verschillende niveaus:
Primaire preventie
= omstandigheden voorkomen die ziekte-ontwikkeling in de hand kunnen werken
= bijv. vaccinatie
Secundaire preventie
= activiteiten die erop gericht zijn ziekten vroegtijdig op te sporen en te behandelen
= bijv. screening naar borstkanker
Tertiaire preventie
= voorkomen dat het aanwezige probleem zich verder ontwikkelt of nogmaals stelt
= bijv. bijwonen rugschool bij rugproblemen
Quaternaire preventie
= maatregelen om de kwaliteit van leven te behouden of te verbeteren, wanneer een gezondheidsprobleem
niet meer verholpen kan worden
= bijv. mondverzorging bij een palliatieve zorgontvanger
Quintaire preventie
= de begeleiding en ondersteuning van een persoon die mee instaat voor de ondersteuning van een persoon
die een niet-omkeerbare aandoening heeft
= bijv. begeleiden van ouders met een kind met het syndroom van Down
REVALIDATIEZORG
= multidisciplinaire niet-acute of post-acute zorg, gericht op interactie tussen ouders en kinderen. Het kan
zowel gaan om zorgontvangers die revalideren na een acute problematiek, als om de revalidatie van
zorgontvangers die getroffen worden door een chronische ziekte of om psychosociale revalidatie.
,PALLIATIEVE GEZONDHEIDSZORG
= alles wat nog dient gedaan te worden als men denkt dat er niets meer gedaan kan worden.
SOCIALE GEZONDHEIDSZORG
= richt zich op het voorkomen van of het omgaan met de gevolgen van gezondheidsveranderende
gebeurtenissen. De focus ligt op de invloed van die gebeurtenissen op de persoon,op de omgeving en de
maatschappij.
VERTICALE ORDENING
De voorzieningen van de welzijnszorg kunnen ook worden ingedeeld in echelons of lijnen: de nulde, eerste,
tweede, derde en vierde lijn.
Echelonnering in de gezondheidszorg betekent dat de zorg zó georganiseerd wordt dat de laagdrempelige
eerstelijnszorg de ingangspoort vormt tot het gezondheidszorgsysteem en dat de zorgontvanger vandaaruit
doorverwezen wordt naar een hoger (meer specialistisch) niveau.
NULDE LIJN
Omvat zelfzorg, mantelzorg, zelfhulpgroen en vrijwilligerswerk. Deze groep staat het dichts bij de
zorgontvanger.
Wordt gekenmerkd door:
• Niet professionele hulpverlening
• In een vertrouwd milieu
• Toegankelijk voor iedereen
• wederkerigheid
EERSTE LIJN
Rechtstreeks toegankelijke hulp en zorg.
Bijvoorbeeld: huisarts, thuisverpleegkundigen, apothekers, tandartsen…
TWEEDE LIJN
Zorg- en hulpverleners die na verwijzing kunnen worden geconsulteerd.
DERDE LIJN
Gespecialiseerde en intramurale zorg zoals psychiatrische ziekenhuizen.
VIERDE LIJN
Sterk afgebakende doelgroep. De opnamedrepels zijn zeer hoog, ZO kunnen er enkel terecht na verwijzing of
na intakegesprek met lange wachtlijsten en -tijden.
,HORIZONTALE ORDENING
INTRAMURAAL
Zorg binnen een zorgvoorziening, wanneer er sprake is van een opname. Het gaat zowel over acute als
chronische zorg.
EXTRAMURAAL
Zorg buiten de muren van een zorgvoorziening en gaat niet gepaard met een opname.
SEMIMURAAL
Bij de semimurale zorg is de zorgontvanger aangewezen op de zorg die in zorgvoorzieningen wordt verleend,
maar verblijft hij er niet langer dan 24 uren of enkel overdag of ’s nachts.
TRANSMURAAL
“Over de muren heen”. → De specialistische zorg wordt bij de zorgontvanger thuis gegeven.
CATEGORALE ORDENING
= doelgroepen indeling
Ordening op basis van de doelgroep tot wie de dienstverlening zich richt. Volgende zorgen kunnen onder deze
indeling ondergebracht worden:
• Integrale jeugdzorg
• Gezinshulp
• Ouderenzorg
• Kansengroepenbeleid
• Voorzieningen voor personen met een handicap
• Voorzieningen voor personen met een psychische stoornis
• Voorzieningen en ondersteuning voor palliatieve zorgontvangers.
STATUS INITIATIEFNEMER
Openbare of publieke sector
Deze openbare zorgvoorzieningen staan onder toezicht van de overheid.
Private sector
Dit zijn privépersonen die voorzieningen en diensten oprichten en beheren.
AMBULANT OF KLINISCH
Klinische zorg:
= zorg waarbij een patiënt of cliënt opgenomen wordt in een behandelingssetting.
Ambulante zorg
De zorgverlener zoals een arts, psycholoog of gespecialiseerd verpleegkundige verplaatst zich voor de
behandeling of begeleiding naar de patiënt.
CONVENTIONEEL OF NIET-CONVENTIONEEL
Conventioneel → klassieke geneeskunde
Niet-conventioneel → complementaire of alternatieve geneeswijzen
,OVERZICHT ORDENINGSSYSTEMEN
VERKLAAR DE LINK TUSSEN WELZIJNS-GEZONDHEID EN HET VERPLEEGKUNDIG
ZORGPROCES
Methodisch denken / klinisch redeneren:
Het zorgproces is een methodische manier van denken en handelen, dat wordt toegepast voor de diverse
noden en vragen waarmee de zorgontvanger kampt.
Basiskennis voorzieningen is voor de verpleegkundige een must
• Actief participeren aan de uitvoering van het welzijns- en gezondheidsbeleid
• Hulp- en zorgvragen vertalen naar een zorg- en ondersteuningsaanbod op maat
GEEF DE ECONOMISCHE SITUERING VAN DE WELZIJNS - EN GEZONDHEIDSZORG WEER
De welzijns- en gezondheidszorg sector is de quartaire sector binnen de economie, en is de enige economische
sector zonder winstoogmerk.
Verschuiving van non-profet naar social-profit
Elke werkende mens in België moet een bedrag geven aan de sociale zekerheid. Wat je bruto verdiend is een
groot verschil van wat je netto overhoudt. Dit wordt gedaan om de sociale gezondheidszorg te ondersteunen.
Het aantal uitgaven aan gezondheidszorg is zeer hoog.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) ligt aan de grondslag van de Your
Better Life Index (YBLI) en maakt het zo mogelijk om het welzijn van burgers te ‘meten’. Op die manier wordt
diepgaander gekeken dan met het Bruto Binnenlans Product (BBP).
,BELEIDSKADER IVM WELZIJNS - EN GEZONDHEIDSZORG
HET GEZONDHEID EN WELZIJNBELEID ZOWEL MONDIALE – EUROPESE –FEDERALE -
NATIONALE -VLAAMSE - PROVINCIALE & LOKALE DIENSTEN EN INITIATIEVEN DUIDEN
EN OMSCHRIJVEN
MONDIAAL NIVEAU
= het gezondheids en welzijnsbeleid op wereldniveau. Verschillende organen worden hierbij ingezet om dit te
ondersteunen en bewaken.
Zie leerdoel 3!
EUROPEES NIVEAU ~EUROPEES GEZONDHEIDSBELEID
= deze werkt nauw samen met andere internationale actorenz oals de VN en de WHO.
= uitgevoerd aan de hand van 5 jaar durende gezondheidsstrategie (ontwikkeld uit die doelen).
Deze gezondheidsstrategie is vooral gericht op:
• Preventie, in het bijzonder door een gezondere levensstijl
• Gelijke kansen op gezondheid en goede zorg voor iedereen, ongeacht inkomen, geslacht, herkomst…
• De aanpak van ernstige internationale bedreigingen van de volksgezondheid
• Gezond oud worden
• Nieuwe technologieën en behandelingen
Concreet betekent dit het volgende:
DE EU ONDERSTEUNT PREVENTIE-INITIATIEVEN ZOALS:
• Etikettering van voedingsmiddelen
• EU- screenings en vaccinatiecampagnes
• Bestrijding tabaksgebruik (regeling sponsorcontracten)
o bijvoorbeeld foto’s op pakjes van sigaretten die de risico’s aanduiden
DE EU ONDERSTEUNT/HELPT NATIONALE OVERHEDEN BIJ:
Bij voorbereiding op internationale gezondheidsbedreigingen en om hun beleid beter te coördineren, bijv door
de gezamenlijke aankoop van vaccins.
GENEEMIDDELEN MOGEN PAS OP DE MARKT KOMEN NA:
• Goedkeuring van geneesmiddelen
• Daarna wordt steeds nagegaan of ze nog veilig zijn.
VRIJ VERKEER VAN HULPVERLENERS EN VRIJHEID VAN VESTIGING
= houdt in dat er in de EU geen discriminatie is op grond van de nationaliteit tussen de hulpverleners van de
lidstaten.
Erkenning van dipoma’s is hiervoor noodzakelijk.
• European Credit Transfer System of ECTS
• Via European Professional Card → Europese beroepskaart
, Europese beroepskaart
= elektronische procedure waarmee EU-burgers hun beroepskwalificaties kunnen laten herkennen in een ander
EU-land.
• Om tijdelijk of permanent beroep in ander land uit te voeren
BEHANDELING IN HET BUITENLAND
Behandeling van zieken in het buitenland → kan soms makkelijker zijn.
• Als een behandeling alleen in het buitenland mogelijk is
• De EU wet in het buitenland kijkt of je in aanmerking komt hiervoor en zorgt voor
o Een betere samenwerking en informatie-uitwisseling tussen nationale gezonheidsdiensten.
o Erkenning van voorschriften in andere EU- landen
o De Europese ziekteverzekeringskaart of pas die je helpt een behandeling te krijgen als je ziek
wordt in het buitenland.
En ook: Vrij verkeer van patiënten
→ dat onderdanen uit een lidstaat van de EU in principe vrij zijn om verzorgd te worden in een lidstaat naar
keuze.
Principe vrij verkeer MAAR in praktijk is deze vrijheid beperkt door de kosten van de buitenlandse
behandeling, het financieel vermogen van de patiënt en de voorwaarden waartegen de publieke en private
gezondheidszorgsystemen tussenkomen in de kosten.
Er is alleen recht op terugbetaling van een intramurale behandeling in het buitenland in 2 gevallen:
• De europese burger verblijft tijdelijk in een ander Europees lidstaat en heeft daar dringende en
noodzakelijke medische verzorging nodig
o Bijv. bij een ongeluk op vakantie
• de ziektekostenverzekeraar heeft zijn verzekerde de toestemming gegeven om een behandeling in het
buitenland te ondergaan.
o Bijv. bij een zeldzame ziekte
FEDERAAL NIVEAU
Federaal worden volgende zaken ivm gezondheidszorg gereglementeerd:
• Wetgeving RIZIV
• Wettelijk kader algemene en universitaire ziekenhuizen
• Normering voor de beoefenaars van een gezondheidsberoep
• Beschermen van de gezondheid van de verbruiker
• Nationale maatregelen inzake preventie
De federale bevoegdheid voor de gezondheidszorg behoort tot het domein van de federale minister van
volksgezondheid en sociale zaken → Frank Vandenbroucke
De minister is bevoegd voor twee Federale Overheidsdiensten (FOD’s):
• FOD sociale zekerheid en openbare intstellingen van sociale zekerheid
• FOD volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu