Chayenne Van de Vyver Penologie Master Criminologie
Penologie
Waarom straffen?
1. Inleiding
Straffen is een aloude en alledaagse praktijk. Ieder van ons is al eens gestraft geweest, op de een of
andere manier. Er bestaan verschillende manieren om iemand te straffen.
Kind en Gezin heeft een gids opgesteld over het opvoeden en corrigeren van kinderen, namelijk Het
ABC van baby tot kleuter. Deze bespreekt wanneer gestraft en beloond dient te worden.
• Kinderen leren meer van aanmoediging dan van straf
• Straf niet bij alles wat niet mag, beperk tot de belangrijke situaties en regels
• Probeer de (ongewenste) situatie te doorbreken door je kind af te leiden
• Licht probleemgedrag kan je best negeren, aandacht wordt vaak als aangenaam ervaren
• Blijf rustig bij gedrag dat je niet kan negeren en benoem kort wat en waarom het niet mag
• Laat de straf onmiddellijk volgen op wat het kind verkeerd doet
• Pas de straf aan je kind, zijn leeftijd en gedrag aan
• Gebruik geen fysieke straffen, deze hebben geen opvoedkundige waarde
Centraal staat dat straffen vermeden dienen te worden.
Het belonen/aanmoedigen moet gestimuleerd worden.
Straffen moeten de volgende kenmerken bevatten:
• Evenredig
• Zinvol
• Onmiddellijk
• Consistent
• Consequent
• Aangepast aan de persoon in kwestie
Vraag: worden dergelijke principes toegepast in het strafrecht?
Het alledaagse straffen vertoont zekere gelijkenissen met straffen in de strafrechtsbedeling.
MAAR ook grote verschillen, namelijk:
• Cfr. in het strafrecht zijn volgende zaken te zien: wettelijk apparaat, eigen instellingen,
gebruik van dwang, bureaucratisch proces, gespecialiseerd personeel …
1.1. Definitie(s) straf
De term straf kent verschillende definities naargelang de auteur of onderzoeker:
“… een leed door de wet bepaald en door de rechterlijke macht opgelegd als een sanctie wegens een
gepleegd misdrijf” (Hof van Cassatie, 1924).
“punishment is… the legal process whereby violators of the criminal law are condemned and
sanctioned in accordance with specified legal categories and procedures” (Garland, 1990, p. 17).
“punishment ... is punishment for crime, imposed by the judiciary in accordance with penal law, and
administered by penal institutions such as prisons and the probation service” (Hudson, 2002, p. 234).
,Chayenne Van de Vyver Penologie Master Criminologie
1.2. Kenmerken van een straf
De zeven essentiële kenmerken van de straf, volgens Walker in 1991:
(1) Er wordt ‘iets’ toegebracht aan een ander persoon, waarvan verondersteld wordt dat hetgeen dat
toegebracht wordt onaangenaam is
(2) Het toebrengen van de straf is intentioneel en gebeurt om een bepaalde reden
(3) Degenen die de straf opleggen hebben daartoe het recht
(4) De straf wordt opgelegd ter gelegenheid van een daad of een omissie, die een overtreding van
een wet, een regel of een gewoonte inhoudt
(5) Degene die gestraft wordt heeft de inbreuk vrijwillig gepleegd
(6) De redenen om te straffen moeten te rechtvaardigen zijn
(7) Of de bestraffingsact werkelijk als straf wordt beschouwd is afhankelijk van wat de bestraffer
verstaat onder bestraffing en niet van de opvatting van de gestrafte
• Verschillende meningen bij penale actoren
• Het kan zijn dat iemand die gestraft wordt deze handeling niet als een straf zal beschouwen,
desondanks het in de klassieke omschrijvingen als straffen aanzien wordt
1.3. Hoe bestraffing bestuderen in de penologie?
‘Wat doet de penologie’ is een vraag die niet eenduidig te beantwoord is. Veel hangt af van de wijze
waarop je de term en de studie definieert.
Penologie is traditioneel een wat beladen term. Voorbeeld:
“He is not entitled to an opinion even if, in addition to being a man, he should happen also to
be a jurist, a Christian, and a moral theologian. For they are not question about principle but
about matter of fact; and for such cuiquam in sua arte credendum. Only the expert ‘penologist’
(let barbarous things have barbarous names), in the light of previous experiment, can tell us
what is likely to deter: only the psychotherapist can tell us what is likely to cure. (…) The
Humanitarian theory, then, removes sentences from the hands of jurists whom the public
conscience is entitled to criticize and places them in the hands of technical experts whose
special sciences do not even employ such categories as rights or justice.” (Lewis, 1953, p. 226)
De quote gaat over de vraag wie recht van spreken heeft. Lewis heeft daar een uitgesproken mening
over. Dit kan een voorbeeld zijn van een soort examenvraag:
• Volgens Lewis is de enige die recht van spreken heeft de penologist. Om de reden dat deze
personen kennis van zaken hebben. Juristen zouden dit niet hebben
• Lewis focust voornamelijk op experten om te bepalen wie recht van spreken heeft
• Degene die nu recht hebben van spreken, hebben volgens Lewis net geen recht van spreken.
Het zijn de experten, namelijk de penologen, die recht van spreken hebben
De humanitarian theory geeft harde kritiek op straffen die enkel kijken naar de daad en niet naar de
dader. Het is belangrijk te kijken naar de effecten van straffen en diens werking, zodus niet alleen
naar de normatieve doelstellingen van straffen.
,Chayenne Van de Vyver Penologie Master Criminologie
“Penologie is de wetenschappelijke studie van de bestraffing van normovertredend gedrag” (Snacken
& Beyens, 2017, p. 25). Dit is een mogelijke manier om penologie te gaan definiëren.
Echter onthoud, DE penologie bestaat niet! Een spanningsveld is op te merken.
Bijvoorbeeld – vergelijk volgende twee definities met elkaar. Ze zeggen beiden iets geheel anders:
(1) “Wat is penologie? Het woord roept bij mensen de vreemdste associaties op. Penologie is de
sociaal-wetenschappelijke bestudering van de oplegging en tenuitvoerlegging van strafrechtelijke
sancties. … In de penologie komen vragen aan de orde als: wat houden de diverse sancties in; welke
rechtstheoretische en –filosofische ideeën liggen er aan ten grondslag; welke doelen wil men ermee
bereiken en lukt het om die doelen te realiseren: zijn ze effectief?” (Moerings, 2003, p. 5).
• Deze definitie is voornamelijk gericht op empirie en beschrijven
(2) “… that body of thought which explores the relations between punishment and society, its purpose
being to understand punishment as a social phenomenon and thus trace its role in social life” (Garlan,
1990, p.10).
• Garland wordt eerder beschouwd als een bestraffingssocioloog
• Hij spreekt over de koppeling tussen bestraffing en de maatschappij
• Bestraffing bekijkt hij als een sociaal fenomeen, met een bepaalde functie
Een spanningsveld tussen de bestraffingssociologen en de beleids- of empirische penologen.
Efficiëntie en effectiviteit ≠ legitimiteit (Toharia, 2003):
• (1) Rechtvaardiging en legitimatie van de straf
− Waarom mag de overheid straffen?
− Cfr. morele beginselen – normatief
• (2) ‘Werkt’ het gestelde doel?
− Evidence based
− Penologisch empirisch onderzoek
− Toepassing en werken van de straf
− Wat is het doel? Kan officieel, onofficieel of onuitgesproken zijn
Mag een overheid niet effectieve straffen opleggen? Voorbeelden van antwoorden:
• Ja, niet iedereen komt tot inzicht of staat open voor het verbeteringsaspect
• Ja, afschrikkend effect voor de samenleving (potentiële andere daders)
• Ja, om te herinneren aan de norm. Desondanks de kans bestaat dat het straffen niet meteen
bij elke persoon tot verbetering of inzichten zal leiden
Het antwoord op deze vraag zal beïnvloed worden door (1) jouw vooropgestelde doelstelling van
straffen en (2) de door jouw gekozen definitie van effectiviteit. Namelijk dient een straf de persoon
te verbeteren of dient de straf de persoon te herinneren aan de norm?
Bestaat een fundamenteel verschil tussen de rechtvaardiging van een straf en/of deze straf teven
werkt. De effectiviteit en werking van een straf kan enkel geweten zijn door middel van een
empirisch onderzoek. Namelijk bereiken we een gedragsverandering of groter veiligheidsgevoel?
• Het is niet omdat een straf opgelegd wordt dat deze effectief zal zijn
, Chayenne Van de Vyver Penologie Master Criminologie
2. Straftheorieën
2.1. Drie types doelstellingen van straffen (Denkers, 1976)
A) Instrumenteel
• Normconform gedrag realiseren bij mensen
• ‘Policing the society’
B) Intrinsiek
• Burgers beschermen tegen macht(smisbruik) van de overheid
• Het gaat hier voornamelijk over rechtsbescherming
• ‘Policing the police’
• Hoe de instrumentele doelstellingen realiseren?
C) Organisatorisch
• Bestraffing binnen en van het strafrechtelijk apparaat
• Heeft een invloed op het realiseren van de andere doelstellingen (bv budget, personeel …)
2.2. Instrumentele doelstellingen
De instrumentele doelstellingen liggen verdeel over vijf grotere theorieën:
• Retributivistische of absolute theorieën
De twee dominante, klassieke groepen
• Utilitaristische of relatieve theorieën
• Abolitionisme
• Herstel
• Hybride theorieën
A) Retributivisme (18e eeuw)
Grondleggers: Immanuel Kant en Georg Wilhelm Friedrich Hegel.
De straf is gericht op het verleden. Mensen hebben de absolute, morele plicht om de morele wet te
gehoorzamen. De morele wet is verbonden met de wil van God. Een misdrijf schendt zodus de
universele morele principes (wil van God).
Straffen wordt aanzien als een morele plicht. De doelstelling van straffen is het afbetalen van de
schuld en het herstel van de rechtsorde.
• De rechtsorde kent onevenwicht door de overtreding van de wet
• Dat onevenwicht probeer je te herstellen door te straffen
Als het een morele plicht is om te straffen, is de consequentie dat altijd gestraft zal worden,
ongeacht wat de gevolgen zijn. Als het ware is een straf een metafysische vergelding.
• Doel? Betalen schuld, verdiende straf – metafysische vergelding
• Morele plicht om de wet te gehoorzamen
• In de realiteit was tevens sprake van individuele en algemene afschrikking (= utilitair aspect)