Hematologie
WBC 4.000-11000/microliter
1. Stamcel
2. Progenitor
3. Differentiëren naar RBC, BP, monocyten en granulocyten
Dit proces noemt hematopoiese en is in het beenmerg.
Stamcel
Pluripotente stamcel
Myeloïde progenitor Lymfoïde progenitor
Erytroïde CFU Megakaryocyte Basofiel Eosinofiel Granulocy B- T- Natural
door door IL-3, GM- CFU CFU t monocyt lymfocyt lymfocyt killer
erytropoietine CSF, IL-1 , IL-6 en IL-5 CFU IL-7 Thymus, cellen
trombopoïetine : IL-7
IL-11
Erytroyten Bloedplaatjes basofiel Eosinofiel Neutrofiel
door IL-5 en
erytropoietine monocyte
Door IL-3,
GM-CSF en
G of M CSF
Geel in het beenmerg (thymus, milt, lymfeklieren)
Rood in het bloed
, I
Hematopoietische organen
- Beenmerg
, - Lever
- Milt; extracellulaire hematopoiese
- Lymfeklieren; B-lymfocyten
- Thymus; t- lymfocyten
Granulocyten
Neutrofiel op 3 locaties, bm, bloed en weefsels
Stamcel CFU GEMM CFU GM myeloblast promyelocyt myelocyt metamyelocyttstaaf segment
Onderscheid soort pas te zien vanaf promyelocyt dan nemen ook aspecifieke af-v peroxidasen en azurofiel
bevattende.
1. Neutrofiel korrels kleuren met base en zuur
2. Eosinofiel kleuren met zuur
3. Basofiel kleuren met base
CD merkers zijn oppervlakte eiwitten die opgespoord worden bij maligne afwijkingen
Groeifactoren
Cytokines
- Eiwitten of glycoproteïnen geproduceerd na immuunstumulus
- Invloed op regeling imunniteit, ontsteking, hematopoiese
- Productie WBC, weefselamcrofzgen
- Stimulatie hematopoietische cellen endotheelcellen, fibroblasten
- Algemene benaming interactie tussen cellen
Soorten
Interleukinen zijn een groep cytokinen die geproduceerd worden door geactiveerde macrofagen
en lymfocyten gedurende een immuunrespons. Het doel van de interleukineproductie is om met
andere leukocyten te communiceren. Interleukinen stimuleren leukocyten om tot proliferatie en
differentiatie over te gaan.
Interleukines; IL-3
Gamma-interferon; antivirale actie
Alfa tnf; inducert apoptis, inflammatoir
Groeifactoren; gesecreteerd door diverse cellen en werken op celding
CSF; glycoproteïne; G-CSF, GM-CSF, term voorbehouden werking hematopoietische cellen,
reguleren proliferatie, differentiatie en maturatie van de progenitors leidt tot belangrijke
neutrofillie, chemotaxis, fagocytose, expressie van oppervlakteadhesiemoleculen
Anti TNF- cytokine vnl geproduceerd door monocyten, darmontsteking zoals IBD(ziekte
crohn) R-antiTNF antistof tegen anti-TNF
Bv door chemo verlaagd aantal WBC dan kan G-SCF (granulocyt kolonie stimulatie factor), die
stimuleert het beenmerg tot productie WBC of ook voor stamceltherapie
Absoluut aantal neutrofielen
-500/µL kritiek
Totaal aantal WBC * % neutrofielen
, Kinetiek granulocyten
2 compartimenten
1. Proliferatie
- myeloBlasten, promyelocyt, myelocyt, ondergaan mitose om te prolifereren.
2. Maturatie
- Metamyelocyt, staaf, stegment, enkel uitrijpen, deze cellen kunnen niet delen
- Na uitrijping cellen in reservepool
Kinetiek bloed
- Vanuit beenmerg naar bloed op 2 manieren
- 1. Marginale pool geadheerd aan endotheel van de bloedvaten 50%
- 2. Circulerende pool vrij in het bloed 50%
- Neutrofielen in marginale pool kunnen overgaan naar circulatie of weefsels oiv
adhesieproteïnen -selectines en integrines-
Kinetiek weefsels
- Vanuit bloed naar verschillende weefsels
- Gaan verloren via mucosa door fagocytose
- Overleving 2 weken
Functie neutrofielen
- Cehmotaxis uit interactie plasma met bacterien of antigenen trekken neutrofielen aan
naar plaats onheil (gerichte migratie van cellen volgens chemotactische (verschil
concentratie) formule
- Plasma staat nog in voor antistoffen en complementfactoren coaten
opsonisatie( bedekking mo met complement en AS pathogene kiemen beinvloeden deze
opsonisatie
- Neutrofielen gaan geopsoniseerde mo fagocyteren door pseudopodiën (omsluiten mo in
vesikel- fagosoom)
- Granules fuseren met fagosoom en inhoud vrijgeven
1. Primaire granules; lysozyme, peroxidase,…
2. Secundaire granules; later in granulopoiese degranulatie
- Neutrofielen O2 reduceren tot superoxide h2o2 kunnen bacterie doden
- Inflammatie lekkage uit fagosoom, weefsel beschadiging door inhoud en superoxide
Fagocytose en bacteriele afbraak
- Na chemotaxis fagocytose door binding immuunglobuline en complementreceptoren
op gran FcR en CR wordt fagocytose getriggerd
1. Zuurstofafhankelijk geactiveerde O2 metabolieten vormen oiv NADPH oxidase
Superoxide anion
H2O2
Hyrdoxyradicalen
Hypochloriet
- bactericide werking
oxidatief rechtstreekse vernietiging bacteriewand, vorming zuurstof metabolieten
defensines, kationische eiwitten, proteasen, myeloperoxidase vormt HOCL uit H2O2
en CL
2. zuurtsof onafhankelijk- niet oxidatieve afbraak
rechtstreeks vernietigende bacteriewand
morfologische afwijking van granulocyten
- myeloperoxidase deficiëntie