1 Waardigheid bevorderende zorg
Inleiding
Ethiek = kritisch en systematisch nadenken over menselijk gedrag in het licht van
menswaardigheid.
o Descriptieve/beschrijvende ethiek: beschrijft de waarden en normen die
in een bepaalde context aanwezig zijn
vb. toestemming vragen voor we een bepaalde therapie starten
Informed consent = norm die waarden voor autonomie respecteert
o Meta ethiek/fundamentele ethiek: nadenken over bepaalde begrippen
die in de ethiek gebruikt worden en daar hard over nadenken (zoals
filosofen)
‘Is er een ethiek die voor iedereen geldt of is dit altijd gekoppeld aan
een bepaalde gemeenschap?’
o Normatieve ethiek: gaat naar bepaald ethische problemen kijken en zien
wat in die context ethisch goed handelen is
-> je beschrijft niet maar je schrijft voor, je zegt hoe je moet handelen. NIET
NEUTRAAL
Utilitarisme: goed is de handeling die zoveel mogelijk nut oplevert
voor zoveel mogelijk mensen
vb. pandemie: als er toevloed is van patiënten bij IC moet je
keuzes maken welke patiënt je eerst/wel/niet behandelt
-> eerst patiënten waarvan je zeker bent ze de beste prognose hebben met de
behandeling
Deontologie: menselijk gedrag heeft een intrinsieke kwaliteit. Er is
menselijk gedrag dat intrinsiek goed is en er is menselijk gedrag dat
intrinsiek slecht is.
Je moet alleen handelingen doen die intrinsiek goed zijn en je mag
geen
Handelingen doen die intrinsiek slecht zijn.
Vb. liegen/mens doden is intrinsiek slecht
-> euthanasie is slecht
-> soms de waarheid niet vertellen is de betere optie
Personalistische ethiek: handeling is ethisch goed als ze de menselijke
persoon in al zen aspecten bevordert
-> Alles wat een mens doet ontplooien/beter voelen is goed. Je moet de mens
in al z’n dimensies promoten:
6 dimensies van de mens
o Lichamelijk
o Psychisch/uniciteit: ‘ieder mens is uniek en reageert anders’
o Rationaliteit: mensen zijn niet individuen die zich ontplooien dankzij hun
relaties die ze hebben met mensen waar ze dichtbij staan
o Sociale: je maakt als mens deel uit van groepen/samenlevingen vb. arts,
Belg, … enkel in groepen kan je dingen gedaan krijgen (crf. Politiek)
o Morele: mensen hebben bepaalde waarden die ze belangrijk vinden vb.
respect, gelijkheid etc. je handelt hiernaar in je gedrag
o Existentiële: de mens is een zin wezen, het wil betekenis vinden in zen
leven/gedrag = universeel (religieus of niet religieus)
-> Een handeling is goed als je een mens in al deze dimensies bevordert
Waarden: eerlijkheid, respect, gelijkheid, solidariteit, gezondheid, leven
o Waarden zijn kwaliteiten die we bij een ander/ons zelf kunnen vaststellen en
we spontaan als positief beschouwen
0
, o Ze geven zin aan ons gedrag, ze verantwoorden je gedrag -> ze motiveren
je
Normen: je mag niet liegen (waarheid), je mag niet doden (leven)
o Normen zeggen wat je wel/niet mag doen om die waarden te realiseren
Het geweten is een capaciteit in ons die geïnformeerd is van de waarden en
normen die wij belangrijk vinden
o Als we moeilijke keuzes moeten maken dan volg je je geweten = spontane
reflex om voor het goede te kiezen
-> Medisch ethische problemen zijn botsingen van waarden: deze bespreken we
Een ethiek van principes
Conflict van principes
o Respect voor autonomie
Altijd de wil van de patiënt volgen (vrij jong, ontstaan in de jaren ’60)
o Nonmaleficence
Geen kwaad doen, schade berokkenen (oud, eed van Hippocrates)
o Beneficence
Goed doen, patiënt vooruithelpen
o Rechtvaardigheid
Sociaal ethisch principe
Belangrijkheid wisselt naargelang situatie vb. autonomie tijdens pandemie is
zeer laag
! Normaal is autonomie dominant
In praktijk soms conflict tss 2 of meerdere principes:
o Bv. euthanasie: respect voor de autonomie ↔︎nonmaleficence
o Bv. abortus: respect voor de autonomie ↔︎nonmaleficence
Kenmerken van principebenadering
o Theoretisch en oplossingsgericht
Afweging van theoretische principes → welke krijgt prioriteit?
Complexiteit van casus reduceren
Maakt het makkelijker om casus te bespreken en op te lossen
o Nadruk op respect voor autonomie: neutraal?
Vaak voorgesteld als belangrijkste principe
Oplossing heel vaak al gemaakt
o Nadruk op ‘wat moet ik doen?’
Observeerbare handeling
Centrale vraag: euthanasie uitvoeren of niet?
Vergeten randfenomenen
o Morele houdingen
o Het hele zorgproces
Fasen in het zorgproces
Tijd
De particuliere zorgcontext
o Relationele context
Heeft kind/partner, verankerd in relationeel netwerk → belangrijk om
hen te betrekken
o Institutionele context
Psychiatrie in universitair ziekenhuis, langere
behandelingsgeschiedenis en opname
o Maatschappelijke context
Wetgeving rond euthanasie, rekening houden met bepaalde criteria
Casus Caroline pagina 18
Nonmaleficence (niet schaden) naar de patiënt toe maar ook naar haar zoon en
partner?
1
,Moet ik nu euthanasie doen of niet? MAAR euthanasie is maar 1 act, hier voorafgaand
is al een heel proces. Ze vraagt hier al voor de 3e keer voor euthanasie
Bij principebenadering wordt vaak het hele zorgproces vergeten
6 stadia in euthanasie-zorgproces
o Gevoel op voorhand dat er een vraag komt bij
bepaalde patiënt
o Vraag wordt voor het eerst gesteld
o Besluitvorming-proces (praten met patiënt, artsen,
familie)
o Beslissing (euthanasie ja of nee) verpleegkundigen
o Voorbereiding euthanasie (wanneer, wat wil je
hiervoor nog doen, wie wil je nog zien)
o Uitvoering van euthanasie
o Nazorg (van het lichaam, opvang familie,
administratie)
Je moet kijken naar hoe de arts gedurende die
weken/maanden het gehele proces gehandeld
heeft (het is veel meer dan focussen op de act van
euthanasie zelf)
Drie ethische pijlers van gezondheidszorg
Concreet beleefde ervaring
Dialogale interpretatie
Ethische standaard
Concepten van kwetsbaarheid – zorg – waardigheid
Concreet beleefde ervaringen
Concrete ervaringen en belevingen van mensen die in zorg betrokken zijn: “Zorg
gebeurt tussen mensen”
o Niet uit algemene principes/theorie nadenken, maar uit de ervaring.
o Ethische problemen worden beleefd door mensen, het is niet theoretisch.
‘Hoe heb je als patiënt het zorgproces beleefd?’ i.p.v. ‘Werden al je keuzes
gerespecteerd?’
o Taalgebruik zeer belangrijk: door de termen die je gebruikt ga je al uit van
een bepaalde opvatting
Werden al je keuzes gerespecteerd: Je gaat er al vanuit dat het
principe "respect voor autonomie" gerespecteerd is
Hoe heb je als patiënt het zorgproces beleefd: neutrale vraag, er
komen geen principes tot uiting
Ervaringsethiek ‘van binnenuit’ i.p.v. theoretische ethiek ‘van buitenaf’
o Rechtstreeks met mensen die bij de casus betrokken zijn in dialoog gaan
bv. familieleden, collega artsen, verpleegkundigen, psychologen, …
Kwalitatieve onderzoeksmethoden
o a.d.h.v. diepte-interviews de belevingen proberen te begrijpen bij de
verschillende partijen
Bv. onderzoek hoe neontologen de beslissing nemen om een te vroeg
geboren baby’tje te reanimeren ja of nee risico; zware handicap = moeilijk
afwegingsproces welk kindje wel en welk kindje niet, 20 neontologen kunnen
interviewen waaruit duidelijk is hoe zij met deze situatie omgaan
Emancipatorische kracht
o Doordat mensen die er baat bij hebben hun mening over het onderwerp te
2
, kunnen geven
Kwetsbaarheid
o Mensen die betrokken zijn in ethische problemen voelen zich
kwetsbaar, niet enkel de patiënt is kwetsbaar, het is een gedeelde
ervaring.
Interpretatieve dialoog
= in dialoog gaan (communiceren) om te begrijpen wat de ander zegt (interpretatie)
Zorg realiseert zich doorheen de tijd (proces)
o Het is een proces, niet 1 act/handeling
Interpersoonlijke context van zorg
Goede zorg verlenen door communicatie en dialoog
o Met elkaar in dialoog geen en elkaar proberen te verstaan:
belangrijk om tot standpunt te komen en om te begrijpen wat de
patiënt nu juist wil
Interpretatieve karakter van zorg
o Proberen als iemand euthanasie vraagt te achterhalen waarom die dat
vraagt
o Opvattingen zijn nooit volledig helder en hoe mensen nadenken
beantwoord niet altijd aan eigen logica
Veel dialoog nodig om te begrijpen wat iemand wil
Zorg
o Begrijpen wat de persoon wil en daarnaar handelen
Voorafgaande wilsverklaring
= Documenten die je kan invullen waarin staat wat je nog wel/niet wil wanneer je niet
meer in staat bent hier zelf over te beslissen
+ staat wat de patiënt nog wel wil -> heeft geen kracht van wet omdat hierdoor de
arts verplicht kan worden behadelingen te doen die medisch onzinvol zijn
vb. euthanasie kan bij mensen die onomkeerbaar buitenbewustzijn zijn =
hersendode
patiënten
- staat wat de patiënt niet meer wil -> heeft kracht van wet: je MOET die respecteren
vb. niet gereanimeerd worden
Ethische standaard
Twee normatieve vragen:
o Waarom moeten wij zorgen? (= fundamentele ethische vraag)
Moeten we voor mensen met dementie nog wel zorgen? Want er zijn
heel veel redenen om hier niet voor te zorgen. (Kost veel geld)
Argumenten:
o Het is onmenselijk om er niet voor te zorgen
o Mensen zijn verbonden en hebben een
verantwoordelijkheid tov. Elkaar
o = ethische argumentaties
o Wat is goede zorg? (= toegepaste ethische vraag)
Antwoord op deze vragen veronderstelt mensbeeld
o Individualistisch mensbeeld
o Relationeel mensbeeld
Levensbeschouwelijke grondslag van ethiek (mens-wereld-God)
o Levensbeschouwing = hoe kijk je naar de mens, de wereld en naar of er
iets ‘hoger’ is
3