H1 het resultaat
Categoriale kostenindeling
Kosten van grond
Bruikbaar als vestigingsplaats -> eeuwigdurend productiemiddel (geen afschrijvingen)
Bruikbaar voor het winnen van delfstoffen -> grond neemt af in waarde -> afschrijvingen
Inkoopwaarde van de omzet
Door verkoop neemt de voorraad af, deze kosten zijn de inkoopwaarde van de omzet
Kosten van materialen en grondstoffen
Dienstenonderneming met omzettingsproces: productiekosten en kosten van grondstoffen
Dienstenonderneming zonder omzettingsproces/ handelsonderneming: kosten van
productiemiddelen
Productiebedrijf: heeft altijd kosten van grondstoffen een gebruik van productiemiddelen
Kosten van arbeid
Loonkosten, telefoonkosten, auto van de zaak, reiskostenvergoeding, kledinggeld
Handelsonderneming: personeelskosten worden in mindering gebracht op de brutowinst
Dienstenonderneming:
Arbeidsuurtarief: tarief per gewerkt uur
Factuurtarief: dienstverlener vermeerdert arbeidsuurtarief met opslag voor
bedrijfskosten en winstopslag -> wordt in rekening gebracht aan de klant
Kosten van diensten van derden
Betalingen voor werkzaamheden van bedrijven die door een ondernemer worden
ingeschakeld
Kosten van duurzame productiemiddelen
Productiemiddelen die meerdere jaren meegaan verliezen hun waarde -> afschrijvingskosten
Boekwaarde = aanschaffingsprijs - afschrijvingen tot op dat moment
Er is geïnvesteerd in het duurzaam productiemiddel -> interestkosten
Complementaire kosten = alle kosten die samenhangen met een duurzaam productiemiddel
(onderhoud, energie, verzekering, reparatie)
Afschrijven met vast percentage van de aanschaffingsprijs -> vaste afschrijvingskosten
Afschrijven met vast percentage van de boekwaarde -> afschrijvingskosten veranderen elke
periode
Kostprijsverhogende belastingen
Belasting die ondernemer aan overheid moet betalen: motorrijtuigenbelasting,
milieuheffingen, onroerendzaakbelasting, invoerrechten en accijnzen
Kosten van vermogen
= kosten om vermogen aan te trekken
Notariskosten/ interestkosten (aanvragen lening)
Afval = onvermijdbaar verlies van grondstoffen tijdens de productie
Worden meegerekend in de kostprijs
Kan worden gerecycled
Uitval = product voldoet niet aan de gestelde kwaliteitseisen
Kan nog worden verkocht, maar voor een lagere prijs
, aanschafprijs+restwaarde
gemiddeld≥ï nvesteerd vermogen( gehelelevensjaar )=
2
boekwaarde begin jaar +boekwaarde eind jaar
gemiddeld≥ï nvesteerd vermogen(éé n jaar )=
2
Constante kosten = kosten die niet veranderen bij een toe- of afname van de afzet of het aantal
producten die geproduceerd worden
Variabele kosten = kosten die veranderen als de afzet of het aantal producten die geproduceerd
worden veranderen
Transfer price/ interne prijs = prijs die een bedrijf behorende tot een multinational aan een
zusterbedrijf in rekening brengt voor een bepaald onderdeel dat zij produceert
Multinational kan manipuleren met de interne prijs zodat de hoogste winsten behaald
worden in landen met de laagste belastingtarieven. De multinational kan hier zelf bepalen in
welke keten de winst zal vallen en waar de belastingdruk dus zal vallen. D.m.v.
kostenallocatie (verdelen van kosten in verschillende landen) kan het moederbedrijf een
hogere winst na de belasting realiseren
At arm's length (handelen op zakelijke grondslag) = bedrijven binnen eenzelfde concern moeten met
elkaar zaken doen net zoals ze dat ook zouden doen met een willekeurige derde partij
Bedacht door OESO (Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling) -> Transfer
Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Taks Administrations
H2 het resultaat
Waarderen = het toekennen van geldbedragen aan activa en het vreemd vermogen op de balans
Continuïteitsbeginsel: waardering moet gezien worden binnen het kader van de bedrijfsvoering en
dus niet tegen de prijs die ze op het moment van de waardering bezitten
Voorzichtigheidsbeginsel: wanneer er een keuze is tussen twee waarde-alternatieven, is de laagste
waarde de relevante waardering bij activa en de hoogste waarde de relevante waardering van
vreemd vermogen
Laagste waarde -> activa
Hoogste waarde -> vreemd vermogen
Minimumwaarderingsregel = waarderen van activa tegen de laagste waarde. De
balanswaardering moet naar beneden worden aangepast als de opbrengstwaarde van het
betreffende goed lager is dan de boekwaarde van het activum
Historische kostenmode
Verkrijgingsprijs = inkoopprijs inclusief bijkomende kosten die in het verleden voor het
activum zijn betaald
Vervaardigingsprijs = alle directe en indirecte kosten die gemaakt zijn om het product te
realiseren
Voordeel: administratie is eenvoudig en het is een objectief systeem
Nadeel: als de prijzen veranderen komt dit niet tot uitdrukking op de balans
Actuele waarde = prijs die op het waarderingsmoment van toepassing is
Voordeel: als de prijzen veranderen komt dit tot uitdrukking op de balans
Nadeel: actuele waarde kan voortdurend schommelen, waardoor er steeds aanpassingen
nodig zijn. Ook is het niet altijd duidelijk wat de actuele waarde bij unieke activa is, waardoor
er subjectieve schattingen worden gemaakt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joellavandermeer17. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.