Aantekeningen Strafrecht en strafprocesrecht
Professor Panzavolta– Academiejaar 2022-2023
College 1 - 27/09/2022
Strafrecht gaat om…
Misdrijven en misdadigers: wat maakt een misdrijf? Wie is een misdadiger?
Politie, procureurs, rechters, rechtbanken en hoven: wat mogen zij doen om misdrijven en
misdadigers op te sporen, te ontdekken en te veroordelen?
En slachtoffers.
Materieel strafrecht: De rechtsnormen die bepalen wie, waarvoor, wanneer strafbaar is en waarom en
welke sancties opgelegd kunnen worden.
“Wat men niet mag” (let op: soms wat men niet mag weigeren te doen).
1. Wat moet strafbaar zijn? (wat wordt verboden?) → Misdrijven.
2. Wie moet gestraft worden? → Misdadigers (alleen mensen?).
3. Wanneer moet iemand gestraft worden voor iets wat strafbaar is? → Voorwaarden voor
individuele aansprakelijkheid en strafrechtelijke sancties.
Wat zou strafrecht moeten doen?
Formeel strafrecht: De regels aangaande het verloop van het strafproces. Strafprocedure,
strafvordering, strafrechtspleging, tenuitvoerlegging en rechtshulp.
“Wat er moet gedaan worden als er een misdrijf is gepleegd”.
Waarom strafrecht?
Wat is het doel van strafrecht? → Straffen!
Wat is het doel van straffen?
Reactie tegen/vergelding voor laakbare gedragingen. → bijv. taliowet: ‘oog om oog, tand om
tand’ (Twaalftafelenwet).
Preventie van laakbare gedragingen:
o Positieve: voorkomen dat daders/criminelen wederom in de fout gaan.
o Negatieve: voorkomen dat mensen (alle burgers) in de fout gaan.
Resocialisatie van misdadigers.
Andere? Maatschappij reguleren, moraliteit beschermen…
Wortels van huidig strafrecht
Modern Strafrecht – Verlichting
Montesquieu, Voltaire, Bentham, Feuerbach, Beccaria…
Rationaliseren: wat is de grondslag van het recht op straffen?
Humaniseren (menselijker maken).
Vermijd willekeur.
Oorsprong van ‘klassieke school’ van strafrechtsdenken:
Homo economicus met vrije wil.
Strafrecht als ultima ratio (het laatste middel) – utilitarisme.
o Repressieve functie – beperkt tot schending van essentiële goederen (bijv. leven,
eigendom…).
Aandacht voor “criminele feiten” (meer dan voor daders).
Déclaration des droits de l’homme et du citoyen – Verklaring van de rechten van de mens en de burger
(26 augustus 1789).
Artikel 5 – Schade: de wet heeft slechts het recht handelingen te verbieden, die schadelijk zijn
voor de maatschappij.
, Artikel 7 – legaliteit I: niemand kan beschuldigd, aangehouden of gevangen worden dan in de
bij de wet bepaalde gevallen en in de vormen, die zij heeft voorgeschreven (+ verbod op
willekeur).
Artikel 8 – Legaliteit II & proportionaliteit straf: de wet kan slechts strikte en weliswaar
noodzakelijke straffen opleggen, en niemand kan gestraft worden dan door een wet die is
vastgesteld en uitgevaardigd voorafgaand aan het delict en op wettige wijze toegepast.
Artikel 9 – vermoeden van onschuld.
Franse wetboeken tijdens en na de Revolutie:
Verklaringen ideeën en beginsel van Verlichting.
o Franse code révolutionair 1791.
o Franse code révolutionair 1795 (“Code Merlin »).
Napoleontische tijd :
Frans wetboek 1810: blijft trouw aan sommige beginselen van de Verlichting (bijv. legaliteit),
maar uitbreiding van misdrijven tegen de veiligheid en het politieke regime (absoluut regime).
Belgische onafhankelijkheid (1830)
Franse Code pénal 1810 van toepassing.
Art. 139 Gw. 1831 “binnen de kortst mogelijke tijd”.
Nieuw strafwetboek 1867 op basis van Franse wetboek en heersend klassieke
strafrechtsdenken.
Vele nieuwe wetten: invoering van bepalingen beïnvloed door de theorie van het nieuwe
sociaal verweer (d.w.z. bescherming van de maatschappij tegen ‘gevaarlijke’ personen).
Theorie van het nieuwe sociaal verweer
Tweede helft van 19de eeuw, begin 20ste eeuw.
Positieve school: Ferri en Lombrose – wetenschappelijke aanpak.
Strafrecht dient om maatschappij te beschermen – preventieve functie:
o Aandacht voor de oorzaken van criminaliteit: maatschappelijke oorzaken en
biologische oorzaken.
o Aandacht voor misdadigers (ook potentiële misdadigers), meer dan voor de criminele
feiten.
College 2 – 05/10/2022
Strafwetboek
Twee boeken:
Algemeen gedeelte (boek I): elf hoofdstukken bestaande uit fundamentele regels die van
toepassing zijn op alle misdrijven.
Bijzonder gedeelte (boek II): specifieke misdrijven (bijv. moord, corruptie, diefstal…) X
Titels + IV. Misdrijven tegen openbare trouw, personen, eigendommen, de familiale orde en
de openbare zedelijkheid, openbare veiligheid, openbare orde… Verdeling volgens
verschillende rechtsgoederen.
Codificatie = alle wetten in één boek. Dit zorgt voor duidelijkheid, maar meer en meer vervuild door
recente wetten.
Complementaire wetten: Wetten die niet in Boek I van het strafwetboek staan, maar die er
logisch en integraal deel van uitmaken. Die soms ook specifieke regels inhouden (afwijking
van algemeen deel: Boek I Strafwetboek).
Bijzonder strafrecht (Boek II Strafwetboek + bijzondere strafwetten) bevatten specifieke
misdrijven: bijzonder deel van strafrecht.
Formeel SR – Strafvordering
Was/is er een misdrijf?
, Wie heeft het gepleegd?
o Ontdekken van misdrijf (opsporen).
o Onderzoeken (of het mogelijk is dat er een misdrijf was).
o Beoordelen van zaak.
o Veroordelen/vrijspreken (schuldig/onschuldig bevinden).
Welke straf zou opgelegd moeten worden?
o Veroordelen van misdadiger.
Misdadigers? Pas aan het einde en in
geval van veroordeling. Voordien:
verdachten/beklaagden/beschuldigden.
Strafvordering II
Wetboek Strafvordering – SV (Code d’instruction criminelle, 1808) + wijzigingen & andere wetten.
Strafrecht(spleging) houdt inherent inbreuken in op individuele (grond)rechten. Daarom: wettelijke
bepaling met concrete waarborgen nodig – bescherming tegen willekeur. Afweging maatschappelijk
belang (rechtsbedeling), efficiëntie en individuele rechten. Uitkomst? = variabel; afhankelijk van tijd,
plaats en onderliggende waarden en normen.
Types van procedure
Uitkomst van afweging tussen tegenovergestelde belangen = variabel (tijd, plaats, onderliggende
waarden & normen). Meest bekende classificatie: tegenstelling tussen accusatoir procedure en
inquisitoire procedure.
Accusatoir: geschil tussen twee partijen op gelijke voet.
o Aanklager (slachtoffer) v. beklaagde.
o Rechter als scheidsrechter (geen actieve rol).
o Openbare, tegensprekelijke en mondelinge procedure. Bv. VS, VK.
Inquisitoir:
o Geheime, niet-tegensprekelijke en schriftelijke procedure.
o Geen gelijkheid tussen partijen.
o Actieve rechter.
Belgische strafprocedure = mengsel. De fase van het onderzoek is meestal inquisitoir. De tweede fase
van de procedure is het proces en dit is meer in de richting van een accusatoir procedure.
Doel strafprocedure
Misdrijven en daders opsporen.
Waarheid vinden.
Rechten van individu waarborgen.
Strafprocesrecht:
o Gebruik van macht en ingrijpende maatregelen (bijv. arrestatie, huiszoekingen…)
door Staat. Toegelaten vorm van ingrijpen.
o Noodzaak fundamentele rechten (van verdachte/beklaagde/beschuldigde en van
derden) te beschermen.
Strafvordering: beschermende functie.
SR & soevereiniteit
Strafrecht en strafprocesrecht zijn verbonden aan soevereiniteit. Strafrecht is het gebruik van macht
toegelaten door burgers. In principe is nationaal recht alleen van toepassing op misdrijven die in
België worden gepleegd.
Artikel 3 Sw. – territorialiteit (in ruime zin: ubiquiteit), maar…
Art. 4 Sw – misdrijf gepleegd buiten het grondgebied van België wordt in België niet gestraft
dan bij de wet bepaald → Zie V.T.Sv. artikelen 6 en volgende.
, Rechtshulp
Belgische autoriteiten bevoegd om procedurele handelingen te nemen alleen binnen het grondgebied
van België. Bijv. geen beslag in Frankrijk door Belgische autoriteiten, geen huiszoeking in Nederland
door Belgische autoriteiten… Dus: mogelijk om dader buitenlands misdrijf te straffen, maar
onmogelijk om procedurele handeling in het buitenland te voeren. → oplossing: rechtshulp.
Primaire rechtshulp: zaak overdragen van ene staat naar een andere.
Secundaire rechtshulp: uitvoering van procedurele handelingen:
o Uitlevering (overdragen van verdachten/beklaagden/veroordeelden).
o Kleine rechtshulp (interstatelijke straf processuele bijstand).
Strafrecht: slechts nationaal?
Internationaal strafrecht: internationale misdrijven, bijv. genocide en misdrijven tegen de mensheid.
Veroordeeld door nationale gerechtshoven en internationale gerechtshoven.
(Permanent) Internationaal Strafhof (ICC); (Statuut van Rome 1998) en Den Haag.
Europese dimensie
Europees strafrecht? Nee, in de zin van Europese handhaving van strafrecht. Maar Europese invloed!
EVRM/EHRM: beginselen (en toepassing van algemene beginselen – grote invloed door
uitspraken).
EU: beginselen + bepalingen.
Lissabon Verdrag + Handvest Grondrechten EU.
o Art. 83 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde misdrijven.
o Art. 82 VWEU: richtlijnen over harmonisatie van bepaalde aspecten van de procedure
en rechtshulp.
Strafrecht v. andere rechten?
Wat is het verschil tussen strafrecht en andere rechtsgebieden? Wat is kenmerkend voor strafrecht?
Het gaat om de verhouding tussen overheid en burgers → Civiel (‘burgerlijk’) recht: verhouding
tussen burgers. Het gaat om straffen – strafrechtelijke sancties. Het gaat om sterkere waarborgen. Let
op: criminele straffen slechts een type van strafrechtelijke sancties: misdaden. Wat is de relatie met
andere rechtstakken? Integratiefunctie?
Autonomie van strafrecht
Strafrecht beschermt rechtsgoederen en rechtswaarden uit andere rechtstakken. Strafrecht slechts als
hulp van andere rechtstakken of autonoom? Strafrecht alleen sanctioneringsfunctie voor andere
rechtstakken? Ja en nee: relatieve autonomie. Strafrecht heeft een eigen functie, begrippen,
interpretatieregels en vooral eigen logica.
Functionele autonomie strafrecht: strafrecht bevat ook eigen gedragsnormen, los van andere
rechtstakken. Strafrecht heeft een eigen finaliteit – meer dan enkel handhaving van andere
rechtstakken.
Schending strafrechtsregels is een schending v.d. rechtsordening.
Strafrechtelijke handhaving is niet gelijk aan burgerrechtelijke handhaving.
Stigma – impact. Soms is de betrokkenheid bij een misdrijf al een straf.
Conceptuele autonomie strafrecht: begrippen, definities en instellen uit andere rechtstakken hebben
niet noodzakelijk eenzelfde betekenis. Interpretatie afhankelijk van rechtsgoederen die door
misdrijven worden beschermd. Aparte definities in strafwet en belang rechtspraak.
Uitzondering art. 16 V.T.Sv.: misdrijf verband met uitvoering contract waarvan bestaan
ontkend of uitlegging betwist wordt. Regels burgerlijk recht van toepassing op strafrechter.
Autonomie strafprocesrecht ten aanzien van gerechtelijk recht.