Hoofdstuk 1 België
De Belgische maatschappij na 1945
Er zijn verschillende visies die hun eigen mening hebben over hoe de samenleving er moet uit zien.
Sommige visies hebben in het verleden al voor conflicten gezorgd die geleid hebben tot breuklijnen.
Eerst was er een strijd/ tegenstelling van de vrijzinnigen (waren voor vrije meningsuiting) en de
katholieken. Deze strijd was het beste te merken in de schoolcontext (jaren 50tig) na de 2 de
wereldoorlog wouden de mensen hun kinderen naar school sturen. Maar vrij onderwijs was er maar
in bepaalde mate en werd weinig ondersteund. => wat voor hoge schoolprijzen zorgde. In 1958
werd uiteindelijk het Schoolpact° gesloten:
• vrijheid van schoolkeuze
• kosteloosheid van het onderwijs
Ten tweede bleek al gauw dat België bij zijn onafhankelijkheid in de 19de eeuw een leidende natie
werd op het gebied van de industrialisatie. Tijdens de tweede helft van de 19de eeuw zagen de
arbeiders vlug in dat hen enkel lotsverbetering stond te wachten indien ze ook op het politieke
forum, letterlijk en figuurlijk, een stem zouden krijgen.
In 1885 werd dan de Belgische Werkliedenpartij (BWP) opgericht om de belangen van de vele
arbeiders te verdedigen.
In de jaren '90 (19de eeuw) stichtte Daens de Christelijke Volkspartij als katholiek antwoord op het
socialisme (op het BWP) . Door de invoering, in 1919, van het Algemeen Enkelvoudig Stemrecht (elke
man kreeg 1 stem) had ook de 'werkende klasse' een stem in het politieke en sociale gebeuren. De
socialisten waren een electorale en dus ook politieke machtsfactor waar rekening moest mee
gehouden worden.
Deze spanningen liggen aan de basis van een sociaal- economische breuklijn tussen de werkgevers en
werknemers. De tegenstellingen op dit vlak heeft men in België trachten op te vangen met het
zogenaamde sociale overlegmodel (overleg tussen de staat, de werkgevers en werknemers) en de
verzorgingsstaat° (pensioenen, kinderbijslag, werkloosheidsuitkering, OCMW ...).
Tenslotte zijn er ook duidelijke verschillen tussen het noorden van ons land (Vlaanderen) en het
zuidelijk gedeelte (Wallonië). Na 1945 kwam dit onder andere tot uiting in de koningskwestie ( ze
zagen de koning leopold 3 in wallonië niet graag terug komen, in vlaanderen wel) , in de jaren '60
met de vastlegging van de taalgrens (Komen en Voeren) de kwestie Leuven, de splitsing van de
nationale partijen, Brussel-Halle-Vilvoorde
,Liever dan deze communautaire° verschillen te laten escaleren heeft men in België geopteerd voor
een aanpassing van de staatsstructuren door de verschillende landsgedeelten bevoegdheden te
geven (= federalisering). België evolueerde van een unitaire staat naar een federale staat.
Politieke stelsels
- Democratie: democratie betekent dat het hele volk aan de politieke besluitvorming van het
land (direct of indirect) deelneemt.
- Autoritarisme: een autoritair regime is niet gebaseerd op instemming van de burgers met
het gevoede beleid maar op gehoorzaamheid en volgzaamheid die het regime vaak afdwingt.
Het belang van een persoon domineert op dat van alle anderen en het regime beheerst of
manipuleert alle politieke activiteiten: verbod van politieke partijen, censuur van de media.
1.4.2 Staatsvormen
- Unitair: het belangrijkste kenmerk van een unitaire staat of eenheidstaat is dat nagenoeg alle
politieke beslissingen door de nationale of centrale overheid worden genomen. De nationale
regering en het nationale parlement zijn de belangrijkste politieke instellingen. Daarnaast
kunnen nog andere politieke instellingen functioneren, zoals gemeenten en provincies.
- Federatie (bondsstaat): een staat die samengesteld is uit verschillende deelstaten, met eigen
bevoegdheden en eigen regeringen, en een federale regering met bevoegdheden die voor de
gehele staat geldig zijn. De verdeling van de bevoegdheden gebeurt op basis van een
grondwet
- Confederatie (statenbond): de confederatie is een verbinding van onafhankelijke staten die
hun eigen soevereiniteit behouden, maar overeenkomen om bepaalde aangelegenheden
zoals buitenlandse belangen en veiligheid, gemeenschappelijk te regelen (verdrag).
België is een federaal land.
Federalisme: 1 land verdeelt in deelstaten.
Federalisme bestaat uit gewesten en gemeenschappen.
Scheiding der machten:
,Grondwet:
De grondwet is een geheel van fundamentele rechtsregels. De grondwet regelt de
bevoegdheidsverdeling tussen de onderscheiden gezag niveaus en de taken van de gezagsorganen.
De verschillende bestuursniveaus
1.5.1 Gemeenten 1.5.1.1 Stad of gemeente
In België is het onderscheid tussen stad en gemeente een erfenis van het Hollands bewind. Nu zijn er
dat 125, als gevolg van fusies° en nieuwe aanvragen (bv. op basis van centrumfunctie (voorzieningen)
van bepaalde gemeenten. Het onderscheid is nu vooral symbolisch geworden.
Taken:
Zorg voor het gemeentelijk belang
- waken over de veiligheid;
- zorgen voor een propere buurt;
- ontspanning, onderwijs
De verplichtingen die worden opgelegd
- elke gemeente moet een bibliotheek hebben;
, - elke gemeente kan een bouwvergunning afleveren;
- elke gemeente kan wegenwerken laten uitvoeren.
Instellingen gemeenten
Gemeenteraad (wetgevend orgaan):
De gemeenteraad wordt rechtstreeks door de bevolking verkozen. Hij staat in voor het bestuur van
de gemeente en kan niet ontbonden worden tijdens die tijd. (6 jaar).
College van burgemeester en schepenen (uitvoerend orgaan):
Het dagelijks bestuur van de gemeente wordt waargenomen door dit orgaan. De schepenen worden
gekozen door de gemeenteraad en krijgen één of meer speciale sectoren toegewezen (bv. schepen
van cultuur).
Het College van burgemeester en schepenen voert de beslissingen uit van de gemeenteraad. Zowel
de gemeenteraad als het College van burgemeester en schepenen wordt voorgezeten door de
burgemeester. De burgemeester wordt door de Vlaamse regering benoemd. De burgemeester is de
eerste burger van de gemeente en een vertegenwoordigende taak Hij is tevens hoofd van de
gemeentelijke politie. Andere belangrijke ambtenaren zijn de gemeentesecretaris = hoofd personeel ,
gemeenteontvanger= financiën en de politiecommissaris.
Sinds 2019 ook het OCMW. Het gemeentebestuur (enkele gemeenteraadsleden zijn voortaan ook
OCMW-raadslid) neemt alle bevoegdheden (financiële hulp , huisvesting …) over.
Provincies
1.5.2.1 Taken
Een provincie legt vooral de nadruk op het bestuur van een hele streek.
- de provincie steunt de bibliotheken van de gemeente;
- ze geeft premies om oude monumenten te restaureren;
- ze geeft milieuvergunningen aan bedrijven;
- toerisme
- ……
Instellingen provincie
Provincieraad (wetgevend orgaan):
Om de 6 jaar wordt deze raad rechtstreeks door de bevolking gekozen.
De bestendige deputatie (uitvoerend orgaan):
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vdn23. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.