Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
NOTITIES STATISTIEK VOOR BEDRIJFSKUNDE €8,39   Ajouter au panier

Notes de cours

NOTITIES STATISTIEK VOOR BEDRIJFSKUNDE

 47 vues  0 fois vendu

Het gaat om lesnotities van hetgeen wat de prof allemaal heeft verteld tijdens de colleges. De colleges werd opgenomen, dus ik heb letterlijk alles genoteerd wat er verteld werd.

Aperçu 4 sur 136  pages

  • 18 janvier 2023
  • 136
  • 2022/2023
  • Notes de cours
  • Inconnu
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
stormcuyt
Module 1 – Inleiding tot de statistiek
1.1 Inleiding
Om onszelf te begrijpen hebben we wetenschap nodig. Wetenschap gaat over het
verzamelen van data en het zoeken van verklaringen voor die data. We hebben
volgende onderzoeksmethoden:

Kwalitatieve onderzoeksmethoden Kwantitatieve onderzoeksmethoden

Wanneer de gegevens bestaan uit woorden of Wanneer data bestaan uit cijfers hebben we
tekst, dan hebben we kwalitatieve kwantitatieve onderzoeksmethoden nodig.
onderzoeksmethoden nodig om de woorden
en hun betekenis te analyseren. Het is een set van tools en technieken die
gebruikt wordt voor het beschrijven,
Veelvoorkomende kwalitatieve organiseren en interpreteren van informatie
verzamelingsmethoden zijn interviews en en gegevens.
focusgroepen.



We worden steeds overspoeld door cijfergegevens, en dan kan je twee dingen doen:
of je gelooft het, of je wilt er meer over weten en nagaan of het wel klopt.

Voorbeeld: In een boek over de ontwikkeling kan men lezen rond welke leeftijd een
baby normaal begint te kruipen. Als je kind op die dag nog niet kruipt gaan mensen al
snel denken dat hun kind een ontwikkelingsprobleem heeft. Veel mensen begrijpen
niet dat rond de gemiddelde variatie bestaat.

1.2 Het onderzoeksproces.
1.2.1 Genereer een onderzoeksprobleem (wat je doet)

Bij elk onderzoek start je met de formulering van een onderzoeksvraag. Op die vraag
wil je een antwoord weten. Belangrijk is dat de vraag ondubbelzinnig moet
geformuleerd worden. De onderzoeksvraag kan voortkomen uit iets dat je vaststelt,
doordat je de wereld observeert.

1.2.2 Observeer de wereld of lees (hoe je het doet)

Als je niets observeert kan je voorgaande literatuur lezen en een leemte ontdekken dat
verder onderzoek vereist.

1.2.3 Raadpleeg een theorie.

Theorie = een uitleg of set van principes die een breed fenomeen verklaart en die
goed onderbouwd is door herhaaldelijk te zijn getest.

Belangrijk: Theorieën zijn heel algemeen van toepassing op alle entiteiten of situaties.



1

,1.2.4 De populatie (waar je het op doet)

Populatie = een theoretische groep waarover je conclusies wilt trekken. (Vb. Bij
klanttevredenheid studies kan je populatie klanten zijn)

1.2.5 Genereer een hypothese.

Hypothese = vooropgestelde verklaring voor een vrij beperkt fenomeen of reeks
waarnemingen.

ð Verschillend met theorie: Zowel theorieën als hypotheses proberen de wereld
te verklaren. MAAR... een theorie verklaart een breed scala aan fenomenen en
werd reeds veelvuldig getest. Terwijl een hypothese een enger fenomeen
probeert te verklaren en nog niet getest is geweest.

1.2.6 Verzamelen data om hypothese te testen.
Dataset = verzameling van gegevens die op de ene of andere manier aan elkaar
gekoppeld zijn. Het gaat om data die men op één plek

Datasets kunnen worden beschreven met twee termen:

- Variabele = alles dat kan worden gemeten en dat kan verschillen (of veranderen
of variëren) tussen entiteiten of in de tijd (kolom in de dataset)

- Case = de gegevens uit één bron van één of meerdere variabelen (rij in de
dataset).




ALGEMEEN: een dataset is een spreadsheet met variabelen als kolommen en
cases/observaties als rijen. Elke variabele vertegenwoordigt een verzameling van één
type gegeven, terwijl een case alle gegevens over alle variabelen in de dataset uit één
enkele bron omvat.




2

,A. Soorten variabelen.

Variabelen kunnen verder verdeeld worden in twee termen:

Kwalitatief (categorisch) Kwantitatief (scale)

Is opgebouwd uit categorieën waarbij een entiteit Variabelen die een bepaalde numerieke
slechts in één van de categorieën kan worden weergave hebben en numerieke informatie
geplaatst. bevatten. (Vb. Lengte, gewicht en leeftijd)

Vb. Koe, kat en hond. Een dier is slechts één van Met kwantitatieve gegevens kan men
de drie en niet van elk een beetje. berekeningen doen. (Vb. We kunnen de leeftijd
van twee personen optellen)
Een speciale vorm is binaire of dichotome
variabel. Hierin heeft een categorische variabele
slechts twee verschillende categorieën. (Vb. Man
en vrouw, levend en dood, …)

Kwalitatieve gegevens zijn niet numeriek van
aard, maar kunnen als een getal worden
gecodeerd (Vb: mannen = 1 en vrouwen = 2)




B. Meetniveau ’s.

Meetniveau/meetschaal = relatie tussen wat wordt gemeten en de getallen die
vertegenwoordigen wat er wordt gemeten.

We hebben verschillende vormen van meetniveau ’s. Nominaal en ordinaal
behoren tot de categorische variabele en interval en ratio bij de scale variabele:




3

, Nominale (variabelen) Interval (variabelen)

Is de eenvoudigste meetschaal. (Vb. Geslacht, Intervalschalen hebben geen echt nulpunt,
kleur, chocoladesoort, …) waarden onder de nul zijn dus mogelijk. De
verhoudingen zijn zinloos.
Dit zijn labels zonder orde. We kunnen niet
zeggen dat de ene superieur is aan de andere. Vb. Kalenderjaren, temperatuur, … deze
meetschaal heeft geordende categorieën en
vereist dat de intervallen tussen de categorieën
gelijk zijn.

Ordinale (variabelen) Ratio (variabelen)

Vb: olympische medailles, rang en tevredenheid. Deze meetschaal heeft dezelfde vereisten als
Deze variabelen hebben een betekenisvolle interval, maar gaat nog een stap verder. Hier
volgorde. moeten ook de verhoudingen zinvol zijn.

De intervallen tussen de waarden in de schaal Om dit te laten kloppen, moet de schaal een
zijn mogelijk niet gelijk. echt en zinvol nulpunt hebben. Een nulpunt
waar er een volledige afwezigheid is van
Vb: er is een groot verschil tussen tevreden en hetgeen je aan het meten bent.
ontevreden, maar een klein verschil tussen
ontevreden en zeer ontevreden Voorbeelden: leeftijd, gewicht, lengte, behaalde
punten op het examen...

De intervallen zijn consistent: 100 kg => 150 kg
= 0 kg => 50 kg

Er is een betekenisvol nulpunt: 0 kg =
gewichtloos

Het hebben van een betekenisvol nulpunt
betekent dat verhoudingen/ratio’s worden
gehandhaafd.


C. Classificatie van de kwantitatieve variabele.

Kwantitatieve variabelen kunnen enerzijds discreet of continu zijn:

- Discrete variabelen = kunnen een eindig aantal verschillende gehele waarden
aannemen. Waarden voor deze variabelen worden meestal verkregen door te
tellen.

Voorbeeld: het aantal leerlingen in een klas kan 19 of 20 zijn, maar niet 19,80.
Opgelet: kwalitatieve variabelen zijn altijd discreet!

- Continue variabelen = hebben een oneindig aantal kommagetallen. Waarden
voor deze variabelen kunnen niet worden geteld.

Voorbeeld: leeftijd (2j, 6 maanden, 23 dagen, enzovoort) en temperatuur.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stormcuyt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,39
  • (0)
  Ajouter