Gezinspedagogiek diversiteit in gezinnen (FSWE2062A)
Resume
Samenvatting Hoorcolleges 2.6C Gezinspedagogiek diversiteit in gezinnen (FSWE2-062-A)
1 vue 0 fois vendu
Cours
Gezinspedagogiek diversiteit in gezinnen (FSWE2062A)
Établissement
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Een samenvatting van alle hoorcolleges van blok 2.6C Gezinspedagogiek diversiteit in gezinnen (FSWE2-062-A) voor het tentamen. De samenvatting is geschikt voor studenten Pedagogische Wetenschappen aan de Erasmus Universiteit.
Gezinspedagogiek diversiteit in gezinnen (FSWE2062A)
Tous les documents sur ce sujet (12)
Vendeur
S'abonner
riccigeenen
Avis reçus
Aperçu du contenu
2.6 Gezinspedagogiek
15-03-2022
Hoorcollege 1. Diversiteit in Gezinnen
Bronfenbrenner stelt in zijn ecologisch model dat er allerlei
systemen zijn die inwerken op de ontwikkeling van kinderen:
Microsysteem: de settings en directe omgeving
waarin kinderen opgroeien -> school, buurt, ouders;
Mesosysteem: de manier waarop de verschillende
microsystemen met elkaar in interactie zijn;
Exosysteem: zaken waar het kind geen invloed op
heeft, maar die wel van invloed zijn om zijn
ontwikkeling -> beroep ouders, SES, vrienden/familie;
Macrosysteem: de maatschappij en cultuur waarin een kind opgroeit -> juridisch,
cultureel en religieus beleid in een land.
De gezinspedagogiek legt de nadruk op de opvoeding van kinderen met een ‘normale’
ontwikkeling en de rol van de opvoedingsomgeving in die ontwikkeling. De gezinspedagogiek
heeft daarbij aandacht voor de bredere context en voor alle dimensies binnen de
samenleving waarin kinderen opgroeien.
Volgens Nakken richt de orthopedagogiek zich daarentegen op de beschrijving van
problemen bij het opvoeden, met het oog op onderkenning, behandeling en preventie.
-> De gezinspedagogiek en orthopedagogiek zitten samen in het continuüm van de normale
opvoeding (gezinspedagogiek) tot de problematische ontwikkeling (orthopedagogiek).
Het gezin is: “een leefverband waarin één of meer volwassenen de verantwoordelijkheid
dragen voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen”. Een huishouden is:
“alle groepen van twee of meer personen die in huiselijk verkeer met elkaar samenwonen,
ongeacht de aard van de onderlinge relatie tussen de samenwonende personen”. Het
verschil tussen een gezin en een huishouden zit hem dus in de aanwezigheid van één of
meer kinderen, waarover volwassenen de verantwoordelijkheid hebben.
Er zijn verschillende soorten gezinnen:
Traditioneel gezin: een vader, moeder en hun biologische kinderen;
Co-ouders (na scheiding): ouders wonen niet samen maar delen wel de zorg voor de
kinderen, die vaak afwisselend bij beide ouders wonen. In een nestgezin (birdnesting)
wonen de kinderen in één huis en wisselen de ouders elkaar af in dit huis;
Eénoudergezin: één volwassene met zijn/haar biologische kinderen;
Adoptiegezin: één of twee volwassenen met kinderen waar zij niet de biologische
ouders, maar wel de juridische ouders van zijn. Adoptiebrusjes hoeven geen
biologische band te hebben;
Generatiegezin: ouders leven in een groter familieverband met grootouders, ooms,
tantes en andere familieleden;
Pleeggezin: één of twee volwassenen zorgen voor de kinderen, zij zijn echter niet de
biologische ouders van de kinderen. Pleegzorg is tijdelijk en pleegouders zijn juridisch
niet de echte ouders. Pleegbrusjes hoeven geen biologische band te hebben;
Gezin met twee vaders/moeders: twee mannen of vrouwen die samenwonen met
biologische kinderen, geadopteerde kinderen of pleegkinderen;
1
, 2.6 Gezinspedagogiek
Nieuw samengesteld gezin: de ouder krijgt een nieuwe relatie en vormt samen met
de partner (en diens kinderen) een nieuw gezin. In een mikado gezin krijgt dit nieuwe
stel dan ook nog samen kinderen.
De complexiteit van gezinnen neemt steeds toe, omdat er steeds meer gezinsverbanden
ontstaan en worden geaccepteerd. Er zijn steeds minder traditionele gezinnen, terwijl er
steeds meer samenwonende stellen met kinderen of alleenstaande ouders zijn. Het
traditionele gezin staat nog steeds centraal omdat dit de norm is die na de WOII is ontstaan.
Het aantal geboortes buiten het huwelijk stijgt vanaf de jaren ‘80, daarnaast neemt het
aantal eenoudergezinnen ook toe. Dit is inmiddels bijna ¼ van het totaal aantal gezinnen.
Tot slot zijn moeders steeds ouder bij de geboorte van hun eerste kind.
Op basis van de cijfers kunnen drie conclusies worden getrokken:
- De houding van Nederlanders wordt steeds toleranter ten opzichte van de
verscheidenheid aan gezinsvormen;
- Het ‘traditionele gezin’ is nog steeds de meest voorkomende gezinsvorm;
- De diversiteit aan gezinsvormen blijft toenemen.
Nieuwe gezinsvormen kunnen op twee manieren ontstaan:
Gezinsvorming: bijvoorbeeld een adoptiegezin;
Gezinsontwikkeling: bijvoorbeeld een samengesteld gezin.
Veel studies tonen aan dat in allerlei verschillende samenwerkingsverbanden van een of
meer volwassenen met kinderen ‘goed kan worden opgevoed’. De intenties van de
volwassenen en de inhoud van de relaties binnen deze gezinnen zijn veel belangrijker dan de
structuur of samenstelling van het samenlevingsverband.
Tegelijkertijd zijn niet alle gezinsvormen vergelijkbaar en is opvoeden in verschillende
gezinsvormen niet altijd even makkelijk. De onderzoeksliteratuur laat echter zien dat men
niet mag uitgaan van de principiële schadelijkheid van een van de genoemde
gezinsstructuren. De gezinsvorm is dus niet belangrijk, het gaat om de opvoeding en de
onderliggende factoren -> deze bepalen hoe een kind zich ontwikkelt.
Deel 2 - Wat is recht?
Recht is het geheel aan regels, afspraken en normen -> op verschillende niveaus. Regels zijn
te vinden in rechtsbronnen, zoals bijvoorbeeld:
Wetten: ontstaan door een democratisch proces -> geldend recht;
Rechtspraak: uitspraken van rechters -> jurisprudentie;
Gewoonte: rechtsnorm;
Internationale verdragen: afspraken tussen landen.
Recht heeft vijf functies:
1. Inrichtingsfunctie: toedelen van bevoegdheden;
2. Regelingsfunctie: verdeling van goederen;
3. Ordeningsfunctie: voorkomen van conflicten;
4. Reactiefunctie: oplossen van conflicten;
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur riccigeenen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.