Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Pincode Katern 4 Ruilen over tijd en Katern 5 Samenwerken en risico's €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Pincode Katern 4 Ruilen over tijd en Katern 5 Samenwerken en risico's

1 vérifier
 28 vues  3 fois vendu
  • Cours
  • Type

Samenvatting van economie met begrippenlijst en gemarkeerde begrippen in de tekst. Daarnaast zijn er plaatjes in de samenvatting voor verduidelijking.

Aperçu 3 sur 18  pages

  • 16 janvier 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 5

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: faevdt • 7 mois de cela

avatar-seller
Economie SE 2 samenvatting
Katern 4 en 5

Katern 4 Ruilen over tijd
Hoofdstuk 1 Tuilen over de tijd
Paragraaf 1 Wanneer heb je geld nodig?
Je financiële middelen en behoeften veranderen mee met je levensloop. Je hebt als kind zakgeld en
gaat daarmee bijvoorbeeld een step kopen, terwijl als je later een baan hebt met je loon een groter
huis wil gaan kopen.

De financiële situatie kan je op twee manieren beschrijven:
 De financiële stand van zaken op een bepaald moment.
Voorraadgrootheid
 De financiële stand van zaken in een bepaalde periode.
Stroomgrootheid
Inkomen is een belangrijke stroomgrootheid in een gezinshuishouden. Primair inkomen is de
beloning voor het beschikbaar stellen van arbeid, kapitaal, natuur of ondernemerschap.

Soms kom je in de schulden door bijvoorbeeld een studielening die je nog moet aflossen. Dit is
eigenlijk een investering in jezelf dus je kan door deze investering later meer geld verdienen dan als
je niet was gaan studeren. Je vergroot met de studie namelijk je menselijk kapitaal. Je vergroot dus
uiteindelijk je verdiencapaciteit.

Als je geld spaart stel je je consumptie uit. Als je geld leent haal je je consumptie naar voren. Dit heet
ruilen over tijd. Hierdoor heb je intertemporele ruil.
De prijs voor ruilen over tijd is rente. Je krijgt als je je geld op de bank zet rente en als je een lening
hebt afgesloten moet je rente over het bedrag betalen.

Paragraaf 2 Sparen of lenen?
Als je spaart kun je het geld in een spaarpot stoppen, maar je kunt ook het naar de bank brengen. Je
krijgt dan rente over je geldbedrag. Je hebt dan een deel van je inkomen niet beschikbaar bij het
consumeren.

Er zijn 3 spaarmotieven:
 Het zekerheidsmotief is sparen uit voorzorg. Je weet dan dat je in tijden van bijvoorbeeld
minder inkomen of onverwachte uitgaven geld hebt.
 Bij het doelmotief spaar je voor een doel, bijvoorbeeld een vakantie, een huis of een auto.
 Hij het vermogensmotief wil je je vermogen verhogen door het ontvangen van rente. Bij een
lage rentestand is dit lastiger te realiseren.

Als je leent haal je je consumptie naar voren, omdat je niet kan wachten totdat je het geld wel bij
elkaar hebt. Je moet dan rente betalen over het geleende bedrag.

Er zijn 3 leenmotieven:
 Je kunt geld lenen om een tegenslag op te vangen.
 Je kunt geld lenen voor de aanschaf van (duurdere) consumpties.
 Je kunt lenen om een tijdelijk tekort op te vangen.

Er zijn verschillende soorten leningen dit zijn de twee die het meest voorkomen:
 Het consumptief krediet

, Lening die bedoeld is voor de aanschaf van consumptiegoederen. Denk hierbij aan een
creditcard, rood staan of een persoonlijke lening.
 De hypothecaire geldlening of hypotheek
Lening die onroerend goed als onderpand heeft. Als je de rente niet meer betalen dan mag
de bank jouw huis verkopen om zo toch nog zijn geld terug te krijgen.

Bij ruilen over tijd heb je te maken met keuze tussen consumptie nu en later.
Je hebt dan twee vormen van prijzen van tijd:
 Algemene prijs van tijd:
Rente die je moet betalen over de lening
 Individuele prijs van tijd
De prijs die jezelf bereid bent om te betalen

Als jij je geld uitleent loop je het risico dat je terug krijgt of dat je geld door inflatie minder waard is
geworden. Hoe langer het geld wordt uitgeleend hoe hoger de rente is, omdat je bij een lange rente
meer risico loopt.

De keuze tussen lenen en sparen is ook afhankelijk van de economische welvaart van een land. Als
het goed gaat in een land is er weinig werkloosheid en verdienen de arbeiders goed. Het
consumentenvertrouwen neemt dan toe. Consumenten zullen in zo’n tijd eerder grotere aankopen
doen dan bij een tijd waar het slecht gaat met het land.

Paragraaf 3 De invloed van inflatie
Je hebt twee vormen van rente:
 Nominale rente
Rente die je krijgt voor spaargeld op de bank
 Reële rente
Rente waarbij je rekening houdt met de inflatie

Je berekent de Reële rente met deze formule:




Je gebruikt in dit geval dus RIC = NIC / PIC
Je berekent dit allemaal in indexcijfers

Door de inflatie is de reële rente lager dan de nominale rente. De koopkracht van de spaargeld
neemt dan af, omdat het enige waardoor jou koopkracht groeit de rent die je ontvangt van de bank
is.
Als er een algemene daling van de prijzen van goederen en diensten in een periode voorkomt noem
je dat deflatie.

, Als je een huis huurt moet je maandelijks huur betalen, maar heb je geen omkijken meer naar het
onderhoudt van de woning. Als je een huis koopt heb je eenmalig een grote uitgave, maar wel veel
andere kosten voor het huis, zoals makelaarskosten en een hypotheek.
Maar hoe kies je nou of je wil kopen of huren. Dit doe je aan de van de plus en min punten:

Kopen:
 Je hebt meer keuze uit verschillende soorten huizen
 De hypotheek kan je meestal van je inkomstenbelasting aftrekken
 Het huis is van jou
 Je kunt je huis verbouwen zoals jij wil en je huis kan daardoor meer waard worden
 Je maandlasten blijven gelijk als je voor een vaste rente kies
- Kosten van reparatie en onderhoud zijn voor je eigen rekening
- Je moet extra belasting en heffing betalen
- Je huis kan minder waard worden, waardoor je de restwaarde als schuld overhoudt als je wil
verhuizen

Huren
 Huren is flexibel, je kunt je huur op korte termijn opzeggen
 Kosten van groot onderhoudt zijn voor de eigenaar
 Je bent niet verplicht om een opstalverzekering af te sluiten. De verhuurder is daar
verantwoordelijk voor.
 Je kunt misschien een huurtoeslag krijgen.
- Je bent afhankelijk van het woningaanbod van verhuurders. Daardoor heb je vaak minder
keus
- De huur kan elk jaar stijgen
- Je vermogen stijgt niet bij stijging van de woning prijs
- Als je verbouwd en je huis wordt meer waard is dit een voordeel voor de verhuurder.

De meeste eigenaren sluiten een hypothecaire geldlening af voor de aankoop van hun woning, met
de woning als onderpand. De eigenaar is de hypotheekgever en de bank waarvan je het geld leent is
de hypotheeknemer.
De eigenaar van het huis betaald rente over het geleende bedrag, dit zijn rentelasten. Daarnaast
moet de lening worden terugbetaald, dit noem je de aflossingsplicht.
Je hebt twee vormen van aflossen:
 Lineaire lening:
Geleidelijke aflossing
 Annuïteiten lening:
Aflossing blijft gelijke en de rente wordt steeds minder.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cghijsen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  3x  vendu
  • (1)
  Ajouter