• Perifeer auditief systeem
o Uitwendig oor: gehoorgang
o Middenoor: trommelvlies
hamer
aambeeld
stijgbeugel
buis v Eustachius
o Binnenoor: slakkenhuis
voorhof met half cirkelvormige kleppen
gehoorzenuw
• Centraal auditief systeem
o Signaal gaat door verschillende kernen naar auditieve cortex
o Oor = geeft geluid door
o Auditieve cortex (in hersenen) zorgt voor gehoor
Fysiologie vh oor
• Geluid ondergaat verschillende gedaanteveranderingen
• Akoestische energie ➔ lucht
• Mechanische energie
• Hydraulische energie ➔ vocht beweegt
• Chemische energie ➔ neurotransmitter vrijgesteld
• Elektrische energie ➔ actiepotentiaal
Functie vh oor
• Gehoor
o Alarmfunctie
o Spraakverstaan
o Communicatie
o Onderwijs
• Evenwicht
o Balans
o Rechtop lopen
o Stabiele blik
• Bewustwording vh belang v dit orgaan treedt vaak pas op bij problemen!
HOOFDSTUK 1: GELUID
Fysische kenmerken v geluid
• Geluid = vorm v energie die zich voortplant in bepaald medium
→ medium BV lucht, water
, • Gevolg:
o Elastische vervorming vh propagatiemedium
o Vibraties
→ partikels in propagatiemedium die heen en weer bewegen tov middelpunt
• Lucht = opeenvolging v condensaties en rarefacties
o Condensatie = stijging luchtdruk
→ partikels dicht bij elkaar
o Rarefactie = daling luchtdruk
→ partikels verder v elkaar
• Partikels schuiven NIET op, geluid wel
→ bolletjes = partikels
• Geluidsgolf
o Condensatie: amplitude stijgt
o Rarefactie: amplitude daalt
o Voortplantingsrichting
▪ Transversaal: vibratierichting loodrecht op voorplantingsrichting golf
▪ Longitudinaal: vibratierichting = voorplantingsrichting golf
o Snelheid afh v medium
▪ Vlucht = 343 m/s
o Golflengte of cyclus λ = v/f
▪ = afstand v ene piek (condensatie) naar volgende piek
o Frequentie f = 1/T (Hertz)
▪ = # cycli per seconde
o Periode T
▪ = tijd nodig voor 1 cyclus
o Amplitude = hoe groot is piek/condensatie/rarefactie
o Fase = startpunt op y-as
Akoestische kenmerken v geluid
• Geluidsamplitude
o Hvlheid geluid
o Kan op verschillende manieren worden uitgedrukt
, ▪ Als geluidsvermogen (Watt)
→ totale hvlheid energie die per tijdseenheid door geluidsbron wordt overgedragen aan
omgeving
▪ Als intensiteit (Watt/m2)
→ hvlheid energie die per tijdseenheid door oppervlak passeert dat loodrecht staat op
voortplantingsrichting
→ absolute gehoordrempel = 10-12 Watt/m2 (vallen ve naald)
→ pijngrens = 101 Watt/m2 (trommelvlies scheurt, bloed uit oor, gehoorbeentjes kapot)
▪ Als geluidsdruk (Pascal)
→ drukvariatie in lucht die samenhangt met hoorbaar of onhoorbaar geluid
→ absolute gehoordrempel = 2 x 10-5 Pascal
→ pijngrens = 102 Pascal
• Decibel
o Relatieve meeteenheid = Ratio
→ we zien amplitude tov ratio
o 1/10 ve Bel
o Decibel = logaritme (nonlineair)
o ‘decibel’ impliceert geen vaste dimensie gezien de referentie op basis waarvan de meting
gebeurde elke waarde kan zijn
➔ steeds referentie vermelden!!!!
▪ IL = intensity level
→ geluidsintensiteitsniveau
→ = 10 log (I0/Iref)
→ met Iref = 10-12 Watt/m2
→ absolute gehoordrempel = 0 dB IL
→ pijngrens = 130 dB IL
▪ SPL = sound pressure level
→ geluidsdrukniveau
→ = 20 log (p0/pref)
→ met pref = 20 µPa = 2 x 10-5 Pa
▪ HL = hearing level
→ audiometrisch geluidsniveau ve zuivere toon
→ belangrijkste voor audioloog!
→ audiogram: hoordrempel = 0 dB HL
▪ SL = sensation level
→ # decibels ve geluid boven de auditieve drempel v individu
→ sterkte v geluid tov gehoordrempel ve persoon voor dat geluid
geluidssterkte: 80 dB HL
gehoordrempel: 15 dB HL
intensiteit voor deze persoon: 80 - 15 = 65 dB SL → klinkt 65 dB SL luid
o Relatie druk - intensiteit
▪ I = p2
▪ dB IL → dB SPL
= 10 log (I0/Iref) = 10 log (p02/pref2) = 20 log (p0/pref)
• frequentie
o menselijk oor gevoelig voor geluiden tss 20 Hz en 20 000 Hz
→ 20 Hz = golflengte 20 keer afgelegd per seconde
o audiometrie: 250 - 8000 Hz ➔ spraak!
• Geprogrammeerde instructie om te leren werken met decibels (16-31, termen!!)
Psychoakoestische kenmerken v geluid
• Luidheid
o Subjectieve sensatie vd intensiteit
, o Afh vd intensiteit en fequentie v geluid
o
o Eenheden: foon & soon
o Foon: relatie luidheid en frequentie
▪ Voorstelling: gelijke luidheidscurve = Fletcher-Munson curve
→ vlakker bij hele luide geluiden
isofonen: lijnen v gelijke luidheid (subjectief)
▪ Hoe lager de tonen/freq, hoe luider volume gezet moet worden zodat het
even luid zou klinken als referentietoon
▪ Meeste spraakklanken tss 2000-4000 Hz
→ onze oren zijn ‘getraind’ om deze te detecteren
▪ Frequentiespecifieke gevoeligheid!
o Soon: relatie luidheid en intensiteit
▪ Voorstelling: soonschaal: drukt luidheid uit als ratio’s → GEEN kommagetal
1 soon = 40 foon = 40 dB SPL op 1000 Hz
stijging v 10 dB SPL op 1000 Hz (10 foon) = verdubbeling v luidheid
▪ 80 dB SPL is NIET dubbel zo luid als 40 dB SPL
50 dB SPL is dubbel zo luid als 40 dB SPL
30 dB SPL is half zo luid als 40 dB SPL
o Gehoorspan = gebied v hoorbare geluiden
▪ In grafiek
▪ Sterkte als functie v frequentie v zuivere toon uitgezet
▪ Verschilt enorm bij verschillende mensen
o Gehoordrempel = minimum waarneembare intensiteitsniveau ve zuivere toon dat
gedetecteerd kan worden op elke frequentie over volledige bereik vh gehoor
▪ MAP = minimum audible pressure
→ met koptelefoon elk oor apart testen
→ gehoordrempel hoger/slechter
▪ MAF = minimum audible field
→ in vrije veld
→ mensen kunnen sneller geluid detecteren
→ binauraal horen: 2 oren tegelijkertijd gebruiken ➔ geluid 30 dB SPL luider
→ oorschelp gebruiken: vangt geluid op vanuit omgeving (filter) + versterking v
geluid (resonantie)
o Pijngrens = indien geluid te hard is wordt het niet meer als geluid waargenomen, maar als
pijn ervaren
→ deze pijndrempel ligt bij normaalhorenden rond 140 dB IL
o Oncomfortabel geluidsniveau = geluidsniveau waarop geluid als onaangenaam ervaren wordt
→ ‘loudness discomfort level’ LDL
→ dit niveau heeft waarde v ongeveer 120 dB IL (v korte duur)
o Recruitment = abnormale snelle luidheidsaangroei in vergelijking met opdrijven v intensiteit
v stimulus
• Pitch
o Pitch = toonhoogte = frequentie
o Subjectieve impressie v ‘hoge’ en ‘lage’ geluiden
o Eenheid v pitch of toonhoogte: Mel (relatie toonhoogte - frequentie)
→ weergegeven op Melschaal
o Bij bepalen vd toonhoogte speelt de intensiteit ook een rol
o Melschaal
▪ Referentie: 40 dB SPL op 1000 Hz (40 foon) = 1000 Mels
▪ Frequenties die overeenkomen met verdubbeling/halvering vd pitch kunnen
worden opgespoord
▪ Niet-lineair verband tss pitch en frequentie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur camilledecoster. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.