samenvatting van een geschiedenis docent over hoe je precies moet antwoorden op de toets, hoe je weet wat een betrouwbare bron is en hoe je je antwoorden moet koppelen aan de bronnen.
In de geschiedenisles kom je twee soorten begrippen tegen.
De eerste soort is het “historische begrip”. Deze staan in de begrippenlijst van je boek.
Historische begrippen hebben een vaste betekenis. Om iets van het verleden te snappen, moet
je weten wat ze betekenen. Het is dus nodig dat je deze begrippen kent.
De tweede soort worden “structuurbegrippen” genoemd. Dit zijn begrippen waarmee je iets
moet doen. Immers gereedschap moet je gebruiken om iets te maken.
Het is belangrijk om veel te oefenen met structuurbegrippen als “oorzaak- gevolg” en het
zoeken naar de “aanleiding” van een bepaalde gebeurtenis.
Met deze structuurbegrippen ga je het vak geschiedenis uitdiepen om zo meer van het
verleden te snappen. Geschiedenis is op deze manier niet alleen een vak waar je alleen maar
begrippen uit je hoofd hoeft te leren. Het is veel meer een doe- vak waar je ook veel kennis
voor nodig hebt.
We kennen 7 “structuurbegrippen”:
Feit en mening
Oorzaak, gevolgen, motieven
Continuïteit en discontinuïteit
Bron en vragenstellen aan een bron
Standplaatsgebondenheid
Interpretatie en beeldvorming
Politiek, waarbij je kijkt naar hoe het bestuur in een land geregeld is.
Stappenplan, wat is dat? En wat moet je ermee doen?
Om het omgaan met gereedschapbegrippen beter te leren, is het handig om dit stapsgewijs te
doen. Daarvoor is een stappenplan bedacht.
Het is een manier om een oplossing te vinden bij opdrachten in je werkboek en tijdens
toetsen, waarin structuurbegrippen voorkomen.
Stappenplan voor het analyseren van vragen:
Dit stappenplan is bedoeld om de vraag zelf beter te begrijpen. Hoe moet je te werk gaan?
1. Lees de vraag aandachtig door. Zoek de woorden op die je niet begrijpt.
2. Welke “kernwoorden” staan in de vraag? Dit kunnen historische begrippen, namen of
jaartallen zijn, maar ook woorden die de richting aangeven waarin je moet denken.
3. Welke informatie staat er al in de vraag?
4. Welke kenmerken aspect(en) zit(ten) in de vraag verborgen of staan er letterlijk in?
5. Welk(e) structuurbegrip(pen) hoort/horen bij de vraag?
6. Wat moet je nu beantwoorden? Het kan zijn dat er in 1 opgave, meerde vragen
voorkomen.
7. Lees de vraag opnieuw. Hoe moet je je antwoord formuleren?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anne-sophienijp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.