LEERDOELEN MENS EN LEREN ADHV STUDIEWIJZER
DE DIAGNOSTISCHE CYCLUS ZOALS TOEGEPAST IN HET SCHOOL - EN PEDAGOGISCH
PSYCHOLOGISCH WERKVELDVELD (HANDELINGSGERICHTE DIAGNOSTIEK) IN EIGEN WOORDEN
UITLEGGEN (I)
A. intakefase: informatieverzamelen die nodig gaat zijn in de toekomst, client leren kennen, de
hulpvraag van de client.
B. Strategiefase: samenvatting van beschikbare en relevante informatie. Wat weten we al wat zouden
we graag weten? Welke beslissing moet er genomen worden?
C. Onderzoeksfase: wat zijn de antwoorden op de onderzoeksvragen, is deze betrouwbaar en valide?
D. Integratie en aanbevelingsfase: reflecteren op onderzoeksgegevens? Wat zijn de conclusies?
E. Adviesfase: diagnostische gegevens worden besproken, per vraag is er een duidelijk antwoord
F. Tot slot evalueren
IN EEN CASUS MOTIVEREN WELK OPVOEDI NGSMODEL VAN TOEPASSING IS OP DE GEGEVEN
CASUSSEN BEKIJKEN!
soorten modellen:
1. Transactioneel opvoedingsmodel
2. Balansmodel (Bakker)
3. Bi-directionele opvoedingsmodel (Belsky)
4. Coërcief model (Patterson)
5. Nieuwe autoriteit
DE EFFECTEN VAN HEDENDAAGSE TENDENSEN IN DE MAATSCHAPPIJ (MEDIAGEBRUIK, NIEUW
SAMENGESTELD GEZIN, ÉÉNOUDERGEZIN...) EN VAN CULTUUR OP OPVOEDING IN EIGEN
WOORDEN BESCHRIJVEN (WORDT GEVRAAGD IN EEN CASUS!) → VOORBEELDEN HIERONDER
A. mediagebruik en games
• kinderen studeren minder goed, effecten op schoolprestaties, hogere kans op angst en depressie.
(negatief)
• positief: meer prosociaal gedrag door mediagebruik, sociale vaardigheden en taalontwikkelingen
• belangrijk!! BABO= kaartjes met prenten op van moeilijke situaties die gebruikt worden bij
kinderen om ze over moeilijke onderwerpen te laten praten (geweld thuis)
B. Nieuw samengestelde gezinnen
• risico en beschermende factoren en individuele kwetsbaarheden.
C. Eenoudergezinnen
• risicofactoren; financiele problemen. Welbevinden afhankelijk van een goeie band met beide
ouders, betrokkenheid van de ouders en geen ruzie aanwezig tussen de ouders….
• Vergeet deel van pleeg en adoptieouders nie te bekijken!
D. Armoede:
• Uitsluiting
• Huiselijk geweld
• Breinontwikkeling/toxische stress
• Executieve functies
• Onderbenutting van middelen
, • Pedagogisch perspectief: sociaal probleem of opvoedingsprobleem
• En misschien ook bekijken welke soorten armoede er zijn.
D.1. Mogelijke hulpmiddelen voor armoede
• Stress sensitieve hulpverlening (gelijkwaardige relatie met die persoon) (bijvoorbeeld het kind en
ouders niet onderdanig laten voelen).
• Instrumenten langetermijn doelen
• Experimenten met beloning (bijvoorbeeld het kind een stempel geven als die nie spijbelt).
E. Radicalisering (ik denk dat je dit meer moet herkennen in een casus en dan hulpmiddelen moet
voorschrijven idkkkk)
• Opsluiting niet werkt, maar in vlaanderen en belgie is er weinig alternatief om het kind te helpen.
• Eventueel met het kind praten en NIET straffen
• Met kind de situatie bespreken.
F. Effecten van Pleeg- en adoptiegezinnen op kind
• Pleeggezinnen: veel overplaatsingen, hoe hoger leeftijd van het kind hoe moeilijker, het kind toont
meestal probleem gedrag. (bekijk soorten pleegzorg
• Adoptiegezinnen: vaker probleemgedrag, trauma, rouw, hechting.
• Kind gaat in adolescentie vaak opzoek naar roots.
VERSCHILLENDE CLASSIFICATIESYSTEMEN (BV. DSM, ICF...) TOEPASSEN OP EEN CASUS
1. APA-DSM: DSM geeft geen verklaringen enkel opsommingen van bepaalde stoornissen (DSM-
diagnostic and statistica manual of mental disorders).
2. WHO - ICD: (ICD- i International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems)
- opsomming van heel aantal stoornissen (wat is een ziekte bv. de maselen of autisme)
3. WHO - ICF: de internationale classificatie van functionering - “” children&youngsters.
- Dit model kan je linken aan het bio psychosociaal model
- Activiteiten – beperkingen
- Anatomische eigenschappen - Functies
- Participatie - partificatieproblemen
- En hoe deze punten invloed hebben op de gezondheidstoestand van de persoon
IN EEN CASUS ROND EEN OPVOEDINGSVRAAG VANUIT DE VERSCHILLENDE
OPVOEDINGSMETHODIEKEN (I.E., VISIES OP PROBLEEMOPLOSSING EN OMGAAN MET CONFLICT,
BV. NIEUWE AUTORITEIT, TRIPLE P, (PATTERSON…)ADVIEZEN FORMULEREN
ZIE CASUSSEN EN PROBEER TOE TE PASSEN
1. Gordon (Gordonmethode: communicatie ouder-kind)
2. Triple P (positive parenting program)
3. Stop 4-7 (samen sterker terug op pad)
4. Patterson (coercief model)
,IN EEN CASUS VOOR HET OPVOEDINGS -/ LEERPROBLEEM (POS, KIND MET BEPERKING, KOPP,
HOOGBEGAAFDHEID...) EEN ADVIES FORMULEREN (II)
1. KOPP (advies)
Ondersteuning door de andere ouder
• Vaardigheden van het kind
• Heldere kijk van het kind op zichzelf en de ouderlijke problematiek
• Goede ouder-kind interactie
• Sociale steun in de omgeving
Vier sleutels: PREVENTIE!!!!
1. Geef je kind gepaste informatie over je psychische problemen
2. Geef je kind de ruimte om eigen gevoelens te uiten
3. Geef je kind de steun van een volwassen vertrouwenspersoon uit de directe omgeving van je kind
4. Geef je kind voldoende kansen om kind te kunnen zijn
2. VOS/POSS: (advies)
Verontrustende opvoedingssituatie indien ontwikkelingskansen van minderjarige bedreigd zijn
• Provisierechten
• Protectierechten
• Participatierechten
Indien nodig gemandateerde voorzieningen contacteren: rechtsteekse hulpvoorzieningen (VK, OCJ, SDJ)
3. Kind met beperking (advies- idk in de samenvatting is er geen specifieke advies, dus gwn logisch
nadenken)
4. Hoogbegaafdheid (ook logisch)
DE KENMERKEN VAN EN INTERNATIONALE INVLOEDEN OP HET ONDERWIJS IN VLAANDEREN
VROEGER EN NU IN EIGEN WOORDEN UITLEGGEN
- 19 mei 1914: leerplicht 6 tot 14 jaar
- Wet 29 juni 1983: uitbreiding tot 18 jaar
- GEEN schoolplicht maar deeltijdse LEERPLICHT
- PISA: doet onderzoek op onderwijs en geven erna feedback
- Het Europees kwalificatiekader, zij bepalen of je diploma wordt erkent in een ander land.
, DE VERSCHILLENDE ASPECTEN VAN DE INTERACTIE TUSSEN OPVOEDER, KIND EN OMGEVING
(OPVOEDEN, OPVOEDINGSSYSTEEM, OUDERLIJKE TAKEN...) IN EIGEN WOORDEN UITLEGGEN.
A. Vijf ouderlijke taken
1. Aangaan ouder-kindrelatie
2. Opvoedingsstijl
3. Vorm geven van opvoedingsprogramma
4. Vorming van opvoedingscontext
5. Bewaken kwaliteit opvoederschap
B. Het opvoedingssysteem (de vier belangrijkste opvoedingssystemen)
a. Het kind
b. De ouder / opvoeder
c. Het opvoedingsprogramma
d. De opvoedingscontext
C. Definitie van opvoeden
➔ doelbewust handelen gekenmerkt door interacties door opvoeder en kind, een vorm van helpen en
samen zijn om het kind te stimuleren in zijn ontwikkeling.
HET DECREET INTEGRALE JEUGDHULP (RECHTSTREEKS EN NIET -RECHTSTREEKS TOEGANKELIJK)
EN/OF HET M-DECREET (ZORGCONTINU ÜM) TOEPASSEN OP EEN CASUS.
- M- decreet werkcollege 19, gaat over die fases
- Werkcollege 22 en 23, bekijk de casussen en oefeningen iddkkkkkkkkkkkkkkkkk ik wil slapen
lalalalaalal
6 BELANGRIJKE DOELSTELLINGEN (VAN IJH )
1. VERMAATSCHAPPELIJKING VAN DE J EUGDHULP = mogelijkheid en kennis van ijh of njh
2. TIJDIG TOEGANG TOT JEUGDHULP : hoe snel kunnen we deze jongere helpen en doorverwijzen?
(Welke hulp heb je nodig? Hoe snel kunnen we helpen voor het escaleert?)
3. HULP CONTINUÏTEIT WAARBO RGEN: je blijft hulp krijgen tot het probleem een beetje opgelost is
of dat gevoel krijgen
4. VERONTRUSTING: over wat gaat het en hoe gaan we dat aanpakken? (Mishandeling? Misbruik?
Lossen we dit zelf op of interventie?°
5. CRISISJEUGDHULP: zo snel mogelijk ingrijpen (de dag zelf proberen)
6. MAXIMALE PARTICIPATIE: de jongeremoeten volledig geïnformeerd zijn en op de hoogte te zijn
van de stand va zaken en situatie!