Hoofdstuk 1: Wie is onderworpen aan de
vennootschapsbelasting
Inkomstenbelasting
Er zijn vier verschillende vormen van inkomstenbelastingen:
Een belasting op het totale inkomen van inwoners van België =
personenbelasting (PB)
Een belasting op het totale inkomen van binnenlandse
vennootschappen = vennootschapsbelasting (VenB)
Een belasting op inkomsten van niet-inwoners = belasting van niet-
inwoners (BNI)
Een belasting op inkomsten van andere Belgische rechtspersonen
dan vennootschappen = rechtspersonenbelasting (RPB)
Onderworpen aan de vennootschapsbelasting (3 voorwaarden)
Alle vennootschappen, verenigingen, inrichtingen of instellingen die:
1. Rechtspersoonlijkheid bezitten volgens Belgisch of buitenlands
recht
indien niet: Personenbelasting (PB)
2. Fiscale woonplaats in België hebben = plaats waar het werkelijke
bestuur van de vennootschap gelegen is
indien niet: Belasting van niet-inwoners (BNI)
3. Exploitatie van een onderneming of verrichtingen van
winstgevende aard (herhaaldelijk karakter, verhouding belangeloze/
winstgevende activiteit, nijverheids- of handelsmethodes)
indien niet: Rechtspersonenbelasting (RPB)
Voorbeeld
WEL: Een vzw (van de ltaliaanse gemeenschap in Limburg) exploiteert
een cafetaria, die bestendig voor het publiek toegankelijk is, ook als er
geen activiteiten plaatsvinden. Wanneer blijkt dat de inkomsten uit de
cafetaria (2 500 000 BEF) in belangijke mate de opbrengsten uit de
onbaatzuchtige activiteit (300 000 BEF)overtreffen, is de vzw aan de
VEN.B. onderwopen (Antwerpen, 9.6.1998)
NIET: Een vrzw die aanleunt bij de mutualiteit exploiteert een vakantiedorp
aan zee, waar de leden hun vakantie tegen sociale tarieven kunnen
doorbrengen (gesubsidieerd door de overheid) . Geen VEN.B.van
toepassing omdat de vzw niet volgens nijverheids-of handelsmethoden
tewerk gaat en er dus geen sprake is van een daadwerkelijke exploitatie
(Antwerpen, 27 .09.2011).
,Kleine VN: Personeelbestand moet 50, jaaromzet, exclusief de belasting
over de toegevoegde waarde: 9.000.000 EUR en balanstotaal 4.500.000
euro zijn.
Hoofdstuk 2: Krachtlijnen van de
vennootschapsbelasting
2.1. Vaststelling van de belastbare basis
2.1.1. Belastbare basis
“Onder voorbehoud van de in deze titel omschreven afwijkingen zijn, wat
hun aard betreft, de inkomsten die onderworpen zijn aan de
vennootschapsbelasting of daarvan vrijgesteld zijn, dezelfde als die welke
inzake personenbelasting worden beoogd; het bedrag ervan wordt
vastgesteld volgens de regels die van toepassing zijn op winst.”
- De inkomsten van OG
- De inkomsten RG
- De beroepsinkomsten
- De diverse inkomsten
Het boekhoudkundig resultaat is de basis voor de bepaling van de fiscale
winst
• Boekhoudrecht versus fiscaal recht:
– verschillende taal
– verschillende visie
tenzij fiscaal recht in afwijkingen voorziet primeert het
boekhoudrecht op het fiscaal recht
• Gevolg: fiscale winst zal nooit gelijk zijn aan de boekwinst
2.1.2 Indeling belastbare winst volgens bestemming
1. Aangroei van de reserves
a. Je winst reserveren, correcties bv waarborg, niet uitgekeerde
boekwinst
2. Verworpen uitgaven
a. Kosten die afgetrokken zijn, die fiscaal gedeeltelijk of niet
aftrekbaar zijn
3. Dividenden
a. Dividenden vertegenwoordigen het belastbare gedeelte van
de uitgekeerde winst
2.1.3. Vrijstelbare winst
Sommige bestanddelen van de winst hoeven niet belast te worden bv.
Gerealiseerde meerwaarde op aandelen.
2.1.4. Belastbaar inkomen van de venootschap
In principe belastbare winst (1ste bewerking) = Hoofdstuk 7
2.2. Algemene aanduiding van de tarieven
Tarieven:
Vanaf aj 2021 (boekjaren
vanaf 1/1/2020)
Basistarief 25%
Verlaagd tarief voor KMO’s (voor
deel belastbare grondslag ≤ 20%
100.000 euro EN mits voorwaarden)
2.3. Aanslagjaar en belastbaar tijdperk
Toepassing:
• Boekjaar eindigt op 31/12/N (boekjaar = kalenderjaar)
Aanslagjaar N+1
Vb: boekjaar 1/1/2022 - 31/12/2022 aj 2023
• Boekjaar eindigt niet op 31/12/N
Aanslagjaar N (kalenderjaar waarin boekjaar eindigt)
Vb: boekjaar 1/7/2021 - 30/6/2022 aj 2022
boekjaar 1/9/2022 - 31/8/2023 aj 2023
2.4. De aangifte
• Verplichte elektronische aangifte (via Biztax)
• Ook begeleidende opgaven invullen
• Termijn van aangifte = laatste dag van de 7de maand volgend op de
afsluiting van het boekjaar lijst wordt jaarlijks opgesteld door de
FOD Financiën (aangiftetermijnen aj 2022)
2.5. Ruling of voorafgaand akkoord
• Mogelijkheid om voorafgaande akkoorden te maken met de fiscus
• In bepaalde gevallen zijn rulings niet mogelijk
Machine afschrijving bv 10 jaar, je kan het regelen met de fiscus om
het 5j te doen dat betekent ruling
, Hoofdstuk 3: De KMO-vennootschap
3.1. Toepassingsdomein
Belangrijk voor gunstmaatregelen:
• Verlaagd tarief eerste schijf 100 000 euro
• Bijkomende kosten mogen in één keer afgeschreven worden
• Verhoogd tarief aftrek voor risicokapitaal
• Gewone investeringsaftrek
• Investeringsaftrek voor beveiliging en digitale activa
• Geen supplement m.b.t. voorafbetalingen tijdens de opstartfase
• Mogelijkheid RV van 15% op uitgekeerde dividenden
• Overgangsmaatregelen inzake liquidatieboni
• Liquidatiereserve
• Geen onderzoekscentrum voor octrooiaftrek
• Hogere vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing
• Geen beperking aftrek overgedragen verliezen tijdens eerste 4
boekjaren
• Geen minimumbezoldiging vereist voor verminderd tarief tijdens
eerste 4 boekjaren
3.2. Criteria
De vennootschap moet zich kwalificeren op basis van art 1:24
Kleine vennootschappen zijn deze die op balansdatum van het
LAATSTE boekjaar niet meer dan 1 criterium overschrijden:
– Jaargemiddelde personeelsbestand ≤ 50
– Jaaromzet (excl BTW) ≤ 9 000 000
– Balanstotaal ≤ 4 500 000
!!! Overschrijding heeft slechts gevolgen wanneer dit zich
gedurende TWEE OPEENVOLGENDE boekjaren voordoet
à Wijziging naar groot/klein gaat in vanaf het boekjaar dat
hierop volgt
Voorbeeld oefening:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kkcnur. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.