Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
College aantekeningen Psychopathologie, ISBN: 9789023256908 €5,99   Ajouter au panier

Notes de cours

College aantekeningen Psychopathologie, ISBN: 9789023256908

 40 vues  3 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

College aantekeningen en een globale samenvatting van het boek en de colleges psychopathologie kind en jeugd. Hierin staan mijn aantekeningen bij de literatuur. Afgerond met een 8!

Aperçu 4 sur 38  pages

  • 13 janvier 2023
  • 38
  • 2022/2023
  • Notes de cours
  • L. batstra
  • Toutes les classes
avatar-seller
NVO Psychopathologie Kind en Jeugdige
Tentamen  50 MC vragen

De DSM: gaat uit van het medische model. Pathologie in het individu. Is belangrijk in de Westerse
wereld, maar er komt ook steeds meer kritiek op de laatste jaren. Er moet altijd een beperking zijn in
het schoolse/werk gerelateerde en sociale functioneren. Is dit niet het geval stel je ook geen
psychiatrische classificatie.
Heel vaak wordt het woordje ‘vaak’ gebruikt. Wat vaak is wordt beoordeeld door degene die de
diagnose stelt. Veel subjectieve criteria. De criteria zijn als het ware rekbaar. Gedrag van kinderen is
het afgelopen decennia niet veranderd, maar we zijn gedrag wel vaker bijvoorbeeld ADHD gaan
noemen (dit geld ook voor een aantal andere stoornissen).
Aantal stoornissen in de DSM groeide met iedere uitgave. Nu zijn het er ca. 400. Ook het aantal
mensen die voldoet aan één of meer van de classificaties nam daarmee toe.
DSM-5 (2013)  nieuwe stoornissen zijn DMDD (kinderen met veel driftbuien) Hoarding Disorder
(verzamelwoede) MND (ouderdom) BED (overeten, 1x in de week het gevoel hebben teveel te eten)
PMDD (menstruatie moodswings). Zijn dit wel medische problemen die behandeld moeten worden?
of zijn dit menselijke problemen?
DSM-5-TR (2022)  Rouw stoornis, na een jaar nog steeds last van? Kan je deze stoornis krijgen
gelabeld. Kennelijk vinden wij dat je niet langer dan een jaar last mag hebben van rouw. Is dit wel
medisch? Je medicaliseert zo eigenlijk liefde, hoe meer je van iemand gehouden hebt, hoe meer je
om iemand rouwt. Voorstanders geven aan dat mensen door de classificatie juist de mogelijkheid
krijgen voor hulp bij hun verdriet. Voor beide valt wat te zeggen.

Voordelen DSM:
- Communicatie over categorieën mogelijk (goed gelukt, wereldwijde communicatie)
- Onderzoek naar oorzakelijke factoren van omschreven stoornissen mogelijk
- Onderzoek naar effecten van verschillende behandelmethoden

Nadelen DSM:
- Onduidelijk onderscheid tussen de verschillende categorieën: veel overlap/comorbiditeit
(samen voorkomen van meerdere stoornissen)
- Onduidelijk onderscheid normaal vs. Gestoord (vrij subjectief)
- Niet iedereen past in een hokje (veel problemen maar past niet overal bij)
- Niet onafhankelijk (verstrengeling tussen kennis en macht. Denk aan farmaceutische
industrie want 70% van de BOGSAT heeft banden met deze industrie. Farmaceutische
bedrijven sponsoren experts die aan de DSM werken. Ze verkopen als het ware stoornissen
om hun medicatie te kunnen verkopen. Ook brengen ze websites in de lucht. Sponseren ze
patiëntenverenigingen, expert meetings, experts die aan richtlijnen werken en
wetenschappers voor onderzoek. betalen wetenschappers voor voorlichtingen. Publiceren
zelf onderzoek naar hun producten. Betalen veel geld voor advertenties in wetenschappelijke
tijdschriften en op websites).
- Reïficatie, letterlijk ver-ding-elijking. (iets abstracts zoals een definitie dat je dat tot een
concreet ding maakt. Je bent de stoornis. Hij/zij heeft die of die stoornis).

,Reïficatie
- Realisme/essentialisme: DSM classificaties komen overeen met een in de natuur bestaande
ordening (we hebben de stoornissen ontdekt).
- Nominalisme: DSM classificaties zijn mensenwerk en dus arbitrair en kunstmatig (we hebben
de stoornissen gemaakt). Batstra!
- Pragmatisme: waar is wat werkt (we hebben de stoornissen gemaakt op basis van wat we
zien).

Reïficatie in de psychiatrie: Iets abstracts wordt iets concreets. Een kunstmatige soort wordt een
natuurlijke soort. We gaan de classificatie labelen aan de persoon. Je bent de stoornis. We
vereenvoudigen het i.p.v. dat we het uitleggen als een classificatie met rekbare criteriapunten. Dit
heeft veel gevolgen:
- Overwaardering DSM-classificaties (schijnverklaringen: we zijn zo opgelucht door die
diagnose want nu weten we wat er aan de hand is, maar het verklaard het gedrag eigenlijk
nog helemaal niet. PGB of extra tijd: hangt af van een diagnose. Denk aan dislectie en het
hebben van extra tijd voor een toets).
- Neiging tot cirkelredenering (Kinderen met ASS hebben meer sociale problemen vergelijken
met ‘normale’ kinderen en concluderen dat in de groep met ASS meer sociale problemen
zijn).
- Namen van categorieën aanzien voor oorzaken van ongewenste emoties/gedragingen

Classificatie: is een DSM label. In welk hokje van de DSM past dit gedrag, het geeft een naam.
Diagnose: veel breder. Gaat over de vraag, waar komt dit gedrag vandaan? Wat is de functie ervan
en welke factoren houden het in stand?

Hoe ontstaan classificaties in de DSM?  groepen professionals die stemmen over welk gedrag wel
en niet in de DSM moet worden opgenomen. BOGSAT bunch of guys sitting around a tabel. Het zijn
menselijke beslissingen. Ze stemmen onder andere vanuit hun expertise, maar wordt ook beïnvloed
door wat er in de samenleving speelt (VB: homoseksualiteit stond tot 1973 in de DSM). Pas na een
classificatie wordt er hersenonderzoek gedaan. We gaan pas onderzoeken nadat we besloten hebben
dat het gedrag een stoornis is.

Prevalentie
- Kan je bepalen door puntprevalentie (wie komen op dit moment in aanmerking voor een
bepaalde stoornis, hoeveel nu)
- Kan je bepalen door lifetimeprevalentie (dan kijk je ook veel verder terug naar wie in
aanmerking kwamen en nu komen voor een bepaalde stoornis, hoeveel in het hele leven,
percentages veel hoger dan puntprevalentie).

,Hoorcollege 1 ADHD
Voor het 12e levensjaar, op twee of meer terreinen en interfereert (staat in de weg) met het sociale
en schoolse functioneren.

Aandachtsproblemen (zes van de negen)
Impulsiviteit en hyperactiviteit (zes van de negen)

Het gedrag moet in minstens 2 settingen plaatsvinden om de classificatie te mogen stellen.


Misvatting ADHD 1: ADHD veroorzaakt hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen.
Dit is Naming vs. Explaining. Verschil tussen noemen en iets verklaren. Niet hij is druk door zijn
ADHD, maar het is hij is druk en dat noemen we ADHD. ADHD is maar een naam, definitie gemaakt
naar aanleiding van menselijke beslissingen.

Misvatting ADHD 2: mensen met ADHD hebben afwijkende hersenen (kleinere hersendelen, minder
dopamine).
Grote groepen mensen met ADHD worden vergelijken mensen zonder ADHD. Grote
groepsverschillen kan je niet ineens op individueel publiceren en dit wordt wel gedaan. Verschillen
zijn zo minimaal, klinisch zijn ze 0 relevant. De groep wordt vertaald naar het individu en dit gebeurd
vaker binnen onderzoek, hersenonderzoekers doen dit in hele sterke mate.
Van groep naar individu vertalen  ecologische fout: onterechte generalisatie van groepsmiddelen,
die verreweg voor de meeste individuen niet gelden. Allemaal zwakke verbanden als het gaat om
hersenonderzoek, bij alle classificaties in de DSM.

Misvatting ADHD 3: ADHD zit voor 70 tot 80% in de genen.
Deze percentages komen uit tweelingstudies bij eeneiige- en twee-eiige tweelingen waarvan de
tweeling voor een hoog percentage hetzelfde DNA hebben. Maar eeneiige tweelingen worden vaak
ook hetzelfde behandeld waardoor er een derde variabele in het spel is.
Wanneer je naar moleculaire studies kijkt blijkt er maar een percentage van 1 tot 10%. Deze zijn veel
beter uitgevoerd, maar minder gepubliceerd.

Misvatting ADHD 4: ADHD-medicatie bied het kind op de lange termijn voordeel.
Uit studie blijkt het volgende:
- Medicatie effectief op korte, niet op lange termijn (hooguit 2 jaar)
- Alleen tijdelijk onderdrukken ongewenst gedrag
- Sociaal en schools functioneren verbeterd niet
- Bij langdurig gebruik wel groeivertraging
- Risico hart- en vaatproblemen

Misvatting ADHD 5: een classificatie ADHD is nodig om te weten welke behandeling aan zal slaan.
Beschrijvende diagnose: wat doet/voelt de persoon? Vergoeding voor hulp (DSM en classificatie).
Het verteld je niets over welke behandeling zal helpen.
Verklarende diagnose: waarom doet/voelt de persoon zich zo? Goed om te weten voor therapie
(diagnose).

, Biomedische visie
ADHD is een erfelijke hersenaandoening. Medicatie normaliseert de balans van neurotransmitters in
het brein. Oorzaken en oplossing zoeken in het brein van een individu. Het is logisch dat het aantal
stoornissen toeneemt en dat mensen dan hulp willen voor hun kind. Als jij bij een druk kind denkt
dat het wel eens ADHD zou kunnen zijn en dit is een aangeboren hersendefect waar ze met
medicatie iets aan kunnen doen is het logisch dat je diagnostiek en behandeling wilt voor je kind.
Deze visie kan je dan ook niet los zien van de toename in het aantal classificaties.

Stoornis denken heeft verschillende nadelen (toename in classificatie van vele stoornissen):
 Stoornis denken (stoornis is de oorzaak van problemen): zorgt voor over het hoofd zien van
contextuele factoren (armoede, overbelaste leerkrachten, prestatiemaatschappij)
 Niet meer te betalen (1 op de 7 jeugdigen in jeugdzorg, hoe moeten we als land dit betalen?)
 Devaluatie psychiatrische classificaties (classificaties krijgen minder waarde omdat zoveel
mensen deze hebben, je denkt dan weer iemand met VB: ADHD of autisme)
 Kind: zelfbeeld (idee van het hebben van een stoornis), stigma (discriminatie van
bijvoorbeeld scholen), uitsluiting, pygmalion effect (selffulfilling prophecy, als je een
leerkracht verteld dat een kind ADHD heeft, krijgt hij lagere verwachtingen van dat kind, deze
straalt hij weer uit op het kind. Kinderen gaan dan ook vaak minder presteren).
 Niet bewezen effectief op de lange termijn! (lang niet alle behandelingen in de jeugdzorg zijn
op de lange termijn effectief of hebben zelfs nadelen)

Pedagogische/sociologische visie
ADHD is een naam voor problematische concentratieproblemen. Medicatie kan kortdurend
ondersteunen.
Probleem: hoe onderscheid je degenen die psychiatrische behandeling echt nodig hebben van hen
die zonder kunnen? Het grijze gebied. Ook milde problematiek kan bij niks doen ernstige vormen
aannemen. Niks doen is dus geen optie!
Stepped diagnosis  Milde en matige problematiek (grijze gebied) 5 stappen:
1. Inventariseren
2. Normaliseren
3. Watchfull waiting
4. Zelfhulp
5. Lichte interventies
Overdiagnostiek voorkomen zonder onderbehandeling te riskeren. Het grote voordeel hiervan is dat
je de gang naar de specialistische zorg wat vertraagd en de factortijd een kans geeft. Mensen zoeken
vaak hulp als de problemen overstromen, daarna zie je dat er weer een daling intreed (factortijd).

Relative age effect ADHD  in schoolklas kunnen kinderen soms tot wel een jaar van elkaar
verschillen. Het blijkt dat de kinderen die behoren tot de jongste in de klas tot 2x vaker de diagnose
ADHD krijgen dan hun oudere klasgenoten. Dit is logisch omdat het kind op die leeftijd wat drukker
en minder taakgericht is. Als je gewoon een paar maanden zal wachten zul je zien dat het vanzelf
bijtrekt. Er is sprake van overdiagnostiek!

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur esraflapper65. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter