Literatuur
Anatomie en Fysiologie
• H7: 7.1: tabel 7.1 en hoofdlijnen tekst (komt terug bij voeding in blok 3, maar basiskennis is nodig om werking spijsvertering te begrijpen). 7.1.4 t/m 7.1.6 alleen lezen tekst. tabel 7.3 t/m 7.5 hoeft niet. 7.2.2. gebit alleen lezen. 7.4.2. mesenterium en ...
,Anatomie en fysiologie
H7 Spijsverteringsstelsel
Voedsel en vocht in juiste samenstelling en in goede hoeveelheid zijn nodig om al je organen
goed te laten werken.
Functie van spijsverteringsstelsel is het verteren van voedsel. Zodanig bewerken van voedsel
zodat het kan worden opgenomen in het bloed.
Voedingsstoffen in voedsel
- Suikers: koolhydraten
- Vetten: lipiden
- Eiwitten/ proteïnen
- Mineralen: zouten en spoorelementen
- Vitaminen
- Water
De voedingsstoffen worden gebruikt als brandstoffen, bouwstoffen of als hulpstoffen ter
ondersteuning van de stofwisseling.
Organische moleculen = gemaakt door levende organismen
Anorganische moleculen = oorsprong uit niet-levende natuur
Koolhydraten
Grootste deel van voedsel bestaat hieruit. Belangrijkste energieleverancier van cellen.
Brandstof en bouwstof. Ze worden gebruikt voor de aanmaak van belangrijke organische
verbindingen van bijv. DNA en RNA.
Het is een keten koolstofatomen met aan elke C-atoom een molecuul water (hydraat).
Ringvormige moleculen. 5/6 C-atomen.
Drie groepen koolhydraten:
- Monosachariden: bestaat uit 1 ringvormig molecuul. Glucose (druivensuiker),
fructose (vruchtensuiker) en galactose hebben C6-ring en ribose heeft C5-ring. Alle
koolhydraten uit voedsel worden afgebroken tot monosachariden. Monosachariden
zijn kleine moleculen die via poriën in celmembraan gemakkelijk de cel in kunnen
diffunderen. Brandstof voor celstofwisseling is vooral glucose.
- Disachariden: opgebouwd uit 2 monosachariden. Drie meest voorkomende zijn
maltose (glucose + glucose), lactose of melksuiker (glucose + galactose) en sacharose
(glucose + fructose).
- Polysachariden: bestaat uit veel monosachariden. C6H10O5)n. Belangrijkste
polysachariden zijn zetmeel, glycogeen en cellulose. Glycogeen wordt in de lever en
skeletspieren gevormd en zorgt voor glucoseopslag. In spijsverteringskanaal worden
glycogeen en zetmeel omgezet in glucose. Zetmeel en cellulose zijn plantaardige
polysachariden en krijg je binnen door plantaardig voedsel te eten. Cellulose is
plantaardig en kan niet door mens worden verteerd, omdat ze darmperistaltiek en
afscheiding van darmsappen stimuleren.
,Verteren van koolkhydratengebeurt mechanisch (kauwen) en chemisch. Bij chemische
afbraak verandert moleculaire structuur onder invloed van enzymen. Deze worden door
spijsverteringsklieren aan darmkanaal afgegeven.
- Amylase: knipt zetmeelketen (polysacharide) in disachariden (maltose)
- Maltase: splits maltosemoleculen (disacharide) in twee glucosemoleculen
(monosachariden).
- Lactase: splits lactose in glucose en galactose.
- Sacharase: splists saccharose in glucose en fructose.
Lipiden
Lipiden zijn vetten en vetachtige stoffen. Ze zijn niet in water oplosbaar en worden als
brandstof gebruikt, door hoge energetische waarde. Verder dienen lipiden als
energiereserve (vetweefsel), als bouwstof (bijv. in celmembraan), oplosmiddel voor
bepaalde vitamine en als elektrische isolatie rondom zenuwceluitlopers.
Drie groepen lipiden:
- Triglyceriden: bestaat uit glycerol met drie vetzuurmoleculen. Bouw van vetzuren
bepaalt met welk vet je te maken hebt.
o Verzadigde vetzuren: maximaal aantal H-atomen is gebonden.
o Onverzadigde vetzuren: er kunnen dubbele bindingen worden verbroken om
meer H-atomen te kunnen binden.
- Fosfolipiden: vetten waarbij aan glycerol behalve de vetzuren ook fosfaatmolecuul
vastzit. Aan ene kant zitten vetzuren (hydrofoob: waterafstotend) en aan andere kant
zit fosfaatmolecuul (hydrofiel: wateraantrekkend). Celmembranen bestaan uit
dubbele laag fosfolipiden.
- Steroïden: vetachtige stoffen met ringstructuur. Belangrijke steroïde is cholesterol.
Belangrijk bestanddeel van celmembranen. Sommige hormonen zijn steroïden zoals
testosteron en oestrogeen.
Lipiden worden in spijsverteringskanaal afgebroken tot glycerol en vetzuren. Hiervoor is
lipase nodig. Dat splits vetzuren van glycerol.
Eiwitten/proteïnen
Spelen essentiële rol bij alle activiteiten en functie van het lichaam. Eiwitten zijn aan elkaar
gekoppelde aminozuren. Er zijn 20 verschillende aminozuren.
Koppeling tussen aminozuren heet peptidebinding.
Twee aan elkaar gekoppelde aminozuren noem je dipeptiden en meerdere aminozuren aan
elkaar gekoppeld noem je polypeptiden.
Essentiële aminozuren = kunnen niet door lichaam zelf worden gemaakt en krijg je binnen
via voedsel.
Niet-essentiële aminozuren = je kunt ze zelf maken in het lichaam dus hoeft ze niet via
voedsel binnen te krijgen.
Verschillende soorten eiwitten:
- Structuureiwitten (bouwstof): bijv. collageen, celmembranen
- Enzymen: voor chemische omzettingen, versnellen van chemische reacties.
- Transporteiwitten: eiwitten door celmembraan vervoeren
, - Receptoreiwitten: signaalwerking, chemische signalen opvangen en doorgeven aan
de cel.
- Actine en myosine in elkaar schuiven (spierwerking: samentrekking van spieren)
- Antistoffen (afweer)
- Hormonen
- Stollingsfactoren
- Neuroreceptoren (zenuwstelsel werking)
- Eiwitten in noodgeval als energiebron als glucose of vetten niet beschikbaar zijn.
Enzymen die eiwitten afbreken worden proteasen genoemd. Bij eiwitvertering worden
peptidebindingen verbroken. Dipeptidase (splits dipeptide), pepsine en trypsine (beide
splitsen polypeptidenketens). Aminozuren die door afbraak ontstaan, kunnen via darmwand
in bloedbaan worden opgenomen.
Mineralen
Mineralen vormen onmisbare anorganische bestanddelen van voedsel Zouten en
spoorelementen.
Zouten zijn verantwoordelijk voor kristalloïd-osmotische druk van bloed en van
weefselvocht. Opgelost in bloed worden ze elektrolyten genoemd. (Na, K, Cl, Ca, Mg)
Spoorelementen zijn chemische elementen die meestal in kleine hoeveelheden nodig zijn.
(Fe, Cu, Al, Zn, Cr, Mn, F, I). Meeste zijn metalen. Ze worden onder andere ingebouwd in
hormonen, vitaminen en enzymen. Jodium wordt bijvoorbeeld ingebouwd in
schildklierhormonen en fluor zit in tandglazuur. Ijzer zit in hemoglobine in rode bloedcellen.
Vitaminen
Vitaminen zijn organische verbindingen die onmisbaar zijn voor enzymsystemen in
celstofwisseling. Lichaam kan meeste vitaminen niet maken, behalve vitamine D en vitamine
K.
- In water oplosbare vitaminen: kunnen in bloed worden opgenomen, dus opgelost in
water. Vitamine B en C.
- In vet oplosbare vitaminen: kunnen niet in water oplossen, maar wel in vet. Ze
kunnen niet zomaar vanuit darm in bloed worden opgenomen, want dat is te
waterig. Er is altijd vet nodig. Vitaminen lossen daarin op en samen met vetdeeltje
komen ze in bloed terecht. Vitamine A, D, E, K.
Water
Lichaam bestaat ong. 60% uit water. Water is een van belangrijkste bouwstoffen. Ook
belangrijk als oplosmiddel, transportmiddel en warmtebuffer. Met urinelozing, ontlasting en
verdamping raakt je lichaam per etmaal tussen de 2 en 2.8 liter water kwijt. Om vochtbalans
en dus homeostase op peil te houden moet je het verlies aan water ongeveer met dezelfde
hoeveelheid aanvullen. Dit gebeurt voornamelijk door te drinken.
Spijsverteringskanaal
Functies van spijsverteringsstelsel
- Opname van voedsel uit uitwendige milieu (eten en drinken)
- Mechanische verkleining en menging van voedsel (kauwen en kneden)
- Chemische bewerking door enzymen (vertering)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maritvandermolen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.