SAMENVATTING ISLAM (DEEL 3)
DE VISIE VAN DE ISLAM
1. WAT BETEKENT ISLAM?
- Islam betekent letterlijk ‘overgave aan Allah (God)’
Salaam = vrede -> islam betekent vrede
Het gaat erom dat je vrede vindt in de overgave aan God
- Islam is in de eerste plaats een houding (naast religie) = een manier van leven
- Het gaat over de overgave/onderwerping aan God
- In de breedste betekenis: islam is de universele en altijd aanwezige situatie van wezens tegenover de
Schepper aan -> het is dus beter te spreken van ‘islam’ dan van ‘de islam’
1.1. GELOOFSPUNTEN:
Er zijn 6 belangrijke pijlers waarop de islam zich baseert:
1. Er is maar één God: Allah
= er is geen andere God, het gaat om het erkennen van de éénheid van God, hij manifesteert zich niet
in andere wezens, hij heeft geen verwanten zoals kinderen
2. Het geloof in engelen
= engelen zijn soort wezens tussen de mens en God, zij kunnen geen zonden begaan want ze hebben
geen vrije wil, ze kunnen als instrument van God optreden in het leven van mensen
3. Het geloof in de openbaringen van God
= hiermee bedoeld men de Koran, Koran is het enige letterlijke uitgesproken woord van God
4. Het geloof in de boodschappers van God
= God zond profeten om zijn wil bekend te maken, met als doel de mens te helpe in zijn zoektocht
naar vrede en geluk, profeten brachten buitengewone wonderen met zich mee die nog nooit eerder
gezien of gehoord werd, in de Koran worden 25 profeten genoemd, Mohammed was de laatste
profeet omdat hij de volledige en perfecte versie van het woord van God met zich meebracht
5. Het geloof in het feit dat alles gebeurd met de wil van God
= niets gebeurd tegen de wil van God, maar er kunne wel dinge gebeuren zonder zijn goedkeuring,
Niets kan plaatsvinden zonder de toestemming van God, de mens heeft wel de vrijheid om eigen
keuzes te maken.
1
, 1.2. GODSBEELD:
In het Arabisch wordt naar God verwezen met de term ‘Allah’. Adam was de eerste volgens de Koran die God
aanbad. Er is maar één God volgens de moslims die van niets afhankelijk is. Hij heeft alles geschapen zoals hij
het wou. Er is geen meervoudigheid, één God. Deze focus op eenheid van God betekent in de islam afwijzing
van andere zaken dan God zoals geld, macht, bezittingen en egocentrisme. Vervolgens is God uniek en kan niet
gelijkgesteld worden aan een ander wezen. De mens kan God niet beschrijven in menselijke taal. Men kan geen
menselijke eigenschappen of kenmerken toelichten aan God.
Het is wel mogelijk dat sommige menselijke eigenschappen bepaalde eigenschapen van God weerspiegelen.
Mensen kunnen God niet kennen, maar kunnen wel kennis nemen van zijn eigenschappen.
Een belangrijke naam van God is Al-Rabb (leermeester). God draagt zorg voor en geeft om de mensheid. Komt
tot uiting doordat hij profeten zond naar de aarde om de mensen te leiden. Al-Rabb betekent ‘zorg dragen
voor, geven om iemand, leiden’.
1.3. MENSBEELD:
God heeft een deel van zijn schepping toevertrouwd aan de mens die geacht wordt dit deel goed te beheren.
Om dit kunnen doen, heeft God de mens bepaalde zaken gegeven:
Biologische natuur (lichaam, alle driften en verlangens) en spirituele natuur (de ziel (ruh) van de mens voor
deze verbonden werd met het lichaam) zijn 2 dingen die de mens gekregen heeft.
Wanneer de ziel verbonden wordt met het lichaam, spreken we van nafs en deze zowel naar het goede ams
naar het slechte neigen. De mens moet zijn biologische en spirituele natuur in balans houden en verder
ontwikkelen. Hij moet zijn nafs zuiver houden en zijn lichaam onderhouden.
Ook kreeg de mens verstand en een vrije wil, zodat hij zelf keuzes kan maken. Dit is niet eenvoudig, want de
mens wordt voortduren beïnvloed. Hij kan kiezen voor een goed of een slecht beheer. Een goed beheer zorgt
ervoor dat de mens zijn natuurlijke kenmerken op de juiste manier inzet en zo zijn eigen natuur goed kan
beschermen.
Wat houdt een goed beheer in?
Enerzijds is de ruh van de mens van nature goed en voelt de mens aan wat moreel goed is.
Anderzijds zorgt Gods ervoor dat de mens een goed beheer kan nastreven, onder meer in de Koran. God laat
het toe dat mensen fouten maken, zo wordt de mens uitgedaagd om een goede oplossing te zoeken.
Wat bedoelt men met ‘een goede daad doen’?
Steeds verbonden zijn met één van de namen van God zoals genadevol zijn, rechtvaardig zijn, vergeven,..
De goede daden verwijzen dus naar de eigenschappen van God, die de mens moet nastreven.
Enkel goede daden doen is niet voldoende, het succes wordt pas bereikt door geloof ( = ontwikkelen
persoonlijke relatie met God) te verbinden met goede daden.
1.4. DE TAAK VAN DE MENS ALS BEHEERDER OP AARDE
= de taak van de mens is dus een goed beheerder te zijn op aarde van het deel van de schepping dat hem door
God werd toevertrouwd
= de mens heeft verantwoordelijkheid gekregen om een goed beheerder te zijn op 3 domeinen
2