Hoofdstuk 1 .................................................................................................................................................... 2
1.1 wat is gezondheid? Veranderende perspectieven ......................................................................................... 2
1.2 individuele, culturele en leeftijdsgerelateerde perspectieven op gezondheid ............................................... 3
1.3 wat is gezondheidspsychologie? ................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 2 .................................................................................................................................................... 6
2.1 gezondheidsverschillen ................................................................................................................................. 6
2.2 minderheidsstatus en gezondheid................................................................................................................. 8
2.3 geslacht en gezondheid ................................................................................................................................. 9
Hoofdstuk 3 .................................................................................................................................................... 9
3.1 wat is gezondheidsbevorderend gedrag? ..................................................................................................... 9
Hoofdstuk 13 ................................................................................................................................................ 26
13.1 de impact van ziekte ................................................................................................................................. 26
13.2 omgaan met ziekte ................................................................................................................................... 27
, 13.3 ziekte en kwaliteit van leven ..................................................................................................................... 28
13.4 het meten van de kwaliteit van leven ....................................................................................................... 29
Hoofdstuk 16 ................................................................................................................................................ 30
16.2 afname van het psychisch lijden ............................................................................................................... 30
16.3 ziektemanagement ................................................................................................................................... 31
Hoofdstuk 1
1.1 wat is gezondheid? Veranderende perspectieven
Hippocrates schreef ziekte toe aan een verstoord evenwicht tussen 4 humores
(lichaamsvloeistoffen): gele gal (zomer), slijm (winter), bloed (voorjaar) en zwarte gal (herfst). Hij
beschouwde lichaam en geest als een eenheid.
-overmatig gele gal was verbonden met een cholerisch of boosaardig temperament
-overmatig zwarte gal was verbonden met droefenis
-overmatig bloed was geassocieerd met een optimistische persoonlijkheid
-overmatig slijm was verbonden met een kalm of flegmatisch temperament
Pogingen tot genezen van deze overmaat lichaamsvloeistoffen werd gedaan via aderlaten, vasten,
speciaal dieet of door geneesmiddelen. Een variant op dit denken is terug te vinden in dat door de
disbalans van neurotransmitters dopamine, melatonine en serotonine mentale stoornissen ontstaan
die gecompenseerd kunnen worden door de stoffen in te nemen. Galenus dacht dat de 4
temperamenten voortbestaan uit 4 humores bijdroegen aan het krijgen van bepaalde ziekten.
Etiologie: de oorzaak van ziekten.
Tijdens de vroege middeleeuwen raakten de ideeën over gezondheid steeds meer verbonden met
geloof en spiritualiteit. Ziekte werd gezien als de straf van god voor het vergrijpen of als gevolg van
kwade geesten die de ziel binnendrongen. Deze gezichtspunten hielden stand tot de vroege
veertiende en vijftiende eeuw.
In de veertiende en vijftiende eeuw begon de periode van wedergeboorte (renaissance). Het
individuele denken werd belangrijker en het religieuze perspectief werd 1 van de vele. Het inzicht
werd steeds organischer en fysiologischer m.b.t het menselijk lichaam, er was weinig ruimte voor
psychologische verklaringen.
In het begin van de 17e eeuw stelde Descartes dat lichaam en geest afzonderlijke identiteiten waren:
dualisme. De geest wordt beschouwd als ‘niet-materieel’ (gedachten, gevoelens). Het lichaam werd
gezien als ‘materieel’ (opgebouwd uit mechanisch materiaal, tastbaar zoals hersenen, hart en cellen).
Deze identiteiten zijn onafhankelijk van elkaar. Descartes geloofde dat de ziel het lichaam verlaat
zodra men sterft, hierdoor werd ontleding en autopsie acceptabel voor kerkelijke autoriteiten en
steeg in de 18e en 19e eeuw het inzicht van geneeskunde. Dualisten ontwikkelden de mechanistische
benadering: een benadering die het gedrag reduceert tot het niveau van het orgaan of de
lichamelijke functie.
,Het biomedisch ziektemodel: de opvatting dat ziekten en symptomen een achterliggende
fysiologische verklaring hebben en dat daarmee ook genezing mechanistisch en rechtlijnig werkt.
Aangenomen wordt dat het wegnemen van de oorzaak van de ziekte zal leiden tot het verdwijnen
van de symptomen en dus herstel van de gezondheid. Symptomen zouden het gevolg zijn van ziekte
buiten het lichaam (infecties) of inwendige veranderingen (celmutaties). Dit model negeert dat
mensen verschillend reageren op eenzelfde ziekte. Het model ligt aan veel succesvolle
behandelingen ten grondslag (vaccinatieprogramma’s).
Vraagtekens bij dualisme -> veel ziekten hebben organische oorzaken, maar veroorzaken unieke
individuele reacties. De rol van de geest bij de manifestatie van de reactie op ziekte is cruciaal voor
het bevorderen van ons inzicht in de complexe aard van gezondheid en ziekte (bijv. fantoompijn).
Bracken en Thomas merken op dat het conceptualiseren van ons geestelijk leven als een soort van
begrensde wereld die binnen onze schedel leeft, geen recht doet aan de realiteit van de menselijke
ervaring. De erfenis van Descartes heeft aan waarde ingeboet. Het dualistisch denken verloor terrein
naarmate ons inzicht in de bidirectionele relatie tussen lichaam en geest toenam. Sigmund Freud
heeft het probleem van lichaam en geest opnieuw gedefinieerd als een probleem van bewustzijn. Hij
postuleerde het bestaan van een onbewuste geest die zichtbaar werd bij de aandoening
conversiehysterie. Freuds werk en onderzoek leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van
psychosomatische geneeskunde.
Het biopsychosociaal model: het standpunt dat ziekten en symptomen door een combinatie van
lichamelijke, sociale, culturele en psychologische factoren kunnen worden verklaard. Dit model biedt
de mogelijkheid om te bepalen of fysiotherapie nodig is en welke doelen gesteld kunnen worden.
Kritiek bij het model is dat het onduidelijk is hoe zwaar de verschillende aspecten in algemene zin
kunnen worden gewogen.
Machteld Huber: gezondheid is niet de afwezigheid van ziekte, maar het vermogen van mensen om
met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te gaan en zo veel mogelijk
eigen regie te voeren. Voor het meten van gezondheid onderscheidt Huber lichaamsfuncties,
mentale functies/beleving, spiritueel/existentiële dimensie, kwaliteit van leven, sociaal-
maatschappelijke participatie en dagelijks functioneren. De score is deels subjectief en deels feitelijk.
Er was een stijgende levensverwachting in de westerse wereld in de 20e eeuw mede door de
vooruitgang van medische technologie en verbeterde behandelingen. Geneesmiddelen, vaccinatie en
betere sanitaire voorzieningen zorgden voor een stijgende levensverwachting wereldwijd. Vrouwen
leven langer dan mannen (3-4 jaar). Door toenemende obesitas bij kinderen in welvarende landen is
er bezorgdheid dat de levensverwachting zal dalen. Moraliteit: meestal uitgedrukt in de vorm van
sterftecijfers, ofwel het aantal sterfgevallen in gegeven populatie en/of in een gegeven jaar
toegeschreven aan een bepaalde aandoening (bijv. aantal sterfgevallen als gevolg van kanker onder
vrouwen in 2000). Vroeger was de oorzaak van overlijden vaak een zeer besmettelijke ziekte
(longontsteking, influenza). Laatste eeuw zijn dit aandoeningen van hart, longen en
ademhalingsorganen samen met ongelukken. Er wordt geschat dat een deel van de sterfgevallen aan
kanker toe te schrijven is aan ons gedrag.
1.2 individuele, culturele en leeftijdsgerelateerde perspectieven op gezondheid
Sociale representatie van gezondheid: datgene wat bepaalde groepen mensen onder gezondheid
verstaan. Het eerste grote onderzoek naar deze sociale representatie van gezondheid werd verricht
door Barbara Bauman met de vraag ‘wat betekent gezondheid voor u’. Benyamini stelde 40 jaar later
, dezelfde vraag. In overeenstemming hiermee was dat subjectieve gezondheidsbeoordelingen bij
‘gezondere’ individuen meer waren verbonden met gezondheidsgedrag: gedrag, ongeacht de
gezondheidstoestand waarin men zich bevindt, dat is bedoeld om de gezondheid te beschermen, te
bevorderen of in stand te houden (bijv. gezond eten).
Bij het onderzoek Health and Lifestyles van Blaxter konden verschillende opvattingen van
gezondheid worden geïdentificeerd.
- Gezond als niet ziek: geen symptomen, geen bezoek aan artsen, daarom ben ik gezond.
- Gezondheid als bezit: uit een sterke familie komen, snel herstellen na operaties.
- Gezondheid als gedrag: zij zijn gezond omdat ze goed voor zichzelf zorgen (bijv. sporten).
- Gezondheid als lichamelijke fitheid en vitaliteit: het mannelijke begrip is gekoppeld aan zich
fit voelen, het vrouwelijke begrip is zich energiek voelen. Vrouwen zien gezondheid meer in
een vorm van levendig zijn en goede relaties met anderen hebben.
- Gezondheid als psychosociaal welzijn: gezondheid in mentaal opzicht; mentaal in harmonie
voelen, zich trots voelen of van gezelschap genieten.
- Gezondheid als functie: het vermogen taken te verrichten, te doen wat je wilt wanneer je
wilt, zonder belemmering van slechte gezondheid of lichamelijke beperkingen.
Definitie gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie: een toestand van volledig lichamelijk,
geestelijk en sociaal welzijn en niet alleen als de afwezigheid van ziekte of invaliditeit. Mensen
hebben recht op een algeheel gevoel van welzijn, waarbij een persoon volledig functioneert. In het
algemeen betreft het doelstellingen voor de afname van de sterfte aan de belangrijkste vormen van
kanker, longaandoeningen, herseninfarcten en gezond gedrag. In Vlaanderen (De Vlaming leeft
gezonder) wordt gefocust op een gezondere levensstijl, in Nederland (Nationaal Programma
Preventie) was het doel het beperken van het aantal mensen met een chronische ziekte. De overheid
richt zich op het verbinden van maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven bij het verwezenlijken
van doelstellingen. De doelstellingen zijn niet volledig verwezenlijkt, maar er is vooruitgang geboekt.
Welvarende landen kennen minder mannelijke sterfgevallen door long-, darm- en prostaatkanker en
minder vrouwelijke sterfgevallen door borst- en darmkanker.
Westerse opvattingen over gezondheid verschillen sterk van die in overige samenlevingen. Chalmers
(1996) merkt op dat de westerse mensen de geest, het lichaam en de ziel onderscheiden en
afzonderlijke zorgverleners toewijzen (psychologen, artsen, geestelijken). Bij sommige Afrikaanse
culturen wordt gekeken vanuit de holistische benadering: men kijkt niet alleen naar het zuiver
lichamelijke of waarneembare, maar naar het hele wezen. Spiritueel welzijn heeft aan
geloofwaardigheid gewonnen nadat het werd opgenomen in veel beoordelingen van de kwaliteit van
leven. Het kan gebruikt worden als ondersteuning, maar dingen als het boze oog of beheksing krijgen
vaak de schuld van ziekten.
In Afrikaanse regio’s is er een collectivistische benadering: een culturele filosofie die de nadruk legt
op het individu als deel van een groter geheel en op handelingen die meer door collectieve dan door
individuele behoeften en wensen worden gemotiveerd. Familie en groepsleden werken samen voor
het welzijn van allen. Dit verschilt erg van de individualistische benadering in het westen: een
culturele filosofie die de verantwoordelijkheid in handen legt van het individu, het zijn de individuele
behoeften en wensen die het gedrag motiveren.
Ziekteattributie: toekenning van de oorzaak van een ziekte. Externe ziekteattributie: men legt de
oorzaak van de ziekte buiten de persoon, door die toe te schrijven aan het lot, verkeerde informatie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ninadekkers79. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.