Document met de hoofdstukken van de verschillende delen die in dit vak terugkomen. Geslaagd in eerste zit. Gestudeert met de powerpoints en het boek Campbell.
,Algemene histologie
Hoofdstuk 1 : technieken
- HB P2-6 lezen
Resolutie lichtmicroscopie tot 0,2 µm
Fixeren legt het metabolisme stil → noodzakelijk voor kleuringsprocedure
= vaak na uitdroging (dehydrateren via verdunningsreeks ethanol), daarna inbedden = paraffine
gebruiken. Hierna snijden met machine zodat coupe ontstaat. Verschillende kleuringsmethoden, de
juiste kiezen aan de hand van wat je wilt zien.
Lichtmicroscoop werkt met doorvallend. licht en drie lenzen. Licht uit lichtbron wordt gefocust op
preparaat door condensor. Objectief en oculair brengen het beeld naar de observator.
Nut microscopie = vergroting en resolutie (afstand tussen twee punten die je kan onderscheiden van
elkaar). Nutteloze vergroting = wanneer de resolutie niet mee verandert (zoals met pixels).
Oplossend vermogen (R) bepaald door golflengte licht (lambda)
Soms is kleuring niet mogelijk → wanneer je levend weefsel wilt zien. Maar maakt resolutie kleiner.
Twee methodes om toch goed te zien :
1) Fasecontrast : licht filteren en breken geeft verschillende brekingsindexen en dit geeft
verschillende structuren op het preparaat met aureooltje (halo) rond structuur die je eerst zag.
2) Interferentiecontrast : gepolariseerd licht gebruiken om 3D effect te verkrijgen.
De verschillende methoden naast elkaar gebruiken om de verborgen structuren (=artefacten) te
achterhalen. “Welke methode(n) gebruiken we voor … ?”
gimsa-kleuring → De kleuring is specifiek voor de fosfaatgroepen van het DNA en hecht zichzelf aan de
gebieden in het DNA waar grote hoeveelheden adenine -thymine -bindingen aanwezig zijn.
verschillende kleuringen:
2
, Hoofstuk 2 : epitheelcellen
“waarom is een bepaalde celstructuur aanwezig in een cel ?”
Epitheelweefsel bedekt het lichaamsoppervlak en de oppervlakken van inwendige organen,
bescherming van onderliggende weefsels, regulatie van opname en afgifte stoffen,
Aanwezig in : huid, mond, neus en anus (ectoderm) spijsverteringskanaal en geassocieerde klieren
(endoderm) bloedvaten (mesoderm) → verschillende oorsprong. Ze vormen het epitheelweefsel
doordat ze met intercellulaire verbindingen met elkaar en het basaal membraan verbonden zijn en
vormen een selectieve barrière voor de opname van stoffen.
Apicaal en basaal membraan resp. aan de buiten-en binnenkant.
Basaal membraan = dunne lamina basalis en aansluitende lamina
reticularis met collagene vezels. Epitheelcellen zijn met specifieke
hechtingscellen (hemidesmosomen) aan de lamina basalis bevestigd,
welke een hechtende functie, filterfunctie (uitwisseling macromoleculen
tussen epitheel en bindweefsels) en regulerende functie betreffende de
celdelingsactiviteit en differentiatie van epitheelcellen heeft.
Apicale zijde is aan de buitenkant, basale zijde is de binnenkant = waar epitheelcel aan vasthangt.
Basale membraan = lamina lucida, lamina densa en lamina reticularis. → verankert epitheelcellen aan
onderliggend steunweefsel. Epitheelcel bevat groeifactoren om snel de beschadigde cel te repareren
vb: bij huid. Ze interageren met elkaar via afsluiting (occlusie) en ze blijven samen via adhesie.
Nexusverbinding = gab junction, gebruikt om te communiceren, een intercellulair transportkanaal voor
een directe uitwisseling van laagmoleculaire stoffen (water, ionen, aminozuren en suikers) tussen twee
naburige cellen. Kunnen snel vormen en terug verdwijnen
De zonula occludens = “tight junction”, een continue band rond het apicale deel van de cel, zorgt voor
de afsluiting van intercellulaire ruimten: voorkomt intercellulaire passage van macromoleculen naar het
onderliggende bindweefsel.
Zonula adhearens en macula adhearens (desmosomen) zorgen voor stevige verankering/aanhechting
en worden ondersteund door transmembrane adhesiemoleculen (cadherinen) die de
plasmamembranen van naburige cellen aan elkaar hechten. Macula = ronde of puntvormige verbinding.
Zonula = bandvormige structuur.
Microvilli op EM zijn borstelachtige zone bij verticale doorsnede, bij horizontale doorsnede zie je
strepen (ook altijd actine aanwezig), ze doen aan oppervlaktevergroting en zorgen ervoor dat de
uitwisseling van stoffen bevorderd wordt. Cilia zijn trilhaarepithelen, ze gaan geen oppervlakte
vergroten maar kunnen een slagbeweging uitvoeren door microtubuli. Ze staan verder uit elkaar dan de
microvilli en hangen aan de basale membraan. Stereocilia = cilia die niet beweegt, losse structuur die
niet actief kan bewegen. Zit in de bijbal en het gehoorbeentje. Ze zijn vingerachtige structuren, met veel
ruimte tussen en geen actine. Cuticula bij invertebraten, ze bestaan uit collageen en chitine =
exoskelet. Secretie van lagen cuticula met collageenvezels en microtubuli die erdoor gaan om contact
te maken met de buitenwereld.
“wat zie je op de prent ? is het enkellagig of meerlagig ?”
Maag bevat enkellagig epitheel, blaas bevat pseudomeerlagig epitheel (paraplucellen).
Eenlagig epitheel = plaveiselepitheel (plat), kubisch epitheel en cilindrisch epitheel. Hier is de opname
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Andarta. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.