Inleiding tot het recht
Burgerlijk Recht deel 1
Hoofdstuk 1:
1.1 Wat is recht?
1 Gedragsregels en normen
2 Doelstelling de samenleving te ordenen
3 Opgelegd door de overheid
4 Afdwingbaar
Rechtsregel = alle soort regels, wetten, ect.
1.2 Inleiding van het recht
• Internationale recht: internationale/ universele human
rights, Europese regels
Elke 5 jaar moet stemmen voor federale recht, voor
Vlaanderen en Wallonië.
Elke 6 jaar moten stemmen voor gemeenten en provincies
• Nationaal recht
o Privaat recht: tussen burgers
Arbeidsrecht: tussen WNs (werknemers)
en WGs (werkgevers).
o Publiek recht: tussen burgers en overheid
Overtredingen
Strafsrechtboek: einige boek die
niet enkel de regels heeft maar
ook de onmidelijk straf bij elke crime.
o Gemengde rechtszaken: tussen beide, beetje van alles.
Tussen de burgers en de RSZ bv
Medische fouten
Milieu problemen
• Code Napoleon: Napoleon heeft een structuur gemaakt om de chaos te eindigen. Een
wetboek geschreven, met alle regels in groepen: alles over huwelijk, alles over gezien, enz.
=> Nu is het burgerlijk wetboek nog hetzelfde van Napoleon maar een beetje aangepast aan
het heden.
1.3 De bronnen van het recht
Ontstaan van rechtsregels
• Historisch: groeit met history
• Consensus: stemmen en agreements
• Revolutie: drastische veranderingen, nieuwe rechtsregels
Bronnen
A. Wetgeving sensu lato (ruime zin) (hoe wordt de wet gemaakt, door welke regio en welk
recht?)
B. Rechtspraak
C. Rechtsleer
D. Gewoonte & Billijkheid
E. De sociale bronnen van het recht
A. Wetgeving sensu lato
1
, • Hierarchie. Omgekeerde piramide. In belgie, enkel vanaf Grondwet.
o K.B = Koninklijk Besluit, kan niet tegen MB gaan
o M.B = Minusleid besluit, kan niet tegen KB gaan.
o Decreet = gemaakt door de gemeenschapsrechten, staten en faciliteiten
gemeenten.
o Besluit van de Gemeenschap / Geweest Regeringen.
o Provincie Raad = Provinciale Verordeningen
o Gemeentelijke Verordeningen.
o Brussels Hoofdstedelijk Gewest. = kan rechtsregels ook uitvaardigen voor het kleine
gebied (Brussels). Deze rechtsregels zijn genoemd 'Ordenanties'. Heeft zelfde
gewicht als wet of decreet.
B. Rechtspraak
• Rechter moet wetgeving interpreteren
• Uitspraak bindend tussen de partijen in het geding
• Motivering beslissing
C. Rechtleer
• Wetenschappelijke publicaties over juridische aangelegenheden
• Niet bindend
D. De sociale bronnen van het recht
• Sociaal-economische verhoudingen
o bv. hygiene tijdens corona; energie gebruik; voedingsprijzen; stijgen van prijzen
(voeding, huuren…) - oplossingen vinden voor deze problemen. => kunnen leiden tot
nieuwe rechtsregels.
• Filosofische conflicten
o Hangt af wie er in het parlement zit
• Partijprogramma’s
• Verkiezingsuitslagen
• Bijzondere ingrijpende gebeurtenissen
o Dutrou des tijds, de dood van vele kinderen heeft gezorgd dat de wetgeving
veranderde --> gevangenen mogen ten vroegste 1/3 van de tijd uitdoen en dan het
gevang verlaten. Door de gebeurtenis is het 2/3 zittijd geworden. (ze wouden de
vrouw van dutrou vroeger vrij laten maar daar was een heel hijsa rond vandaar dat
de wetgeving is veranderd.
Hoofdstuk 2:
Structuren en instellingen
2.1 Algemene beginselen van onze Belgische staat
• Democratische staat
• Scheiding der machten
• Rechtsstaat
2
,• Monarchie
• Federale staat
Scheiding der machten
• WM = wetgeving macht (gemeenten, federale…). Uitvoerende macht
• UM = Uitvoerende macht - wie uitvoert regels. Wie schrijft de 10 woorden van een rechtsregel.
• RM = Regering macht
The Federale State: heel België = wet.
• Europese Richtlijnen => Verordeningen.
o -> Europese richtlijn naar Nationale (land)
Het duurt lang om een Europese regel in een
land aan te passen. Bv. 1 jaar.
o -> Europese verordening => als er vandaag een nieuwe
regel besproken wordt in de EU, moet onmiddellijk in
het land ook aangepast worden
Monarchie= In België is er een koning = symbolische rol.
Federalen= gewesten en gebieden
Dictatuur = politie staat
2.2 Enkele politieke instellingen
1. Op Europees niveau
• Het Europees Parlement: rechtstreeks verkozen volksvertegenwoordigers van de Europese
Unie
• Europees Parlement + Europese Raad + Europese Commissie: wetgevende of uitvoerende
taak binnen EU.
• Europese verordeningen & richtlijnen
• Zittingen: Straatsburg + Brussel
• Europees Parlement: 751 parlementsleden
• België: 21, Duitsland grootste: 96
• Voorzitter EC: Ursula Von der Leyen
• 8 verschillende fracties: grootste Europese Volkspartij (EVP) en Progressieve Alliantie van
Socialisten en Democraten( S&D)
2. Op federaal niveau (om de 5 jaar)
• Het algemeen belang van de Belgen
• Federaal parlement
o Kamer (150) en Senaat (60)
o Stemming van de wetten
• Regering
o Uitvoeren van de wetten
3
, o Ministers ( max 15) en staatssecretarissen
• Koning
o Politieke maar vnl. symbolische rol
3. Op regionaal niveau (5 jaar)
• Drie Gemeenschappen en Gewesten
• Gemeenschappen vnl bevoegd voor
• Cultuur, onderwijs, persoonsgebonden aangelegenheden
• Gewesten vnl. bevoegd voor
• Economie, werkgelegenheid, openbare werken, energie
4. Provincies en Gemeenten (6 jaar)
Provincieraad & Deputatie
College van burgemeester en schepenen & Gemeenteraad
2.3 rechterlijke macht
A: Een onafhankelijk maar gecontroleerd gerecht
In de Belgische Grondwet voorzien
Artikel nr niet kennen wel inhoud
• 152: Rechter kan afgezet worden als men een overtreding
doet.
• 149: het vonnis moet altijd uitgelegd worden waarom dit
uitgesproken is, anders is dit vonnis ongeldig
B. De magistratuur
• Magistratuur = heel de rechtererlijke macht
• Zetelende magistatuur= is een magistraat die zit, men luisterd naar
iedereen die heel de zitting praat.
• Staande magistratuur= het parket, die kijkt naar de rechten naar alle
andere en vertegenwoordigd de bevolking. Ze staat lett recht terwijl ze
de belgische bevolking vertegenwoordigds en men zal ook een straf
uitspreken wat zij graag zouden vorderen. (de ridder serie)
• Rechter: spreekt vonnis uit
• Raadsheer: spreekt een arrest uit
C. Burgerlijk recht en strafrecht
• Minst erg= overtreding (dronkenschap, vluchtmisdrijf, nachtlawaai)
• Zwaarder= wanbedrijf (diefstal aanranding, fiscale fraude, oplichting,
verkrachting, drugsgebruik)
• Zwaarste= misdaden (moord, brandstichting, zeer zware zededelicten)
o Bevoegde rechtbank
Overtreding = politierechtbank
Wanbedrijf = correctionele rechtbank
Misdaad = hof van assisen
Geldboetes worden jaarlijks in koninklijk besluit vastgesteld
• Geldboetes: vastgelegd in K.B., wijzigen regelmatig. Steeds te vermenigvuldigen met
opcentiemen
• Correctionele rechtbank: uitspraak over een misdaad = Gecorrectionaliseerde misdaad
Maar, correctionele strafrechter hanteert straffen voor misdaad
• Politierechter: uitspraak over een wanbedrijf = Contraventionalisering wanbedrijf
4