THEORETISCHE CRIMINOLOGIE EN
VICTIMOLOGIE
LES 1: CRIMINOLOGISCH WETENSCHAPPELIJK DENKEN
Theoretische
criminologie
en
victimologie
Wetenschap(pelijk Criminologisch
denken) denken
CRIMINALITEIT <-> CRIMINOLOGIE
Criminaliteit: ‘het fenomeen’, deel van het onderzoeksobject
Criminologie: de wetenschap die de criminaliteit onderzoekt
• Een historisch criminologisch perspectief?
• Conflicten en de afhandeling ervan hebben altijd bestaan in de samenleving, hebben altijd
deel uitgemaakt van de menselijke gemeenschappen
• Criminaliteit en bestraffing doorheen de tijd = geschiedenis van de menselijke samenleving
• Men heeft dus doorheen de tijd ook altijd gedacht over dit fenomeen, ideeën erover gehad
• Vb. heksenvervolgingen
• Het is niet de moderne mens die crimineel gedrag en het denken erover heeft uitgevonden,
het is er altijd geweest doorheen de tijd, MAAR is niet hetzelfde als wetenschappelijk denken.
Dit dateert van veel later
• Politieke ontwikkeling (politieke macht!) laatste 1000 jaar
• Maatschappelijke (sociaal/economisch) ontwikkelingen
• Historiciteit van “fenomeen” criminaliteit & bestraffing
• Criminologisch wetenschappelijk denken is NIET van alle tijden
• Denken over criminaliteit en bestraffing wel ...
Belangrijk om dit onderscheidt te zien! Want hoe we denken op een bepaald moment in de tijd, is erg tijds
specifiek en zegt iets over de samenleving van dat moment.
Het is via het onderzoeken van criminaliteitsfenomenen, van vormen van bestraffing, van beleid, van politiek,
van economische/religieuze situaties… dat we de samenleving dieper kunnen begrijpen.
1
,Pas in de 19de eeuw was de aanspraak op wetenschappelijkheid (zeggen van: ‘dit is wetenschappelijk’)
ontstaan
Het is ook in deze tijd dat de rol van wetenschap in de samenleving/politiek/maatschappelijke discussies
werkelijk zijn plaats krijgt.
WAT IS WETENSCHAP?
Wetenschappelijk denken?
• Wetenschap is zoekend “observeren”
• We observeren dingen, want we zoeken iets
• Als selectieprincipe (!) zoeklicht theorie (Popper)
• En dus ook “tunnel” perspectief
• We kijken naar één specifiek ding, naar een afbakening
• En we kijken naar heel veel dingen dus niet
• Heeft altijd een bepaalde focus
• Focus bepaalt mee de uitkomst van het onderzoek!!!
• Wat is de vraag? waar kijkt men naar (en waarnaar niet!)
Vb. Lombroso onderzocht daders en ging alles aan hen opmeten (monden, kinnen, hoe ver de ogen uit elkaar
staan…) en op basis daarvan verklaarde hij crimineel gedrag van mensen. Hij keek dus niet naar andere mensen
die geen crimineel gedrag stelden. Hij ging ervan uit dat degene die in de gevangenis zaten, dat dat de
delinquente populatie was en dat de ‘anderen’ deze uiterlijke kenmerken niet konden hebben.
Kijken is een veel-lagig werkwoord. Waar we naar kijken is veel-lagig. Iedereen heeft ook zijn eigen manier van
naar dingen kijken. Echter binnen de wetenschap is dit een probleem, want de resultaten moeten
gereproduceerd kunnen worden. De onderzoekers mogen dus niet te veel invloed hebben op wat ze zien.
KLASSIEKE VISIE EN PREMISSEN WETENSCHAP = POSITIVISME
Basis voor de opkomst van het wetenschappelijk (criminologisch) denken, is een heel klassiek filosofisch
perspectief, wat we het positivisme noemen. Dit ligt aan de basis van de opkomt van alle wetenschappelijke
disciplines
2
, 1. Orde en rationaliteit veronderstellen wetmatigheden
• We zoeken naar wat de regelmatigheden zijn die zich voordoen
• Ontwikkeling van de sociale statistieken: instrument om de orde die er heerst in de
samenleving te laten zien
2. Mens is enig kennend wezen
• We gaan er niet van uit dat anderen (‘niet mensen’) aan wetenschap doen
• De mens produceert kennis
• Mens is superieur in dit verhaal → creëert hiërarchie van kennis
3. De scheiding tussen subject en object
• De onderzoeker is gescheiden van hetgeen die onderzoekt
• Afstand → objectiviteit
• Moeilijk binnen de criminologie, want ons onderzoeksobject zijn mensen
Het denken mag zich niet onderwerpen …. behalve aan de feiten … (Poincaré)
KARAKTER EN KENMERKEN
• Wetenschapper actief op zoek ➔ waarneming
• Wij organiseren de zoektocht actief, wetenschap is actief op zoek zijn, actief werken
• I.Kant: Wetenschapper ondervraagt de natuur zoals een rechter een getuige ondervraagt
• Wat zijn feiten ?
• Vraagstelling is belangrijk! → We ondervragen ons onderzoeksobject
• Systematiek en gerichtheid (methode)
• Niet zomaar iets onderzoeken en toevallig op feiten komen, maar alles moet uitgeschreven
worden en systematisch zijn
• Wetenschapper plaats zich buiten gebeuren
• Controle & Toetsing
• Procedure en tests
• Intersubjectiviteit → Iemand anders die hetzelfde onderzoek voert, zou op dezelfde
resultaten moeten komen
• Falisificatieprincipe (Popper)
• Het is niet gedaan met het onderzoek wanneer je resultaten bent bekomen, je
resultaten moeten gecontroleerd/getoetst/ondervraagd worden
3
, WETENSCHAP & “OBJECTIVITEIT”?
➔ Alle waarnemingen onvoorwaardelijk (niet alleen verder gaan met de resultaten die je voor ogen had,
maar ook met resultaten die je juist niet verwacht had)
➔ Logica = ordening
➔ Classificatie = “labelling”
• (Making up people!)
• Kwalificatie
➔ Ordening = begrippen
➔ Beweringen controleerbaar voor/door anderen
➔ Vereenvoudiging (?): van particuliere naar algemene kennisinzichten
• In alle particuliere bevragingen en observaties de orde/structuur vinden die erin zit
• We willen algemene uitspraken doen obv particuliere feiten/resultaten
• De criminologische verbeelding (!) (C.Wright Mills)
WETENSCHAP IS…
1. Voortbouwen op bestaande kennis
• Niet het warm water uitvinden
• Wat we al weten en wat al onderzocht is, meenemen in uw onderzoek
2. Vragende problematiserende houding ten aanzien van het onderzoeksobject = Systematisch stellen
van (juiste) vragen
3. Systematisch stellen van handelingen als oplossingsprocedure voor de gestelde vragen
4. Verklaren Begrijpen
• Wetenschappers gaan niet enkel beschrijven, maar juist begrijpen en verklaren (een stap
verder)
5. Controverse kennis
• Er is altijd controverse (tegenspraak) in de wetenschap
6. Twijfel, consensus, controverse
• Moet er zijn
• Het is in de twijfel en de controverse dat de beweging zit in het wetenschappelijk denken, in
de vooruitgang van deze kennis (het feit dat we altijd meer en meer willen/moeten weten)
• Elk nieuw feit en inzicht voegt iets toe aan onze kennis, maar levert ook nieuwe vragen en
twijfels op
4