Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting LWEO economisch beleid €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting LWEO economisch beleid

 47 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Type

Samenvatting LWEO economisch beleid hoofdstuk 1/3

Aperçu 3 sur 17  pages

  • 9 janvier 2023
  • 17
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 6
avatar-seller
ECONOMISCH BELEID

PUNTENLIJSTJE (TOETS = 24 OPEN VRAGEN)

 Oorzaken en gevolgen van renteveranderingen

Oorzaken:
Stijging aanbod = daling rente
Daling aanbod = stijging rente
Rentebeleid ECB

Gevolgen:
Hogere rente = aantrekkelijker om te sparen (want je krijgt meer rente, dus geld), minder aantrekkelijk om te
lenen (want je moet meer rente, dus geld, betalen) -> bestedingen dalen.
Lagere rente = onaantrekkelijker om te sparen (want je krijgt minder rente, dus geld), aantrekkelijker om te
lenen (want je hoeft minder rente, dus geld, te betalen) -> bestedingen stijgen.

 Oorzaken en oplossingen van werkloosheden

Natuurlijke werkloosheid
Oorzaken:
- Frictiewerkloosheid = werkloosheid die een gevolg is van het feit dat er tussen het ontstaan van een vacature
en het vervullen ervan tijd verloren gaat, omdat een werkzoekende tijd nodig heeft om de baan te vinden en de
werkgever tijd nodig heeft om een persoon te vinden.
- De hoogte en voorwaarden van werkloosheiduitkeringen = hoe gunstiger de voorwaarden, des te minder
werklozen zich gaan inspannen om een baan te vinden
- De dynamiek op de arbeidsmarkt = er verdwijnen banen in de ene sector en in de andere sector komen er
banen bij. Niet iedereen die hun baan kwijtraakt zal zomaar kunnen overstappen op een nieuwe baan (eerst
kennis/vaardigheden aanpassen). Dit aanpassingsproces neemt enige tijd in beslag; tijd waarin zij werkloos
zullen zijn
- Te hoge loonkosten per eenheid product = door te hoge loonkosten per eenheid product -> evenwicht op
arbeidsmarkt verstoord; vraag naar arbeid laag ten opzichte van het aanbod. Bij sommige werknemers worden
de loonkosten te hoog in vergelijking met hun arbeidsproductiviteit -> werknemers verliezen hun baan. Dat kan
ook gebeuren als een bedrijf vanwege te hoge loonkosten het productieproces naar lagelonenlanden
verplaatst. Om de disbalans tussen loonkosten en arbeidsproductiviteit te herstellen -> arbeidsproductiviteit
moet sterker stijgen dan de loonkosten per werknemer -> loonkosten per eenheid dalen = LOONMATIGING.
Gevolg loonmatiging -> daling AIQ

Oplossingen:
- Frictiewerkloosheid: betere/snellere informatievoorzieningen, ontslagrecht versoepelen
- Werkzoekenden stimuleren tot bijscholing
- Mensen stimuleren om een baan te accepteren in een andere regio
- Stimuleren deeltijdwerk

Conjuncturele/ structurele werkloosheid
Oorzaken:
- In geval van laagconjunctuur dalen de bestedingen -> daling van de productie -> daling van de arbeidsvraag ->
stijging werkloosheid.

Oplossingen:
- Bestedingen moeten toenemen (anticyclisch begrotingsbeleid)

,  Oorzaken en gevolgen van kosten- en bestedingsinflatie

Oorzaken kosteninflatie:
- Stijging productiekosten -> stijging verkoopprijzen (want de stijgende productiekosten worden doorberekend)
Stijging lonen is sterker dan de arbeidsproductiviteit -> loonkosten per eenheid product stijgen -> stijging
verkoopprijs (want de stijging in loonkosten per product worden doorberekend).

Oorzaken bestedingsinflatie:
- Stijgende bestedingen -> stijging bezettingsgraad (= hoeveel procent van de productiecapaciteit gebruikt
wordt om te produceren) -> bedrijven hebben meer moeite om aan de vraag te voldoen -> prijsstijging om de
vraag te verminderen.

Gevolgen inflatie:
- Stijgende verkoopprijzen
- Mogelijke daling koopkracht (als de lonen niet met de inflatie meestijgen)
- Geldontwaarding (geld verliest zijn waarde omdat de prijzen van producten stijgen)
- Verslechtering internationale concurrentiepositie (want producten zijn duurder dan in het buitenland). Het
wordt dan moeilijker voor producenten om te concurreren met he buitenland -> daling export en stijging
import -> daling geaggregeerde vraag.

 Verband tussen koers en inflatie

Stijging wisselkoers -> product uit het buitenland is goedkoper -> lagere kosten -> deze worden doorberekend
in de verkoopprijs = lagere verkoopprijs -> daling inflatie.
Daling wisselkoers -> product uit het buitenland is duurder -> hogere kosten -> deze worden doorberekend in
de verkoopprijs = hogere verkoopprijs -> stijging inflatie.

 BBP berekenen

Objectieve methode = productiewaarde = toegevoegde waarde = omzet – onderlinge leveringen
Subjectieve methode = productiewaarde = som van primaire inkomens + afschrijvingen
Bestedingsmethode = C + I + O + E – M

 Oorzaken en gevolgen van een overheidstekort

Oorzaken:
Afnemende belastinginkomsten + stijgende overheidsuitgaven = overheidstekort

Gevolgen:
Een overheidstekort is het gevolg van het stimuleren van bestedingen hiermee remmen ze de daling van
bestedingen af (anticyclisch beleid in een laagconjunctuur).

 Anticyclisch en procyclisch begrotingsbeleid

Anticyclisch:
= begrotingsbeleid dat de conjunctuurcyclus afzwakken. De overheid zal proberen de economie te dempen in
hoogconjunctuur en te stimuleren in laagconjunctuur. In een hoogconjunctuur probeert de overheid de
bestedingen af te remmen door het verhogen van belastingen of verlagen van overheidsbestedingen (leidt tot
overheidsoverschot). In een laagconjunctuur probeert de overheid de economie te stimuleren met extra
overheidsbestedingen of lagere belastingen (leidt tot overheidstekort).

Anticyclisch beleid is vaak moeilijk om te voeren, redenen: er zit veel tijd tussen initiëren bepaalde maatregel
en uitvoeren. Burgers kunnen in geval van belastingverlaging het extra inkomen te sparen of in het buitenland

, te besteden -> binnenlandse bestedingen worden niet gestimuleerd.
Als de overheid de belastingen verhoogt of uitgaven verlaagt -> werkgelegenheid daalt, bbp daalt -> uitgaven
aan uitkeringen omhoog, belastingontvangsten dalen = uitverdieneffect.

Procyclisch:
= begrotingsbeleid dat de conjunctuurcyclus versterkt. De overheid zorgt er zo voor dat de hoogconjunctuur
hoger wordt en de laagconjunctuur lager wordt. In een hoogconjunctuur kan de overheid dit doen door meer
geld te besteden -> economie verder stimuleren en hogere vraag of lagere belastingen in te voeren -> publiek
heeft meer geld om te besteden -> hogere geaggregeerde vraag. In een laagconjunctuur kan de overheid dit
doet door hogere belastingen in te voeren of de overheidsuitgaven verminderen -> nog verdere daling
geaggregeerde vraag.

 Ruime en krappe arbeidsmarkt

Aanbod arbeid = werklozen + werknemers + zelfstandigen en is afhankelijk van de hoogte van het loon, de
bevolkingsomvang, de wetgeving, maatschappelijke opvattingen en gezondheidszorg.
Vraag arbeid = werknemers + zelfstandigen + vacaturen en is afhankelijk van de hoogte van het loon en de
productie.

Ruim:
= aanbod van arbeid is groter dan de vraag naar arbeid (veel werkloosheid, weinig vacatures).

Krap:
= Vraag naar arbeid is groter dan aanbod (veel vacaturen, weinig werkloosheid)

 Keynesiaans kruis + berekening uitvoeren, bijv. potentiële productie (3.18/3.17)

Het evenwicht op de goederenmarkt wordt weergegeven in het keynesiaans kruis. Hierbij wordt het
kortetermijnevenwicht weergegeven tussen de bestedingen (C + I + O) en inkomen (Y).
Het keynesiaanse kruis bestaat uit 2 lijnen die elkaar kruisen:

 Y = EV-lijn = lijn die alle combi’s weergeeft waarbij geldt dat het inkomen gelijk is aan de bestedingen.
Het is de evenwichtsvoorwaarde van het model.
 EV = C + I + O lijn = (bestedings- of EV)lijn die de bestedingen weergeeft bij elke hoogte van het
inkomen.

Bestedingslijn kruist met evenwichtsvoorwaarde = punt van kortetermijnevenwicht op de goederenmarkt.

 Oorzaken en gevolgen van monetair beleid

Oorzaken:



Gevolgen:



Als de inflatie hoger dreigt te worden dan de inflatiedoelstelling -> rente verhoging = verkrappend monetair
beleid.
Als de inflatie lager dreigt te worden dan de inflatiedoelstelling -> rente verlaging = verruimend monetair
beleid.

 Multiplier (3.22/3.26)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RomyvdD. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter