Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
Recherché précédemment par vous
Samenvatting Geschiedenis vwo 6 historische contexten hoofdstuk 1 Steden en burgers in de Lage Landen Geschiedenis Werkplaats CE€5,39
Ajouter au panier
Samenvatting Geschiedenis vwo 6 historische contexten hoofdstuk 1 Steden en burgers in de Lage Landen Geschiedenis Werkplaats CE
7 vues 0 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
VWO / Gymnasium
Dit is een samenvatting geschikt voor leerlingen uit vwo 6. In deze samenvatting is hoofdstuk 1 'Steden en burgers in de Lage Landen' samengevat en onderverdeeld in de volgende paragrafen:
§1 Steden in Vlaanderen en Artesië ()
§2 Steden, netwerken en bestuurders ()
§3 De Republiek ()
Aa...
Historische Contexten Hoofdstuk 1
Steden en burgers in de Lage Landen
§1 Steden in Vlaanderen en Artesië (1050-1302)
4) De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven
van een agrarisch-urbane samenleving.
4) De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid
van steden.
De opkomst van de Nederlandse economie begon in de 11 e eeuw door een snelle
bevolkingsgroei, als gevolg van de toename van de voedselproductie:
- Er was meer landbouwgrond beschikbaar door het kappen van bossen en
leeg leggen van moerassen (ontginningen en inpolderingen).
- Er kwamen meer landbouwopbrengsten door technische verbeteringen,
zoals de risterploeg.
- Er was efficiënter grondgebruik door de toepassing van het drieslagstelsel
i.p.v. het tweeslagstelsel.
Er ontstond weer een agrarische-urbane samenleving met verstedelijking en een
monetaire economie. De geldeconomie was nooit helemaal verdwenen, maar
door de opkomst van steden bloeide de handel enorm op. De steden waren het
middelpunt van nijverheidsproductie en handel met markten waar boeren en
stedelingen producten konden kopen en verkopen.
Boeren produceerden niet meer voor hun eigen gebruik en voor hun heer, maar
ook voor verkoop op deze stedelijke markten. Zo werden de steden voorzien van
voedsel en grondstoffen voor de nijverheid (gerst, hop, wol). De steden leverden
het platteland werktuigen, kleding en andere nijverheidsproducten. Op deze
manier gingen steden zich specialiseren. Door hun markt functie groeiden de
handelsnetwerken van de steden en hun verzorgingsgebied.
Om de economische belangen te beschermen, wilden steden stadsrechten
(stadsmuren, zelfbestuur, recht spreken eigen wetten). Koningen, graven,
bisschoppen en andere heersers gaven stadsrechten in ruil voor geld, om steun
van de stad te krijgen tegen concurrenten en om de welvaart in hun eigen gebied
te stimuleren. Soms werden ze met geweld hiertoe gedwongen. De schepenen
gingen de steden besturen. Dit waren aanzienlijke burgers die het bestuur en de
rechtspraak van de stad in handen hadden.
De bevolkingsgroei eindigde in de 14e eeuw door een hongersnood en
pestepidemieën. Het proces van verstedelijking en commercialisering (proces
van verzakelijking) ging door. De meest verstedelijken gebieden waren Noord-
Italië en Vlaanderen. Andere gebieden in Oost-, Midden en Noord-Europa en het
Iberisch schiereiland waren in 1500 nog nauwelijks verstedelijkt.
In steden waren er meer sterfgevallen dan geboortes, maar de migratie vanaf het
platteland hield de bevolking op peil. Immigranten konden het burgerschap van
de stad krijgen als ze ambachtslieden of kapitaalkrachtige kooplieden waren,
want hun waren belangrijk voor de instandhouding en ontwikkeling van de
economie. In steden woonden grote aantallen mensen die niet behoorden tot de
, poorters, zoals ongeschoolde arbeiders, paupers (arm) en geestelijken (stonden
onder gezag van de kerk).
In de Nederlanden begon de verstedelijking in Vlaanderen en Artesië (Artois). In
deze 2 graafschappen ontstonden steden als Rijsel (Lille), Ieper, Brugge, Gent en
Atrecht (Arras). Atrecht in Artesië was tot het eind van de 13 e eeuw de
belangrijkste stad in de Nederlanden. Atrecht groeide bij de resten van een oude
Romeinse stad die niet was verdwenen, omdat er een bisschop woonde. Dit was
niet de grootste maar wel de machtigste stad, omdat handelaren en bankiers een
centrale plaats kregen in de lakennijverheid. Zo werd Atrecht het startpunt van
de stedelijke dynamiek (levendigheid) in de Nederlanden.
De omstandigheden in Artesië en Vlaanderen waren gunstig voor stedelijke
ontwikkelingen:
- Vruchtbare leemboden die geschikt was voor de verbouw van tarwe.
- Hierdoor was er een grote landbouwproductie mogelijk om de groeiende
bevolking te voeden.
- Schapen werden gehouden op de onvruchtbare zoute gronden langs de
kust. Die leverden wol voor de lakennijverheid.
Laken was tot de katoennijverheid in de 18e eeuw de belangrijkste soort textiel
in Europa. Vlaanderen en Artesië werden de belangrijkste centra van de
lakennijverheid wat in heel Europa en daarbuiten werd verkocht. Omdat er veel
ambacht nodig is voor het maken van laken bood de lakennijverheid een groot
deel van de stadsbevolking werk aan:
- De meeste textielarbeiders waren wevers.
- Daarna kwamen de vollers (zwaar en smerig werk).
- De ververs kleurde de textiel.
- Kleuren gespecialiseerde ambachtslieden.
- Het productieproces werd georganiseerd door kooplieden (inkoop,
werkgever en verkoop).
Vlaanderen en Artesië lagen dicht bij Engeland (grootste leverancier wol) en dicht
bij het belangrijkste handelsnetwerk (Noord-Frankrijk tot Noord-Italië). In Parijs
werden er jaarmarkten georganiseerd waar kooplieden massaal naar reisden
voor de Franse markt en handel met Vlaanderen en Artesië.
Aan het eind van de 13e eeuw haalde steden in Vlaanderen (Brugge
handelscentrum en Gent nijverheid) de welvaart van Atrecht in. Ook Brabantse
steden als Brussel, Leuven en ’s-Hertogenbosch kwamen op in de
lakennijverheid. De Vlaamse en Brabantse textielsteden richtten hun export op
Brugge. Atrecht verloor zijn voorsprong door nieuwe handelsroutes en de
jaarmarkten die verstoord raakten. In Italië waren er oorlogen die de handel daar
onveilig maakte. De Ottomaanse expansie maakte de handel in het oosten van
de Middellandse Zee ook moeilijker.
Tegelijk groeide vanaf het eind van de 13e eeuw de handel met steden van de
Duitse Hanze. Brugge lag voor hen veel gunstiger dan Atrecht (ver van zee),
want zeeschepen kwamen tot vlak bij Brugge en de lading werd via een kanaal
naar het centrum vervoerd. Via de Noordzee kwamen handelaren uit Spanje en
na de oorlog ook Italië naar Brugge.
Voor de bloei van Brugge was er een verandering in Vlaamse steden, waardoor
ambachtslieden via hun gilden invloed kregen in het stadsbestuur. Vooraf lag het
bestuur van de steden in de handen van patriciërs (aanzienlijke
koopmansfamilies). Ze leenden geld uit aan de adel en lieten hun dochters met
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ElenavanVliet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.