Epidemiologie
De rol van een kinesitherapeut in de gezondheidszorg
• Revalidatie: herstel
• Preventie: voorkomen van een bepaald letsel
• Definitie gezondheid: goede conditie, voeding, gezondheid, mentale gezondheid
o Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn
• Homeostase:
o Dynamisch proces voortdurend opzoek naar evenwicht, wisselwerking tss wisselwerking
van krachten die ons lichaam verstoren
o Gezondheid = proces van homeostase
o Persoon dat 20% gezond is, heeft minder homeostase
Normaliteit
• Statistisch normaal:
o Normale verdeling, Gauss-curve
o Berekenen op basis van gemiddelde
• Normatief normaal:
o Niet op basis van gemiddelde, wel een waarde die als optimaal w beschouwd
o Factoren die norm beïnvloeden:
Geslacht
Leeftijd
Diurnale variatie (dagdagelijks leven)
Ziekte
= afwijking van een normale functie of structuur vh lichaam
• Etiologie: factoren die de ziekte gaan veroorzaken:
o 1 bepaalde/meerdere oorzaken
o Idiopathische oorzaak: oorzaak (nog) niet gekend (wat kunnen wij doen: arts schrijft
medicatie voor, patiënt moet blijven beweging, gewrichten soepel houden)
o Iatrogene oorzaak: opgelopen door een fout in een medische behandeling (bv. Verkeerde
diagnose, verkeerd behandelen, ziekte w erger)
• Pathogenese: de wijze waarop de oorzaak de ziekte tot stand brengt:
o Schadelijke invloed:
Onbekend (bv. acuut trauma, overbelasting, infectie, intoxicatie)
o Terrein: gevoeligheid/vatbaarheid:
Genetische factoren
Omgevingsfactoren (bv. België is vrij steriel, andere landen is dat minder)
Algemene gezondheid
Leeftijd
o Reactiemechanisme —> immuun stelsel
Als immuunsysteem niet goed werkt en eigen cellen gaat aanvallen (bv. Diabetes
type 1)
• Symptomatologie = uiting van de ziekte of ziekteteken:
o Subjectief (pijn) <-> objectief
o Aspecifiek (bepaald symptoom maakt niet direct duidelijk dat dit een bepaalde ziekte is) (pijn
rond de knie —> je bent er niks mee, er zijn zoveel weefsels rond de knie —> objectieve
testen) <-> pathognomonisch = bepaald symptoom is zeer kenmerkend voor bepaalde
ziekte (bv. Ziekte van Lyme heeft specifieke symptomen)
o Syndroom = aantal symptomen die altijd met de ziekte gepaard gaan (iedereen zal de
symptomen hebben, bv sars-virus) (cluster van symptomen)
• Verloop van ziekte:
o Acuut <-> chronisch (vanaf 3-tal maanden)
o Latente periode: begin van de ziekte & optreden van eerste symptoom
o Incubatieperiode: infectie & optreden van symptomen (bv bij corona is dat 7 dagen)
o Prodromale periode: periode waarin pronomen optreden = eerste (vaak aspecifieke) teken vd
ziekte (prodroom = voorteken, er komt iets aan maar je weet niet direct wat)
, • Prognose = uiteindelijk resultaat van de ziekte en termijn waarin dit optreedt
o Genezing: volledig herstel zonder restletsels
o Genezing met seleen: onvolledig herstel met restletsels
• Behandeling:
o Doel: zelf de behandeling benaderen, oorzaak aanvragen
Causaal: behandeling door de oorzaak te bestrijden
Organotroop: verwantschap tot bepaald orgaan
Symptomatisch: pijnverlichting
palliatief: is eindstadium, dat patiënt niet verder gaat lijden
Proefbehandeling: al wat experimentele fases doorgaan (bv vaccin corona), is de
behandeling effectief?
Experimentele behandeling: in beginstadium, experimenten plannen in
gecontroleerde groep
o Methode:
Heelkunde
medicatie: wij schrijven gn medicatie
Fysisch: het bewegen (hydratherapie, elektrotherapie,…)
psychotherapie: psychosomatische klachten aanpakken door nr
psycholoog/psychiater aanwijzen
Gezondheidsleer
• Een toegepaste wetenschap:
o Steunen o andere wetenschappen
o anatomie, fysiologie, fysica, chemie
o Ook filosofie, sociologie, psychologie
• Praktische wetenschap:
o Praktische toepassing in dagelijks leven
o Aanleren van gezonde leefgewoonten & gezonde verhoudingen tot ons milieu
• situering
• INDELING:
o Algemeen: Iedereen + in alle
omstandigheden (bv
vaccinatieprogramma’s)
o Bijzonder: Bepaalde groepen
(bv beroepen,
leeftijdsgroepen)
o Openbaar: Maatregelen door
openbare besturen (bv
mondmaskers)
Revalidatieleer
• Stoornis:
o partieel/volledig verlies v anatomische, fysiologische of psychologische functie/structuur (bv
na auto-ongeluk werkt arm niet meer
• Beperking:
o verlies van bepaalde functie in ons lichaam
• Handicap:
o Affectieve functie: coping-mechanisme, op bepaalde triggers kan men niet meer reageren
(bv angstig zijn, depressief zijn,…)
o Sociale functie: op sociaal niveau zijn ze niet meer volgens de norm
o Belangrijk om multi-disciplinair samen te werken
Preventie
• Primaire preventie:
o = voorkomen van letsels/ziektes (bv mensen stimuleren trappen te nemen —> obesitas)
o DETERMINANTEN (oorzaaksfactoren)
o Primaire preventie is niet altijd mogelijk (bv MS, parkinson, artrose,…)