SOCIALE ETHIEK
Algemene informatie
Examen:
- Elektronisch examenmoment thuis
o Meerkeuzevragen
o Open vragen of andere typen vragen b.v. termen invullen, filmpjes…
- Boek David Bamps lezen: puzzelstukken voor een nieuwe moraal, 2019
Wat is ethiek?
- Kun je niet in een zin zetten. Theoretisch gezien zou het kunnen, maar je kunt de rijke
geschiedenis, de verwevenheid en al deze dingen niet omvatten
- Goed en kwaad?
o Gaat over de vraag: ‘Wordt er in een bepaalde situatie juist gehandeld?’ ‘Wat is juist
handelen?’
o “juist” niet goed of slecht, heeft beladenheid
- Etienne Vermeersch
o Universiteit Gent: een van de bekendste ethici
- Spiegelen aan de natuurwetenschappen (David Hume)
o Wetmatigheden vinden: in bepaalde situaties kun je zeggen “zo gebeurt het”
o Ander voorbeeld = Newton: wetten over zwaartekracht etc.
o Ethici wouden ook ethische wetmatigheden
- Bruikbaarheid binnen SRW?
- Ethische thema’s?
Hoe bepaal je of iets juist is of niet?
Normatieve theorie
Er is geen eenduidig antwoord op de vraag “Wat is juist handelen?” referentiekaders
Is een handeling juist of onjuist?
- Afhankelijk van de situatie, omgeving, bij wet bepaald
- Het referentiekader van een persoon
o Gebruik van referentiekader als soort ‘spelregels’ om te beoordelen of een handeling
juist is
o Spelregels zijn altijd anders: b.v. andere regels bij tennis dan bij voetbal
- Tot een genuanceerd eindoordeel komen na alles af te wegen a.d.h.v. deze kaders
- Er is geen vaste/juiste referentiekader, er zijn er meerdere
o Het ene kan zeggen dat een bepaald gedrag juist is terwijl het ander referentiekader zegt
dat het onjuist is
,3 referentiekaders/benaderingen in de ethiek
Deontologische ethiek Consequentialistische Deugdethiek
ethiek
Plichts- of rechtenethiek Teleologische of gevolgethiek Aristoteles
(teleo = doel)
Beoordelen of In overeenstemming Gevolgen van handeling in
handeling juist is met wetten/regels kaart brengen. Afwegen
wat het veroorzaakt: pijn of
B.v. liegen: mag dit? geluk? Voor- of nadelen?
NEEN! Dus antwoord is afhankelijk
van deze gevolgen.
+ of –
+ > - : ja
- > + : nee
B.v. liegen: mag dit?
JA, als er meer voor- dan
nadelen zijn.
- Voorbeeld waarin er gelogen mag worden
o Sinterklaas
Liegen voor kinderen om geluksgevoel te creëren met geloof in sinterklaas. Gevolgen
als je het zou zeggen: meer negatief dan positief
o Mantelzorger voor ouderen: b.v. iemand die door verzorging niks meer te voet doet en
daarom dit ook niet meer kan
Iemand weer leren lopen door leugentjes om bestwil
Auto verder parkeren en zeggen dat er voor de deur geen plaats is
Doen alsof je tijd genoeg hebt
Door iemand een beetje voor de gek te houden, kon ze na verloop van tijd weer
lopen (rolstoelvrij)
Kan ik na verloop van termijn “+ > -“ verkrijgen?
Uiteindelijke meer “+” door leugentjes dan “-“
= puur consequentalistische ethiek
Ethiek en moraal
Inleiding: Het morele instinct over de natuurlijke oorsprong van onze moraal
Waarom is de ene mens goed en de andere slecht? Dit boek is een lang antwoord op die vraag.
Het verklaart ‘moreel’ en ‘immoreel’ gedrag als uitdrukkingsvormen van vijf morele systemen.
Vier ervan berusten op intuïties of emoties (de hechtingsmoraal, de geweldmoraal, de
reinigingsmoraal, de samenwerkingsmoraal) en slechts één is rationeel (de beginselenmoraal). Al
die moralen verplichten mensen om dingen te doen of te laten, maar op diverse gronden en
verschillende manieren. Gemeenschappelijk aan alle moraal is dat die onze individuele vrijheid
begrenst.
Verplaetse vertelt wat we weten over de oorsprong en de ontwikkeling van de moraal als een
gevolg van biologische, automatische en emotionele processen. Neurowetenschappelijke
bevindingen leveren overtuigend bewijs voor de diepe verankering van moraal in het menselijk
lichaam. Zo heeft de ontdekking van spiegelneuronen duidelijk gemaakt dat empathie – volgens
Schopenhauer de basis van alle moraal – een neurobiologisch gegeven is.
,Dit boek gaat niet over de geest van de ethiek, maar over het vlees van de moraal. Het biedt een antwoord
op wat de mens, waar ook ter wereld en tot welke cultuur hij ook behoort, bezit aan vermogens om met het
conflict tussen eigenbelang en hoger belang af te rekenen. Het verschuift de focus van culturele diversiteit
naar biologische gegevenheden.
ETHIEK MORAAL
Latijn: “mores” = gewoonte, waarden/normen
sterk gekleurd door opvoeding!
Normatieve, ethische referentiekaders Moraaltypen van Jan Verplaetse
1. Hechtingsmoraal
1. Deontologische ethiek 2. Reinigingsmoraal
2. Consequentialistische ethiek 3. Geweldsmoraal
3. Deugdethiek 4. Samenwerkingsmoraal
5. Beginselenmoraal
6. Transhumane moraal (Bamps)
- Filosofen: wouden iets wat universeel is voor iedereen; waar iedereen aan voldoet en naar kan
luisteren… vaak en lang geprobeerd, niet gelukt maar wel (relatief) succesvolle pogingen zoals
het UVRM bijvoorbeeld
- Jan Verplaetse: zei dat er 5 verschillende typen van moraliteit zijn = ‘multimorality’
o De eerste 4 typen zijn intuïtief/instinctief (PATHOS)
o De 5e, beginselenmoraal, vergt meer nadenken (RATIO)
- Bamps: volgens hem is er nog een (nieuwe) 6e type moraal n.l. de transhumane moraal
Moraal
Rationale versus animale
- ETHIEK: Werken met het rationele; nadenken over dingen (Kant)
o Wat geeft mensen het recht om…”: b.v. Auschwitz
o Hersenen: corticale gebieden, buitenkant
- MORAAL: werken met het dierlijke, instinctieve
o Zie je terug in de oersamenlevingen
o Hersenen: zit het diepst, zogenaamde cerebrale gereedschapskist waar we mee
uitgerust zijn
B.v. limbische systeem,
amygdala… = oerinstincten
B.v. cerebellum, corticale
gebieden… = emoties,
rekenen etc.
, 1. Samenwerkingsmoraal
Al in de oertijd moest men samenwerken om te overleven
B.v. video van aapjes die samenwerken om noten te verkrijgen delen daarna ook deze noten
Gaat over waarden en normen
- Waarden: achterliggende idee (b.v. eerlijkheid)
- Normen: zeggen wat je moet doen (b.v. niet liegen)
Leidt tot: Verschillende vormen van cultuur, opvoeding, verboden en geboden… Wat hebben deze dan
gemeen? samenwerking! (zegt Jan Verplaetse)
Als iets universeel is (zoals een cultuur b.v.), betekent dit dan ook dat iets ‘goed’ is?
- ‘goed’ is ook maar iets relatief
- Wie beslist of iets goed is? Dit is de vraag die ethici zich stellen
2. Beginselenmoraal
Mensen gingen meer nadenken, gebruikten hun verstand/ratio: men ging een soort spelregels opstellen
Vanuit de beginselenmoraal kan men een lijn trekken naar ethiek betekende als het ware het begin
van de ethiek
3. Reinigingsmoraal
- Denk aan het onderscheid tussen rein en onrein
- Vaak worden dingen (als we denken aan juist of onjuist) in hygiënische termen beschreven
b.v. iemand die iets doet wat onjuist is noemen we een ‘smeerlap’
- Er werd vaak gepraat over het ‘zuiveren’ van mensen of van de samenleving b.v. na de
gebeurtenissen met Dutroux
4. Geweldsmoraal
Waarom is er zo’n taboe over geweld?