In bijlage een samenvatting van personen met een visuele beperking. Dit is onderdeel van het vak ODW1, maar kan nu ook gebruikt worden binnen het vak kwaliteit van leven.
Ik behaalde met het studeren van dit een 16/20!
18e eeuw, Verlichting à bewustzijn blinden tot veel in staat bij juiste opvang
Valentin Haüy
• 1785: Institution des Jeunes Aveugles -> bestaat nu nog steeds
• Gaf les aan 12 blinde jongeren
• Na dit voorbeeld werden er ook elders instituten opgericht
Louis Braille
• Zoon van zadelmaker -> kwetste zich bij spelen met snijmesjes
• Was blind & kwam in het Institution terecht
• Werd zelf leraar
• 1825: 1ste ontwerp van zijn schrift = bestond uit 6 puntjes
Was voelbaar & had logische opbouw
• 1ste versie =geen succes
• 1850: officieel erkend & ingevoerd in Frankrijk
• 1878: op Congres in Parijs werd dit brailleschrift als het meest volledige erkend en
goedgekeurd voor veralgemeend gebruik
• Voor alle talen & schriftelijke codes (wiskunde, partituren)
• Opkomst van braille-leesregels à 8 punten braille = hulpzaam voor layout
Na de onafhankelijkheid in 1830 kon België zorgen voor eigen personen met een handicap
Kannunik Triest
• 1834: Zusters van liefde instituut voor dove & blinde meisjes opgericht
• 1835: Broeders van liefde instituur voor dove & blinde jongens opgericht
• Beide te Brussel en beide bestaan nog
Kannunik Carton
• School voor dove kinderen te Brugge in 1836 en in 1837 ook voor blinde kinderen
Bv Vlaamse scholen: Centrum Ganspoel, De Markgrave, Sint-Rafaël & Kasterlinden
Begin 20ste eeuw: 2 vrijwilligersorganisaties:
1. Brailleliga in 1920
2. Licht en Liefde in 1923
Doelstelling: algemene ondersteuning bieden aan volwassenen met visuele beperking
Laatste decennia: evolutie naar meer integratie & inclusie in sl à naast residenties ook meer
ambulante diensten, revalidatiecentra & Low Vision diensten
à ondersteunen bij aspecten vh dagelijkse leven
Ook door technologie is inclusie in regulier onderwijs beter mogelijk!
42
ORTHOPEDAGOGISCHE DOELGROEPEN EN WERKVELDEN 1 | 1STE BACHELOR ORTHOPEDAGOGIE
, 5.2. BEGRIPPENKADER
Visuele beperking à normaal ziend tot niets ziend = gradaties ertussen
Indeling = verschillende parameters (anatomie & waarnemingsvermogen)
Naargelang lokalisatie vh letsel à aandoening vh oog, oogzenuw, hersenen
WHO & VAPH maken gebruik van medische definities om de visuele handicap te erkennen & ernst te
bepalen
Orthopedagoog: functionele definities gebruik makend van het ICF model à inzicht in mate
waarin de beperking de participatie ih dagelijks leven beïnvloedt
4. MEDISCHE DEFINITIES
TRADITIONELE OPVATTINGEN
2 criteria zijn bepalend voor bepaling van verschillende categorieën:
1. Gezichtsscherpte
o = maat voor de kleinste details die iemand kan onderscheiden
o Vermogen om 2 in elkaars nabijheid gelegen punten gescheiden waar te nemen
o Test voor veraf te zien die leidt tot een verhouding (1/10; 1/20)
Ogen w- afzonderlijk & samen gezien
o Normaal zicht: 10/10 à5/10 = dubbel zo dicht bekijken
o Zeer lage visus: geen echte getalswaarde maar aanduiden met het zien van
handbewegingen
2. Gezichtsveld
o Totale gebied dat overzien kan w-
o Centrale gezichtsveld: centrale deel van netvlies, gele vlek zien scherp
o Perifeer gezichtsveld: rest van het netvlies w- onscherp gezien
o Gezichtsveld door elk oog afzonderlijk uitgedrukt in graden
WHO & VAPH verwijzen naar de ICD-11 & hanteren dezelfde criteria
Gezichtsscherpte met optimale Gezichtsveld
brilcorrectie
Matig slechtziend 3/10 – 1/10 20° rond het centrale
Ernstig slechtziend 1/10 – 1/20 fixatiepunt of minder
Blind 1/20 of minder 10° rond het centrale
fixatiepunt of minder
Slechtziend = vele vormen & gradaties naargelang het type oogafwijking
1. Aandoeningen waarbij persoon een onscherp beeld heeft, zonder gezichtsvelddefecten
waardoor die een goed overzicht heeft
2. Aandoeningen met centrale gezichtsvelddefecten
3. Aandoeningen met perifere gezichtsvelddefecten
Blindheid: WHO gebruikt sinds 20ste eeuw wettelijke blindheid
Er is geen bruikbare praktische restvisus meer aanwezig
à er is nog een verder onderscheid tss lichtperceptie, vroeg- of laatblindheid
43
ORTHOPEDAGOGISCHE DOELGROEPEN EN WERKVELDEN 1 | 1STE BACHELOR ORTHOPEDAGOGIE
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur catoleus. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.