lOMoAR cPSD| 6737289
, lOMoAR cPSD| 6737289
Management
1. Inleiding tot management en organisaties
Alles in het geel, is onderdeel van examenvraag!
1.1 Wie zijn de managers?
Manager: Een manager is iemand die samenwerkt met anderen en daarin een
coördinerende en leidinggevende taak heeft, met als oogmerk de doelstelling van de
organisatie te verwezenlijken.
Ze kunnen naast het leiding geven en coördineren van het werk van anderen ook
uitvoerende taken hebben. Ook medewerkers krijgen soms ook weer
managementactiviteiten toebedeeld.
Bedrijven met een traditionele, hiërarchische opbouw: bedrijven met meer werknemers
onder aan dan boven aan de ladder, waarbij de organisatiestructuur de vorm heeft van een
piramide. Zoals in de figuur hierboven te zien is, beschrijven we managers in dit type
organisatie doorgaans als lagere, midden− en hogere of topmanagers.
− Lagere managers: zij geven leiding aan, en coördineren het werk van uitvoerende
(8gewone9) medewerkers: degenen die verantwoordelijk zijn voor het maken van het
bedrijfsproduct. (worden vaak teamleider, productmanager, kantoormanager, 8chef9,..
genoemd)
− Middenmanagers: zij geven leiding aan en coördineren het werk van de lagere managers.
(worden vaak afdelingshoofd, projectleider of divisiemanager genoemd)
− Hogere managers of topmanagers: zij zijn verantwoordelijk voor het definiëren van
doelstellingen en het nemen van beslissingen die van invloed zijn op de organisatie als
geheel.
(Hiërarchie: de ononderbroken lijn van gezag die van het hoogste organisatieniveau naar de
lagere niveaus loopt en die verduidelijkt wie aan wie verantwoording moet afleggen.)
, lOMoAR cPSD| 6737289
Er zijn ook organisaties die anders en losser gestructureerd zijn, waar de manager niet of
minder duidelijk naar voren komt. Toch hebben zelfs meer flexibele en los gestructureerde
organisaties mensen nodig die de rol van manager vervullen.
1.2 Wat is management?
Management: Het proces van leidinggeven aan, en het coördineren van werkzaamheden,
zodat deze efficiënt en effectief met en door anderen kunnen worden uitgevoerd
De term proces duidt er op dat de taken of primaire activiteiten waar de manager bij
betrokken is, doorlopend zijn (dit wil zeggen; steeds weer terugkomen).
Taken manager: plannen, organiseren, leiding geven en controleren
Managers geven leiding en coördineren <−> Niet−managers voeren de gecoördineerde taken
uit
Efficiëntie: het behalen van de grootst mogelijk productie met de minst mogelijke input.
Activiteiten op de juiste manier uitvoeren, ofwel: 8de dingen goed doen, op de juiste manier9
Effectiviteit: het voltooien van de juiste activiteiten voor het realiseren van de
bedrijfsdoelstellingen, ofwel: 8de goede dingen doen9
Waar efficiëntie te maken heeft met de middelen(efficiënt werken) om iets gedaan te
krijgen, heeft effectiviteit te maken met het einddoel of het realiseren van
bedrijfsdoelstellingen(het effect van je werk). Slecht management is vaak te wijten aan
inefficiëntie en ineffectiviteit, maar evengoed aan effectiviteit die door te inefficiënte
middelen is bereikt.
, lOMoAR cPSD| 6737289
1.3 Wat doet een manager?
Het managementproces behelst het voortdurend nemen van beslissingen en het ontplooien
van activiteiten tijdens het plannen, organiseren, leiding geven en controleren
Welke vaardigheden? → Katz
● Technische vaardigheden: kennis van en de vakkundigheid van van een specialiteit,
bijvoorbeeld: computers, accounting.
(belangrijk op lagere managementniveaus, aangezien deze managers direct met het
productiepersoneel te maken hebben)
● Menselijke vaardigheden: goed met anderen kunnen omgaan, zowel individueel als
in team.
(essentieel! Op alle managementniveaus belangrijk omdat managers direct met
mensen werken)
● Conceptuele vaardigheden: het vermogen om over abstracte en ingewikkelde
situaties na te denken en ze te conceptualiseren(abstract denken).
(belangrijk voor topmanagers)
→ diverse vaardigheden zijn belangrijk voor meer dan 1 managementfunctie. Zonder
managementvaardigheden zijn de managementfuncties niet uit te voeren