Pagina 44, vanaf ‘bijzondere technieken van bestraffing’
Er zijn bestaande straffen die je teruvgvindt in art. 7 Boek I, maar waar de
toepassingsvoorwaarden anders gaan zijn en een zeer typisch voorbeeld zal de
verbeurdverklaring zijn; waarbij dat men gaat sleutelen aan hetzij het facultatieve karakter
maakt men verplicht, of men gaat afwijken ten aanzien van het eigendomsvoorwaarde
waarbij men kan verbeurdverklaren zelfs al is het goed geen eigendom van de verdachte.
Waarbij zich de vraag stelt over de rechten van de eigenaar die niet betrokken is in dat
strafproces maar die wel zijn goed verbeurdverklaard ziet.
3e afwijking; type goederen
Pagina 45, puntje b
Meestal wordt het eerst gecreëerd in de bijzondere strafwetgeving en dan erna wordt dat
geïntroduceerd in het Sw
Bij verkeersrecht altijd opletten, is het een straf of een maatregel? Een maatregel zal om
veiligheidsredenen worden toegepast, hoeft geen strafrechtelijke veroordeling voor te
bestaan en volgt eigen regels (bv verjaring). Het verval tot sturen is hier een straf.
o Daarnaast bestaat ook als maatregel wanneer je niet in staat bent fysiek of psychisch
om te rijden, dan is het een maatregel
o De intrekking is een tijdelijke schorsing, een tijdelijke maatregel, geen sanctie
Herstel van de plaats: is iets wat je dikwijls tegenkomt, verplichte dwingende reparatie die
men uitspreekt, vorm van teruggave
Beroepsverboden (p 46): een KB dat voorziet dat wanneer men veroordeel is voor een
misdrijf dat men dan eigenlijk geen bestuurder van een vennootschap kan zijn, dat is een
geval van frauduleuze faillissementen. Men krijgt een beroepsverbod om te voorkomen dat
personen nieuwe ondernemingen zouden opstarten en daar bestuurder van zouden zijn,
belangrijk punt!!
Pagina 46, puntje 3
Klassiek is het zo dat de klassieke leer aanneemt dat een algemeen opzet de reden is voor de
misdrijven in boek II; geldt enkel voor de wanbedrijven en misdaden, men acht dat niet van
toepassing op overtredingen waar dat men dan een eigen regeling moet uitwerken
De vraag is hoe het zit ten opzichte van de bepalingen van de bijzondere strafwetgeving
Wat als de wetgever niet vermeldt wat het moreel bestanddeel is, wat is het moreel
bestanddeel dan?
RS 1987: heeft de oude theorie van de reglementaire misdrijven naar de prullenmand heeft
verwezen. Reglementaire misdrijven waren misdrijven waar dat men zei dat er geen moreel
bestanddeel vereist was of tenminste dat men dat moreel bestanddeel kon afleiden uit de
materiële gedraging; in 1987 zegt het HvC dat er altijd een moreel bestanddeel is; ofdat dat
nu in boek II is of in de bijzondere strafwetgeving
o HvC zegt niet dat het moreel bestanddeel voortvloeit uit de materiële gedraging, hij
zegt dat het bewijs van het moreel bestanddeel voortvloeit uit het materieel
bestanddeel
,Pagina 47
Onachtzaamheid is voldoende; dat wilt zeggen dat, tenzij er uitzonderingen zijn, dat dat
allemaal onachtzaamheidsmisdrijven zijn
o Opgelet! Die uitzonderingen kunnen er wel degelijk zijn
Uitzondering kan uitdrukkelijk zijn: dus wanneer de wetgever zelf het moreel
bestanddeel gaat bepalen
Als het de aard van de bepaling vormt: wanneer je met andere woorden een
gedraging hebt die je allemaal maar wetens en willens gaat doen
Bv iemand die bouwt zonder vergunning, je kan niet onachtzaam beginnen
te bouwen, je neemt die beslissing met opzet.
Men zegt dan vanuit de klassieke leer dat wanneer bijzondere strafwetten
hoofdzakelijk strafbepalingen bevat dat dat ook opzet geacht wordt altijd
aanwezig en vereist te zijn
Leer van Legros: houdt in dat men de notie van algemeen opzet een onnuttige notie vindt.
Legros vervangt dat door ‘schuld door wetsinbreuk’. Het lijkt een beetje op reglementaire
besluiten, maar Legros zegt dat er altijd mogelijkheden zijn voor schuldontheffingsgronden.
Dat wetens en willens heeft geen betekenis, er is schuld door wetsinbreuk, tenzij die persoon
kan aantonen dat er een schuldontheffingsgrond is of een dwaling of overmacht of dwang
o HvC heeft deze theorie nooit aanvaard
Pagina 48
Rechtsdwaling wordt zeer zelden aangenomen
(p 49) Wat als je met zo een ongeldige vergunning zit? Tot aan het arrest van de RvS zit je
goed want dan mocht je er op vertrouwen want de overheid heeft je dat verleend tot dat
door de RvS die kwestie vernietigd wordt, maar vanaf die beslissing kan je dus niet meer
steunen op die vergunning. Als je een fabriek hebt en je moet die stop zetten en als je dat
niet doet dan is het geen rechtsdwaling meer want je wilt dat de vergunning niet geldig is
Het gelijkheidsbeginsel is niet van toepassing op strafzaken
Herhaling
o Men kan hier op verschillende punten afwijken door een bijzondere herhaling te
voorzien
o Het betekent wel niet dat als er een bijzondere herhaling in de bijzondere
strafwetten staat, dat je niet meer kan terugvallen op de algemene herhaling
Dat wilt zeggen dat als er een bijzondere herhaling is met specifieke
voorwaarden en die voorwaarden zijn niet vervuld en dus de bijzondere
herhaling niet kan worden toegepast, dan kan je nog altijd teruggrijpen naar
de algemene herhaling zoals die vermeld staat in boek 1
,Pagina 51
Als we het hadden over de efficiëntie heeft hij gesproken over het feit dat een van de
remedies om die bijzondere straffen efficiënter te gaan handhaven er in bestaat om het
bestuur te gaan participeren aan de handhaving.
o Het bestuur (heeft hij toen uitgelegd) kan op verschillende niveaus gaan participeren,
van het begin tot het einde (=tussenkomst strafrechter), maar het begint vooral bij
het begin; de vaststelling en de opsporing; daar is het mogelijk om buiten beroep te
doen op gewone politie ambtenaren, om ook beroep te doen op ambtenaren van de
verschillende ministeries, federale overheidsdiensten,… die ons land rijk is en die
bevoegd zijn voor de materies in de bijzondere strafwetgeving. Zij kunnen ook
optreden bij de handhaving, terwijl de gewone politiediensten misschien iets minder
op de hoogte zijn van de problematiek.
De problemen beginnen bij het onderscheid tussen de gerechtelijke politie en de bestuurlijke
politie
o Dit zijn hoedanigheden, geen personen. Daaraan gekoppeld zijn er bevoegdheden.
o Bevoegdheden van beide zijn niet hetzelfde
o In BE zijn die personen dezelfde, hebben meestal beide hoedanigheden
o Toch moet je nagaan in welke gevallen, welke bevoegdheden worden ingezet
Gerechtelijke politie Bestuurlijke politie
Het gaat om de repressieve politie Handhaving openbare orde: verkeer
Enkel politieambtenaren regelen bij wielerwedstrijd, controle op
de wetten zonder dat er sprake is van
een misdrijf
Preventief
Kan uitgeoefend worden door
politieambtenaren, maar ook door
allerlei ambtenaren
Het is niet zo omdat je de 2 hoedanigheden hebt, je de 2 bevoegdheden mag gebruiken
Vanaf het moment dat er een verdenking van een misdrijf is, dan zitten we bij de
gerechtelijke politie en mogen we de bevoegdheden van de bestuurlijke politie niet
gebruiken. Omgekeerd geldt dat ook, als we in een louter bestuurlijke fase zitten dan mogen
we deze bevoegdheden gebruiken, maar geen gerechtelijke bevoegdheden
Voorbeeld: als je iemand aan het controleren bent, mag je niemand gerechtelijk aanhouden
Aan de bevoegdheden zijn ook regels verbonden en deze regels zijn niet dezelfde
Voorbeeld: het zwijgrecht: geldt hier bij het strafrecht, bij het gerechtelijk. In de bestuurlijke
fase geldt geen zwijgrecht maar de spreekplicht. Je zal begrijpen dat als je in een
gerechtelijke fase zit, je gebruikt bestuurlijke bevoegdheden en je zegt dat de persoon moet
spreken, dan schendt je het principe van het zwijgrecht, wat belangrijke consequenties heeft.
In de gerechtelijke politie zit ook de zogenaamde proactieve politie: gaat over recherche naar
aanleiding van reeds gepleegde feiten of nog te plegen feiten. Nog te plegen? Dan zitten we
eigenlijk in de bestuurlijke politie, toch is de proactieve recherche zeer duidelijk een
bevoegdheid van de gerechtelijke politie.
Bij de bestuurlijke politie hebben we ook zoiets: de bestuurlijke handhaving: heeft geen
preventief doel maar een repressief doel. Toch blijft men zeggen dat de bestuurlijke
, handhaving bij die bestuurlijke politie zit en onderhevig is aan de regels van de bestuurlijke
politie en dat heet dan administratief recht.
BE doet alsof dat dat niet repressief is -> Duitsland doet dat ook.
Dunne lijn: langzaam oplossing: we gaan zien dat in het kaderdecreet bestuurlijke
handhaving, dat ze impliciet afwijken van dit systeem (ze wijken er niet echt van af, want ze
kunnen er niet van afwijken), maar ze zorgen ervoor dat de vakjes mooi opgedeeld worden.
En dat wanneer je bij de gerechtelijke politie zit, het gerechtelijke politie is. Als het
bestuurlijke is dan zit je in een apart vakje en als het echt bestuurlijk is dan zit je nog in een
ander vakje