HOOFSTUK 1
Sociologie De combinatie van socius (Latijns voor metgezel; societas is samenleving)
/samenlevingskunde en logos (Grieks voor kennis, kunde, wetenschap, wetten). Sociologie
gaat over hoe mensen samenleven in allerhande sociale verbanden. De
wetenschap die (1) de maatschappelijke patronen en structuren
bestudeert, (2) in hun ontstaan, voortbestaan en veranderen, en (3)
tevens het sociale handelen van mensen in de interactie met deze
patronen en structuren.
Sociologische Het vermogen om afstand te nemen van onze dagelijkse levens en er
verbeelding anders naar te kijken, los van de vertrouwde routines en met een frisse
blik waardoor een dagelijkse ervaring wordt gekaderd binnen de brede
samenleving.
Statussymbool Een teken dat niet functioneel wordt gebruikt (zoals het uniform van een
politieagent), maar als verwijzing naar rijkdom, macht, prestige.
Conspicuous Nieuwe idealen sijpelen door naar bredere lagen van de bevolking en de
consumption elite blijft zich onderscheiden van de massa door nieuwe trends
Contingent Verwijst naar de maatschappelijke context die ook anders kon geweest
zijn. Dat wil niet zeggen dat die context arbitrair zou zijn.
Arbitrair Willekeurig of toevallig
Infodemie Verkeerde info die w- verspreid zoals complottheorieën
Latente Model van Marie Jahoda waarin ze stelt dat betaalde arbeid, naast de
deprivatiemodel bekende manifeste functie (een inkomen en andere materiële voordelen
verwerven), ook een aantal latente, verborgen, functies bezit.
SES Sociaal-economische status; waardering die iemand krijgt voor de positie
op de sociaal economische ladder, w- gemeten adhv het
onderwijsniveau, beroep en inkomen
Sociaal handelen Handelen dat betekenisvol betrokken is op dat van de anderen, en kan
gericht zijn op verleden, heden en toekomst. Hoeft niet over
samenwerking te gaan; ook strijd is sociaal handelen. Niet alle handelen
in de publieke ruimte is sociaal handelen en ook niet-handelen kan
sociaal handelen zijn.
1
SOCIOLOGIE | LEUS CATO
, HOOFDSTUK 2
Perverse effecten Effecten die tegengesteld zijn aan de oorspronkelijke bedoelingen van
een handeling en die soms zelfs vernietigen
Keynesiaanse Allemaal massaal beginnen sparen en geld op het spaarboekje houden, is
spaarparadox voor onszelf en ons gezin goed maar niet voor de economie want geld
moet in omloop zijn. Het geld bijhouden kan dus op maatschappelijk
niveau net voor een crisis zorgen
Mattheuseffect Mechanisme dat wijst op de middenklasse die meer vruchten plukt van
sociale voordelen en diensten, zoals gezondheidszorg of onderwijs, dan
de lagere inkomens voor wie ze van levensbelang zijn (en voor wie ze
vaak ook bedoeld zijn).
Sociale cohesie De samenhang in de samenleving
Scheefwerken Werken in een baan die onder het opleidingsniveau van de werknemer
ligt
Aliënatie Verliezen van de controle over machten die je zelf opwekt
Nature versus nurture Nature gaat over de genetische aanleg van een persoon, over het
genetisch materiaal dat van ouders op kind wordt doorgegeven. Deze
erfelijke eigenschappen hebben zowel met lichamelijke kenmerken te
maken (de kleur van haar of ogen, de aanleg om te verdikken, de
gevoeligheid voor bepaalde ziektes) als met intelligentie en karakter.
Nurture staat voor de maatschappelijke omgeving waarin een persoon
opgroeit – het gezin, de buurt, de school, de vriendenkring, de
samenleving, de waarden en normen van die samenleving – en de
invloed die deze omgeving heeft op de ontwikkeling van zijn
persoonlijkheid. Sociologisch gaat het over het belang van het
socialisatieproces of, eenvoudiger gesteld, over de opvoeding die iemand
ontvangt via deze instituties. Dit is een discussie binnen de wetenschap.
Solidariteit Wat een samenlevingsverband (groep, organisatie, samenleving,..)
samenhoudt, het bindmiddel, ... Er wordt een onderscheid gemaakt
tussen een mechanische en organische variant.
Structurele solidariteit Solidariteit die duurzaam en ingrijpend impact heeft op onze
samenleving (bijvoorbeeld de sociale zekerheid).
Mechanische sl/ Een sl waar mensen aan elkaar hangen als magneten, waar beroepen w-
traditionele sl doorgegeven van vader op zoon en waar individuen niet om de traditie
kunnen, waar iedereen elkaar kent en weet wat ervan verwacht w-
Organische sl/ modern Een sl waar iedereen zijn eigen plaats heeft in een systeem en waar we
sl allemaal afhankelijk zijn en toegewezen zijn op personen met andere
behoeften, het werkproces is dus opgesplitst in fasen
2
SOCIOLOGIE | LEUS CATO
, Collectieve bewustzijn Het geheel van gedeelde overtuigingen, w, n die we in een sl belangrijk
vinden
Belangenconflict Wanneer actoren in een situatie van relatieve schaarste dezelfde sociale
goederen opeisen.
Waardeconflict Wanneer actoren overtuigd zijn van hun eigen morele gelijk en aan de
ander opvattingen, waarden of normen willen opdringen.
Manifest conflict Een open, zichtbaar conflict voor toeschouwers & actoren
Latent conflict Een conflict dat feitelijk aanwezig is maar nog niet w- waargenomen door
de betrokkene en al zeker n- door de buitenwereld, het is onderhuids
Functioneel conflict Een conflict waarbij er nog steeds interactie is tss actoren, de
communicatiekanalen blijven open staan
Disfunctioneel conflict Een conflict waarbij de onderhandelingsruimte is gesloten en er dus geen
communicatie meer plaatsvindt, de interactie w- geblokkeerd
3
SOCIOLOGIE | LEUS CATO