Academische woordenschat
canon Verzameling van zaken, werken, personen of
gebruiken die in een vakgebied algemeen als
zeer belangrijk worden beschouwd, zodat
eigenlijk iedereen ze zou moeten kennen.
catastrofe Een ramp, een grote en verschrikkelijke
tragedie.
categorisch Zonder enige blijk van twijfel te geven, heel
zelfzeker
causaal Je gebruikt dit woord om aan te geven dat er
een 'oorzakelijk verband' bestaat tussen
twee zaken, dat het ene veroorzaakt wordt
door het andere.
censuur Een (hoge mate van) (overheids)toezicht op
alles wat gepubliceerd wordt, van
persoonlijke briefwisseling tot journalistiek
Centreren Iets in het middelpunt brengen, of 'richten'
chronisch Iets dat de hele tijd duurt
Chronologisch Geordend in de tijd, van oud naar recent.
Circuleren De ronde doen, in omloop zijn
citeren Een passage uit een andere bron letterlijk
overnemen
civiel 'Burgerlijk', 'voor de burger'
cliché Iets wat te vaak wordt gebruikt, en daardoor
afgezaagd wordt.
coderen Iets versleutelen, vaak digitaal
cognitief Alles wat te maken heeft met kennis
coherend Samenhangend, met een ordelijke
samenhang. Tegengestelden zijn
'inconsistent' of 'verwar(ren)d'.'
collectief Dit woord is zowel een adjectief als
zelfstandig naamwoord. Het betekent zoveel
als 'van de groep' of is een ander woord
voor 'groep'.
Compact Beperkt in grootte, klein, handig
Compatibel Wat met elkaar 'in overeenstemming' is, wat
'met elkaar werkt'
Compenseren Iets dekken, goedmaken, vergoeden
Competent Deskundig, bekwaam, 'tot handelen
bevoegd'
compilatie De bundeling van verschillende werken tot
, één geheel.
complicatie Een 'verwikkeling', of 'ongunstige
samenloop'. In de medische wereld een
bijverschijnsel dat een aandoening of ziekte
erger kan maken.
Compliceren Ingewikkelder maken, belemmeren
comprimeren Het kleiner maken van iets, vaak gebruikt in
verband met bestanden op een computer.
conceptueel Abstract, niet concreet. Ook gebruikt om
kunst te beschrijven die ideeën wil
uitdrukken.
concluderen Besluiten, een conclusie trekken
concurreren Wedijveren met iets/iemand, vooral in
economische zin.
congruent Gelijk, overeenstemmend, gelijkvormig.
Conservatief Het tegenovergestelde van 'progressief' en
dus 'behoudsgezind', 'vasthoudend aan de
bestaande toestand'.
Constateren Vaststellen
controversieel Omstreden, wat veel ophef kan
veroorzaken, wat aanleiding kan geven tot
veel discussie.
Coorelatie Een onderlinge samenhang of
afhankelijkheid, een samenhang tussen
twee reeksen waarden.
Conventioneel Wat beantwoordt aan de geldende waarden
en normen, wat 'gewoon' is.
corresponderen Overeenstemmen (met),
dateren Iets van een datum voorzien, of zeggen uit
welke tijd iets komt.
detecteren Vaststellen, ontdekken
determineren Bepalen, identificeren, op basis van
bepaalde kenmerken onderscheiden
discipline Een tak van een wetenschap of sport.
diversiteit Verscheidenheid
doorbraak Een belangrijke en plotse vooruitgang (in de
wetenschap bijvoorbeeld)
declameren Iets opzeggen, of voordragen met veel
gevoel (en grote gebaren)
decreet Een wet, uitgevaardigd door een gewest of
gemeenschap
delegeren Een macht, bevoegdheid, schuld of taak
overdragen aan iemand anders. Je kan het