Module 1: het begrip ‘recht’
I. Het begrip recht
Recht komt van een Latijnse oorsprong en heeft te maken met richting geven aan de samenleving en
gezag uitoefenen over de leden van de samenleving
A. Definitie moeilijk te definiëren
Definitie: er is geen eenvormige definitie – het recht is moeilijk te definiëren want het is context,
tijds en plaatsgebonden
Vb. in Singapore is kauwgom eten verboden en in BE niet, een gsm op school is in Fr verboden en in
BE niet, in BE mogen sinds 2003 mensen van hetzelfde geslacht huwen in andere landen nog steeds
verboden,…
B. Gemeenschappelijke elementen: kern van het recht
Er zijn 3 elementen die de kern van het recht omschrijven:
1° het recht is een geheel van bindende regels het gaat om verbods-gebods- bevels of
verlofbepalingen en niet om suggesties of aanbevelingen
2° het recht moet de samenleving ordenen en in stand houden de rechtsnorm is de voorwaarde
van het maatschappelijk leven
3° het recht vereist gezag het recht wordt opgelegd door de bevoegde overheid en wordt door
haar afgedwongen
1. Het recht is een geheel van bindende regels
Iedereen moet zich eraan houden die eraan onderworpen is – het is geen keuze of een suggestie
Vb. je rijd met de auto dan moet je u aan de verkeersregels houden
5 categorieën:
1° Gebods-verbods en verlofbepalingen, 2° rechtsregels toepasbaar naar keuze, 3° wilsaanvullende
regels, 4° ondersteunende regels en 5° technische regels
Gebods-verbods en verlofbepalingen
Gebodsbepalingen: een bepaald gedrag opleggen – dit kan zowel positief als negatief zijn
Vb. Art. 213 Oud BW.
Verbodsbepaling: gedrag dat algemeen verboden is
Vb. art. 144 oud BW.
Verlofbepaling: laat ons toe bepaalde handelingen te stellen – maar deze zijn niet verplicht
Vb. art. 47bis §2 Sv.
,Rechtsregels toepasselijk naar keuze
Rechtsregel wordt toegepast vanaf dat het rechtssubject in een bepaalde toestand een keuze heeft
gemaakt voor een bepaald gedrag
Het rechtssubject heeft keuze tussen verschillende vormen van gedrag – recht laat keuze vrij maar
eens gekozen is dan is die keuze bindend electa una via
Vb. je bent niet verplicht te huwen maar eens dat je ervoor kiest volg je de plichten die erbij horen +
art. 11bis RvS-wet
Wilsaanvullende regels
de rechtssubjecten kunnen eigen regeling voorzien en het recht bemoeit zich niet met de keuze
(vrijheid van handelen) + de wilsaanvullende rechtsregels hebben uitwerking als rechtssubjecten
geen eigen regeling hebben voorzien
vb. art. 1583 oud BW.
Ondersteunende regels
Het zijn geen gedragsregels het is een ondersteuning door instellingen, werking in de tijd en
ruimte regelen, handhaving conflictenrecht
Vb. strafprocesrecht, procedures voor administratieve rechtscolleges,.. gecoördineerde wetten op
de Raad van Stat, art. 2 Ger.W.
Technische regels en formalisme
Rechtshandelingen worden soms aan een bepaalde vorm en procedurevoorschriften onderworpen
zodat ze rechtsgeldig zouden zijn (vb. een huwelijksakte) dit doen ze omwille van rechtszekerheid en
bescherming deze hebben heel vaak verregaande gevolgen (vb. nietigheid = de sanctie die inhoudt
dat de handeling geacht wordt nooit te hebben bestaan)
Vb. art. 165/1 oud BW.
Verschillende soorten formalisme
Formalisme van publiciteit: aanplakking van omgevingsvergunning – bestaan van de akte en
bekendheid geven aan derde
Vb. de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag
uitgevoerd zal worden
Formalisme van wilsuiting: het voltrekken van het huwelijk
Vb. art. 165/1
Formalisme van bewijsvoering: gereglementeerd bewijs
Vb. art. 8.9 §1 1e lid BW.
Formalisme van bescherming: wanbetaler van elektriciteit
Vb. art. 5.2.1 van het Energiebesluit van 19 november 2010
Formalisme van de rechtspleging: art. 2 Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van
de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
, 2. Het recht moet de samenleving ordenen en in stand houden
orde scheppen door: 1° bestaande toestanden/handelingen tot juridische norm te verheffen, 2°
onwenselijk gedrag vermijden/tenietdoen
1° bestaande toestanden/handelingen tot juridische norm verheffen “alle overeenkomsten tot
wet strekken”
Vb. meerderjarigheid in BE is vanaf 18jaar
2° onwenselijk gedrag vermijden/tenietdoen gedrag dat schadelijk wordt geacht in de
samenleving
Vb. schijnhuwelijk, elektrische step
Beleidsinstrument: instrumentele visie van het recht
1° recht wordt gebruikt om bepaalde levensvisie/politiek systeem te bekrachtigen en vernieuwen
Vb. milieumaatregelen (green deal), verhogen van pensioenleeftijd,…
Rechtsregels dienen voor morele regels te doen naleven, om personen en goederen te beschermen,
om rechtszekerheid te creëren en om een politiek en economisch systeem uit te werken
3. Het recht vereist gezag
a .Uitvaardigen van het recht
het recht wordt uitgevaardigd door de regelgevende organen – deze worden aangesteld door de
samenleving aan de hand van een democratisch systeem (d.m.v. vrije verkiezingen)
wijze van totstandkoming: een regel moet bestaan en moet ook rechtsgeldig ontstaan zodat het als
recht kan worden toegepast – daarbij moet er rekening gehouden worden met:
Hiërarchie der normen: niet alle rechtsregels hebben dezelfde waarde de lagere normen
mogen de hogere normen niet tegenspreken
Bevoegdheidsverdelende regels: deze bepalen welke overheid regelgevend mag optreden
ten aanzien van welke materie en ten aanzien van welke personen
Procedureregels: deze bepalen op welke wijze en volgens welke pleegvormen de regel tot
stand kan komen
b .Naleven van het recht
het recht is doorweven van allerlei sancties die afwijkend gedrag bestraffen – de sancties als middel
van afdwingbaarheid (vb. vrijheidsberoving, geldboeten, verlies van bepaalde rechten,..)
administratieve sancties worden opgelegd door bestuur overheden – dus zonder voorafgaande
tussenkomst van de rechter (vb. GAS boetes)
de Staat maakt nieuwe rechtsregels via wetgeving (= wetgevende macht) het toepassen van de
regels wordt mogelijk gemaakt door een regering en een administratief apparaat (= uitvoerende
macht) de beslechting van geschillen wordt gedaan in de rechtscolleges (= rechterlijke macht)
, Module 2: indeling van het recht
II. Indeling van het recht
A.De klassieke indeling in rechtstakken: plattegrond van het nationaal recht
Het nationaal recht wordt opgedeeld in het publiek recht en het privaatrecht
Publiekrecht: verhouding tussen burger en de overheid – wordt gekenmerkt door de ongelijkheid
door de voorrang van het algemeen belang op het particulier belang – de bepalingen zijn van
openbare orde (= dwingend recht – men kan er niet van afwijken)
Privaatrecht: verhouding tussen burger en burger – doel is de private belangen van individuen of
groepen individuen te regelen – aanvullend recht
Indeling vanuit de functie van de rechtstak
Publiekrecht: de rechtstakken van het publiekrecht zijn staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht, het
strafprocesrecht en het fiscaal recht
Staatsrecht of grondwettelijk recht is het geheel van regels met betrekking tot de inrichting,
de bevoegdheid, de werking en de onderlinge verhouding van de organen van de Staat + de
fundamentele rechten en vrijheden van de burgers
Het bestuurs of administratief recht bevat de regels aangaande de organisatie, de
bevoegdheid en de werking van de organen van het staatsapparaat die niet tot de
wetgevende macht en niet tot de rechtelijke macht behoren
Strafrecht is het geheel van normen die strafbare gedragingen aangeven en de sancties
bepalen – die worden uitgevaardigd tot behoud van een aantal waarden (de openbare orde
en de veiligheid)
Fiscaal recht is het geheel van rechtsregels waarin is vastgelegd welke belastingen de
overheid kan vragen aan de deelnemers in de samenleving, hoe die worden begroot en
ingevorderd en hoe de betwisting geschiedt belastingen zijn eenzijdig door de daartoe
grondwettelijk gemachtigde overheid opgelegde financiële prestaties aan personen die op
hun grondgebied wonen of er belangen hebben
Privaatrecht: de rechtstakken van het privaatrecht zijn burgerlijk recht, handelsrecht, gerechtelijk
privaatrecht en het internationaal privaatrecht
Burgerlijk recht regelt de verhouding tussen de burgers onderling en bevat de algemene en
essentiële begrippen van het recht het kan onderverdeeld worden in familierecht en het
vermogensrecht
o Familierecht bevat regelingen die inherent zijn aan de persoon (vb. de naam,
nationaliteit, bekwaamheid,..) ook op de regels in verband met de
familieverhoudingen tussen personen (vb. huwelijk, afstamming, ouderlijke macht,
…) en in verband met het familiaal vermogensrecht (het vermogensrecht regelt de
betrekkingen tussen rechtssubjecten en goederen of tussen rechtssubjecten en
goederen)
Ondernemingsrecht bevat alle bijzondere en afwijkende regels voor ondernemingen