2022-2023
Pedagogische filosofie
Inhoudstafel
Thema 1: Onafhankelijkheid VS. afhankelijkheid individu......................................................................2
1.1 Inleiding onafhankelijk subject/individu/object...........................................................................2
1.2 Het onafhankelijk individu/subject (individualisme).....................................................................3
1.3 De afhankelijkheid van het individu/subject (contingenties)........................................................8
2 Thema 2: Wantrouwend / vertrouwensvol mensbeeld.....................................................................14
2.1 Inleiding/descriptieve ethiek......................................................................................................14
2.2 Wantrouwend mensbeeld..........................................................................................................15
2.3 Vertrouwensvol mensbeeld........................................................................................................18
2.4 Impact op menselijke interacties/ de context doet ertoe...........................................................21
3 Thema 3: Vrijheid..............................................................................................................................24
3.1 Inleiding: Zijn we vrij?.................................................................................................................24
3.2 Interne vrijheid...........................................................................................................................25
3.3 Externe vrijheid...........................................................................................................................27
3.4 Republikeinse vrijheid.................................................................................................................31
4 Thema 4: Identiteit............................................................................................................................34
4.1 Inleiding......................................................................................................................................34
4.2 Wat is identiteit?........................................................................................................................34
4.3 6 Mechanismen achter identiteit...............................................................................................36
4.4 Identiteiten zijn weerbarstig (lastig)...........................................................................................41
5 Examen..............................................................................................................................................42
5.1 Algemeen examen......................................................................................................................42
5.2 Examenvragen (on)afhankelijk individu......................................................................................42
5.3 Examenvragen hoofdstuk mensbeeld.........................................................................................42
5.4 Examenvragen hoofdstuk vrijheid..............................................................................................42
5.5 Examenvragen hoofdstuk identiteit............................................................................................42
1
, 2022-2023
Pedagogische filosofie sv
Thema 1: Onafhankelijkheid VS. afhankelijkheid individu
1.1 Inleiding onafhankelijk subject/individu/object
We kunnen zelf keuzes maken want we zijn onafhankelijke individuen
Vb. klasfoto nu vs. Vroeger verschil duidelijk door verschil kledij en dus uniform
Maar zijn te veel keuzes goed? Of zorgt dit voor keuzestress.
Altijd zo geweest dat we zelf keuzes kunnen maken?
Neen want tijdens opvoeding worden er dingen bijgebracht en je leert bij en je leert
meer en meer verantwoordelijkheid krijgen en uiteindelijk mag je meer en meer zelf
keuzes maken
Vb. op 18 jaar ben je een echte mens omdat je echte keuzes mag maken zoals
stemmen, rijbewijs behalen,..
Vb. vader toen hij 17 was ging hij werken en met dat geld ging hij een vinylplaat
kopen, hij is 5 min thuis en de plaat is kapot omdat zijn vader hem in twee heeft
gebroken, de vader had ervoor gespaard en toch maakte de vader het kapot omdat
hij die muziek niet bij zijn zoon wou hebben, ‘deze muziek is niet voor jou!’
We maken een tijdperk mee dat we zoveel keuzes kunnen maken en dit is heel uniek dus een
unicum, de boom van keuzes is gekomen na het loskomen/losbreken van de paternalistische
samenleving waarbij er meer keuzevrijheid is gekomen voor vrouw en jongeren (=eind jaren).
Voordeel aan keuzemogelijkheden: je maakt verdienste
Je kan creatiever zijn en je kan daar de credit en verdienste voor krijgen (vor iets wat je
mama je vroeger geleert heeft van eten maken) (=wow-reactie)
Nadeel aan keuzemogelijkheden: Je maakt schuld
Als je onafhankelijk keuzes maakt maak je schuld zoals je moet vaker naar de les komen
want je hebt slechte punten.
Als je creatief bent in de keuken dan kan dat ook eens niet lekker zijn en mislukken, dus
dan kan je schuld krijgen.
Verdienste en schuldmodel: individueel verdienste en schuldmodel
Niks mis mee want schuld brengt straf met zich mee, heel strafsysteem is hierop
gebaseerd want doe je iets mis dan krijg je straf
Stel u voor dat je iemand slaagt op de neus, dan hoop je dat je gestraft word voor die daad
Als je inbreekt, wordt je hiervoor bestraft.
Individuen krijgen verdienste en schuld
Bv. Amai jij verdient je vakantie na zo een lange blokperiode
Bv. Gij verdiend u loon omdat ge daar zo lang voor hebt gewerkt
- ‘Ik verdien dat ik beloond word.’
Niks mis mee: behalve...
In sommige gevallen mag er GEEN schuld gegeven worden aan een individu
Bv. Iemand heeft kinderen ontvoert en je krijgt te horen dat je die nooit meer terug tenzij je
iemand een boks op de neus heeft (verschoningsgrond= blijkt dat rechtige reden heeft want
geen tijd voor politie te bellen)
Bv. Je mag een individu NIET de schuld geven als dien Niet toerekeningsvatbaar bent zoals een
IQ van 2-jarige of als je mentale problemen hebt
Dus bij sommige daden ben je niet zo onafhankelijk! En krijg je geen schuld!
2
, 2022-2023
1.1.1 Het onafhankelijke subject: Verhulst en ceo’s
Je moet het willen en doen en dan geraak je er wel! Gert Verhulst (=pure onafhankelijkheid)
“Als u al heel u leven keihard werkt en nog altijd nergens bent geraakt, dan hebt u iets
verkeerd gedaan!’ Gert is niet de enige met dit denkbeeld, ook bepaalde partijen,..
Filosofie bestaat eruit om wereldbeelden bloot te leggen, iedereen kijkt op een andere
manier naar de wereld en dit is voor iedereen uniek.
Het is een continuüm, of je bent helemaal onafhankelijk of je bent helemaal afhankelijk
van omstandigheden.
Tegenreactie van politicus groen:
Je kan iets doen aan je eigen lot, maar je kan nooit je eigen omgeving bepalen en niet
alle inspanningen worden beloond, niet iedereen heeft dezelfde kansen bv.
Kansarmoede
Je bent afhankelijk van chancefactoren je kan ook pech gehad hebben en malchance
hebben.
1.1.2 Duplonlokken constructie van het thema
Doelstelling (met zijn perspectief)
Belang van onafhankelijk en afhankelijk individu tonen
Geen Of-Of verhaal maar een En-En verhaal
Spanning tussen beide
Als jeugdprofessional moet je kunnen zeggen ‘Doe er iets mee’ maar je moet ook begrip
hebben voor de context en de verhouding ervan. Het is een wisselwerking tussen beide
idealen en afwegingen maken en er is dus voortduring spanning tussen de afhankelijkheid van
wie je bent en hoe je iets aanpakt in verband met de context.
Vragen
Wat is het (on)afhankelijk individu?
Waar komt dit vandaan en wat zijn de gevolgen ervan?
1.2 Het onafhankelijk individu/subject (individualisme)
1.2.1 Inleiding afhankelijk individu/subject
Vandaag de dag zijn we vanzelfsprekend het onafhankelijk individu:
Wie kiest er wat je namiddag eet? Waarom luister je naar je muziek?
We leven in een keuzesamenleving:
De potentiële selectie pool van partners is veel ruimer geworden:
Bv. Vroeger was de pool klein en bestond dit uit eigen rang, huidskleur, katholiek vs
protestants,... Nu is deze pool groter en mag je kiezen uit andere huidskleuren, leeftijden en
geslachten en religie,....
Grote keuzes zoals school, opleiding, potentiële partner, carrière,...
Bv. Vroeger werd van vooraf bepaald wat je van carrière ging doen omdat je ouders dit deden.
Beeld: We maken een afweging van alle argumenten, en nemen een beslissing De
afweging en die beslissing, dat zijn we zelf.
We gaan een afweging maken tussen argumenten en dit hangt af van bepaalde mensen
of je eigen omgeving en dan nemen we een beslissing.
Als je te veel gaat leunen op anderen in onze samenleving voor deze beslissing word dat
gezien als ZWAK
Bv. Als je kledingkeuze afhangt van je vrouw of moeder word dit gezien als zwak.
Uitzonderlijk in de geschiedenis (iets om te koesteren)
Vandaag de dag vanzelfsprekend dat we keuzes mogen maken
3
, 2022-2023
1.2.2 Het subject bij Descartes
René Descartes (1596-1650)= de vader van de moderne filosofie
Descartes was niet de eerste of enige maar was de symboolfiguur van de onafhankelijke
figuur.
Descartes is een breukfiguur= hij breekt met wat er voor hem was ‘ je moet zelf kunnen
denken, keuzes kunnen maken.’ (later de verlichting)
Daarvoor leefden we in onze samenleving onder het juk van het geloof en de traditie en
de familiewaarden dus alles was al bepaald door onze familie zoals kledijkeuze, beroep,..
Ook ons denken werd bepaald door onze familiewaarden, traditie en geloof.
Je mocht niet zelfstandig denken (dit was soms zelf levensgevaarlijk)
Descartes wereld: vooruitgang in de wetenschappen ( in tegenstelling tot in filosofie)
De geneeskunde toonde eeuwen lang geen vooruitgang maar tijdens descartes werd er
vooruitgang geboekt, zoals hoe kom je aan lijken voor ze open te snijden?, het lichaam
beschouwen we als iets heiligs, dus niet evident om lichaam aan wetenschap te geven.
Tot aan 16de eeuw werd een incorrect handboek gebruikt voor de geneeskunde en
Vesalius ontdekte dat, dat er iets niet klopte. Vesalius was dus onafhankelijk gaan
denken dus hij maakte nieuwe anatomische tekeningen om het correct te maken.
De astronomie boekte ook vooruitgang, namelijk door Copernicus. Tot aan Copernicus
leefde we in een wereld waar het scheppingsverhaal de standaard vormde en dus de
aarde is het centrum van de schepping en staat in het midden van het heelal. Maar
Copernicus betwijfelde deze uitspraak dus probeerde hij te verkondigen aan de wereld
a.d.h.v. een boek dat de zon in het midden stond en niet de aarde. (hij gaf het boek vrij
op zijn sterftebed)
Veel vooruitgang in de wetenschap in tegenstelling tot de filosofie
We moeten vertrekken vanuit zekerheden
Hoe ben je zeker dat je een zekerheid gevonden hebt? Wanneer ben je van iets zeker?
- Als je er niet meer aan kan twijfelen!
1.2.2.1 Descartes twijfelexperiment (geboorte v/h onafhankelijke individu)
Zoektocht naar zekerheden eerst aan zoveel mogelijk twijfelen
Als hij zekerheden wilt vinden dan moet hij eerst aan zoveel mogelijk dingen beginnen
twijfelen ‘zei Descartes. En als ik iets vind waaraan ik niet kan twijfelen dan heb ik een
zekerheid gevonden.
Traditionele kennis, zintuiglijke kennis, inhoud ideeën, God
Uitleg twijfelexperiment
Hij gaat in vier éttapes twijfel brengen. Eerste wat hij in twijfel trekt is de traditionele kennis
zoals Aristoteles enz. Hij was er niet 100 procent zeker van dat deze mensen nog nooit fouten
hadden gemaakt. Zintuigen kunnen ons bedriegen, stok recht in water en het lijkt alsof de stok
gebroken is maar dat klopt niet dus ons zicht bedriegt ons. Toon van laag naar hoog laat
evolueren dan suggereert ons gehoor dat deze toon luider en luider word, maar onze
zintuigen kunen ons dus bedriegen. Hij gat dus de zintuiglijke kennis uitschakelen dus hij hoort
en ziet niets meer. Het enige wat we nog zien zijn gedachteballonetjes, dus Descartes kan nog
denken. Mensen met waanideën denken dat hun ideën waar zijn , dus Descartes moest
twijfelen aan deze ideën omdat deze ook niet perse war konden zijn, dus ook die schakelt hij
uit. Hierna is er enkel nog maar een zwart vlak (vanzelfsprekend boven de studeerkamer is er
god). Dan gaat hij in zijn boekje schrijven dat hij ‘wat als God niet bestaat?’
(levensbedreigende uiting/gedachte). Vervolgens verdwijnt god en wat blijft er over?
Inhoudelijk NIETS. Maar ik denk dus ik ben.
Wat blijft er over? Inhoudelijk niets, maar ‘ik denk dus ik ben’ ik ben aan het denken dus IK
besta, symbolisch is hier en moderne ik/individu ontstaan (=zekerheid)
4