Unit 2 Information
2.1 About business: IT solutions
Fallacy = false idea or believe Denkfout, misvatting, ongeldige redenering
Three forces Drie krachten, machten
Downsizing Inkrimping, afslanken, bezuinigen, besparen
= company have to downsize
Working environment De werkomgeving
Take a breather Even tot rust komen
A mad dash Een waanzinnige sprint/rush
Non-stop workshop Werkplaats/atelier waar het werk niet stopt
To cram Proppen
The globalization has swept through De globalisatie raast door het directiemanagament of
corporate boardrooms topmanagement
Headcounts Personeelsbezetting
Fierce competition Stevige concurrentie
Heavy competition
Serious competition
Justify Rechtvaardigen
The quest De zoektocht
A significant Een belangrijke
Overhauled Evalueren en zo nodig aanpassen, reverseren
To require Eisen
The outcome Het resultaat
Better off In een betere situatie of meer geld hebben
To bury – buried Iets verbergen of verstoppen
Cope with Met iets omgaan in een moeilijke situatie (met duk)
Errand Boodschap
Hestitate Een pauze nemen voor je iets doet, of iets heel traag
doen
Oddly = weirdly, strangely Vreemd genoeg
Polish up Opfrissen, verbeteren, aanpassen
Résumé CV
Pressure cooker environment Een gekkenhuis
A slick Goed uitziend
Untold Onnoemelijk
Something has to give Vroeg of laat moet er iets mislopen
Meet or exceed a target Een doelstelling halen
To meet expectations Halen van verwachtingen
To meet the deadlines Deadlines behalen
To meet you order = order the delivery Bestelling uitvoeren
Labour costs Loonkost
, Corporate leaders Bedrijfsleiders
Corporate client Bedrijfsklant
Sales pitches Een verkooppraatje
Pouring thousands of PCs Duizenden Pc’s installeren
More output per employee Meer output per werknemer
Longer hours Overuren doen
Tool Hulpmiddel
Stone Age technology Technologie uit een ouder tijdperk
On the one hand, on the other hand Enerzijds, anderzijds
Thus Bijgevolg, dus bijvoorbeeld “geen spreektaal”
A tide deadline Een krappe deadline
At a meeting In een vergadering
Attendee – absentee Aanwezigen – afwezigen
Executive Een kaderlid
Radiation and microwaves Straling en micogolven
At work Op het werk
Better off without them Het is beter zonder
2.2 Vocabulary: Information systems and communication
A bit, slightly, little more expensive Een beetje duurder
A whole lot more expensive Een heel stuk duurder
Considerably, substantially more expensive Aanzienlijk duurder
Far more expensive Veel duurder
Marginally / fractionally more expensive Een fractie duurder
Infinitely more expensive Oneindig veel duurder
Somewhat more expensive Tamelijk, iets duurder
Advance Vooruitgang
Upgrade Upgraden, opwaarderen, verbeteren
Promote Promoot, bevorderen
Crashing Instorten, crashen, neerstorten
Collapsing Instorten (gebouw instorten)
Falling Vallen
Fell down Viel naar beneden
Went down Ophouden met werken (bv. The server)
Dropped down Gevallen, gezakt naar beneden
Rubbed out Uitgewreven
Blanked Gewist, geblokkeerd
Deleted Verwijderd
, Inserted Ingevoegd, geplaatst, geïnstalleerd
Installed Geïnstalleerd
Placed Geplaatst
Uploaded Geüpload
Downloaded Gedownload
Unzipped Uitgepakt
Setting up Instellen
Fixing up Opzetten
Pulling up Optrekken
Register Registreren
Note Opmerking
Enter Voer in, invoeren
Stretched Overbelast
To cope with Om te gaan met
Desperately Wanhopig
Suit Verzameling van verschillende apps
A patch Een update
A plug-in Een extensie
A virus Een virus
A bug Een foutmelding van de software
IT resources are more and more stretched De IT-infrastructuur is overbelast, we hebben te weinig
middelen
An ageing of the society De vergrijzing van de maatschappij
An account (department) De boekhoud afdeling
I’m occupied Met iets bezig zijn
I’m busy
I’m in the middle of something
Phone me Bel me
Call me
Give me a ring
Keep me in form Hou mij op de hoogt
Get in touch
Keep me in the loop
To be in the loop out the loop Mee zijn met alle informatie
Hassle (onschuldig) Lastigvallen
Harass (schuldig) (bv. Seksual harassment)
The Internet Internet
Inform me Informeer mij
Tell me