Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting biotechnologie I: hoofdstuk 1 t.e.m. 28 €6,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting biotechnologie I: hoofdstuk 1 t.e.m. 28

 10 vues  0 fois vendu

Deze samenvatting bevat leerstof uit powerpoints en de cursus.

Aperçu 4 sur 51  pages

  • 30 décembre 2022
  • 51
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
lottevandeweghe
Biotechnologie I
1 Algemene inleiding
1.1 Definitie
Moleculaire biologie

 De tak van de biologie die de “machinerie” & structuur van organismen op moleculair niveau
wil verklaren.
“machinerie”: arsenaal aan enzymen, structuur- & regulatorische eiwitten die door de cel
worden aangemaakt.

Biotechnologie

 De tak binnen de biologie die gebruik maakt van DNA-manipulatie in planten, dieren,
bacteriën of andere levende wezens voor wetenschappelijk onderzoek & ontwikkeling van
medicijnen, voedsel of nieuwe stoffen.

1.2 Het genetisch materiaal & zijn eigenschappen
Om erfelijke informatie op te kunnen slaan moet een molecule voldoen aan de volgende
eigenschappen:

 De molecule moet stabiel zijn
 De molecule moet over een code beschikken
 De molecule moet de mogelijkheid verlenen tot een nauwkeurig duplicaat van zichzelf
 De informatie opgeslagen in de molecule moet tot uitdrukking gebracht & vertaald kunnen
worden
 De molecule moet controle & regulatie van deze vertaling toelaten
 De molecule moet de mogelijkheid tot wijzigingen toelaten

1.3 De chemische identiteit van het genetisch materiaal
De meeste organismen hebben DNA als drager van hun genetische informatie. Sommige virussen
bevatten RNA als genetisch materiaal.

 DNA: biopolymeer van 4 verschillende deoxyribonucleotiden
 RNA: biopolymeer van 4 verschillende ribonucleotiden
 Eiwitten: biopolymeren van 20 verschillende aminozuren

1.4 De uitdrukkingswijze van het genetisch materiaal
De informatie die vervat zit in de volgorde van de deoxyribonucleotiden van het DNA wordt
weerspiegeld op RNA-niveau & uiteindelijk op eiwitniveau.

DNA  RNA  eiwit




1

,1.4.1 Wat is een gen?
 Een DNA-fragment die de nodige genetische informatie bevat voor de vorming van 1
specifiek polypeptide.

Een promotor geeft aan

 Welke cellen het eiwit moeten aanmaken
 Op welk moment de cellen het eiwit moeten aanmaken
 Hoeveel van dit eiwit de cellen moeten aanmaken

De activiteit van de promotor hangt af van interne & externe factoren. De promotor kan;

 Sterk actief zijn
 Zwak actief zijn
 Sterk niet actief zijn
 Gereguleerd actief zijn
 Constitutief actief zijn

1.4.2 Uitdiepen centraal dogma
Schema

Gen: DNA  replicatie  DNA

Transcript: RNA  transcriptie afhankelijk van promotoractiviteit

 Maturiteit

o 5’CAP & 3’poly 1 staart zijn niet gecodeerd in het genoom
o Intron splicing: introns worden verwijderd & exons worden
vertaald  matuur RNA

 Stabiliteit

o Natuurlijke half-life: de natuurlijk voorkomende tijd om de
helft van het mRNA van gen X af te breken
 Afhankelijk van de sequentie
 Afhankelijk van translatie-intensiviteit
o Cel/ziekte-specifieke regulerende RNA: micro-RNA

Polypeptide: opvouwing & post-translationele modificaties

Proteïne (opgevouwen vorm)

2 Samenstelling van DNA & RNA
2.1 Algemene inleiding
DNA & RNA zijn opgebouwd uit 4 verschillende monomeren = nucleotiden. Een nucleotide is de
bouwsteen van nucleïnezuren & is samengesteld uit 3 delen

 Stikstofhoudende heterocyclische base
 Pentose
 Fosfaatgroep


Onderscheid tussen nucleotide & nucleoside

2

,2.2 Stikstofhoudende heterocyclische base
2 soorten basencomponenten van DNA & RNA

 Purines: adenine & guanine  dubbele ringstructuren
 Pyrimidines: thymine, cytosine & uracil  enkele ringstructuren

2.3 De pentosen
De suikercomponent in DNA is altijd 2-deoxyribose & in RNA is het altijd ribose. De pentosemolecule
vormt de verbinding tussen de fosfaatgroep & de base. Hierbij is de 1’koolstof verbonden met
stikstof 9 van een purine of stikstof 1 van een pyrimidine.

2.4 Fosfaatgroep
Zowel in DNA als in RNA is de hydroxylgroep van koolstof 5 van de pentose veresterd met een
fosfaatgroep. Het zure karakter van de nucleotiden is dan ook te wijten aan de aanwezigheid van
deze fosfaatgroep die dissocieert onder fysiologische omstandigheden.

2.5 Nomenclatuur
4 ribonucleosiden

 Adenosine
 Guanosine
 Cytidine
 Uridine

4 2’-deoxyribonucleosiden

 2’-deoxyadenosine
 2’-deoxyguanosine
 2’-deoxycytidine
 2’-deoxythymidine

2.6 Mutaties
Mutaties kunnen ontstaan door foutief vermenigvuldigen of afschrijven van het DNA door:

 Natuurlijke fouten
 Onnatuurlijke fouten
 Bewust ingrijpen van de biotechnoloog
 Onbewust ingrijpen van de biotechnoloog

Verschillende types mutaties

 Puntmutaties: 1 nucleotide veranderd
 Inserties: nucleotide wordt bijgevoegd
 Deletie: nucleotide wordt verwijderd
 Translocaties: nucleotide wordt verplaatst

2.7 Belangrijke DNA-manipulerende enzymen & begrippen
Exonuclease Dit enzym kan nucleotiden aan het uiteinde van en DNA streng
verwijderen
Endonuclease Dit enzym is in staat om een nucleotide in de DNA/RNA-streng
te verwijderen
DNA-ligase Dit enzym is in staat op 2 verschillende dsDNA fragmenten met
elkaar te verbinden

3

, DNA polymerase Dit enzym maakt het complementaire ssDNA polymeer van een
ssDNA
RNA polymerase Dit enzym schrijft het DNA af & vormt zo een RNA transcript
DNA methylase Dit enzym hecht op een specifieke plaats een methylgroep aan
het DNA, meestal op een specifieke plaats in de basen
Alkalisch fosfatase Dit enzym verwijdert een 5’fosfaatgroep van een ds/ssDNA
streng
Polynucleotidekinase Dit enzym vervangt een 5’P door een aangeboden
gammafosfaat van een ATP molecule of voegt een 5’P toe aan
een 5’OH uiteinde


Terminaal transferase Dit enzym voegt 1 specifiek nucleotide toe aan de 3’zijde van
een DNA streng
Locus Een chromosomale regio
Allel 1 voorkomende versie van een locus of gen
Nick Een enkelstrengige breuk in dsDNA. Deze ontstaat meestal door
mechanische of chemische stress of door het specifiek gebruik
van een enzym
Shearing Het ontstaan van dubbelstrengige breuken in dsDNa. Dit
ontstaat meestal door mechanische of chemische stress



3 Structuur & eigenschappen van DNA
3.1 Primaire structuur
DNA is een polynucleotidestructuur die ontstaat door vorming van 3’-5’ fosfodiësterbindingen tussen
de nucleotiden.

Er ontstaat een suikerskelet waarop basen gebonden zijn via de koolstof 1’ van de suikermolecule.

3.2 Secundaire structuur: het Watson & Crick model
3.2.1 Twee anti parallelle polynucleotiden
Met uitzondering van enkele DNA-virussen die enkelstrengig DNA bevatten, is het genoom
opgebouwd uit 2 anti parallelle polynucleotiden, waarbij 1 keten in de 5’3’ richting loopt & de
andere in de 3’5’ richting. De ketens worden samengehouden door waterstofbruggen & hydrofobe
interacties.

De basen staan loodrecht op de suikers en zijn naar binnen georiënteerd, door de complementariteit
van de basen ontstaat de secundaire structuur. Om de 10 basenparen vind het een volledige
omwenteling plaats.




3.2.2 De basen zijn 2 aan 2 complementair
De baseparing gebeurt volgens vaste regels: A-T & G-C

Chargaff regel: aantal A + aantal G = aantal T + aantal C  aantal purines = aantal pyrimidines (enkel
van toepassing bij dubbelstrengig genoom!)



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lottevandeweghe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,39
  • (0)
  Ajouter