Menselijke fysiologie: Het gastro-intestinaal systeem
Waarom hebben we het verteringsstelsel/gastro-intestinaal systeem nodig? Het antwoord is
heel simpel, om te over leven want ons lichaam heeft energie nodig en deze energie komt er
doordat we voedingsstoffen innemen, doordat we drinken. Hierdoor gaan we de substraten
binnenhalen die we nodig hebben.
Vb. Als we een boterham gaan eten dan zullen we dat eten met grote stukken, hiermee kan
het lichaam niks doen dus we zullen de macronutriënten gaan afbreken tot micronutriënten.
En hiervoor hebben we de vertering nodig. De vertering zal ervoor zorgen dat onze deeltjes
klein genoeg worden zodanig dat ze kunnen worden opgenomen.
We kunnen ons gastro-intestinaal systeem vergelijken met een lange buis waar deeltjes
allemaal na elkaar zitten, het komt binnen langs de mondholte en het zal ons lichaam
verlaten via de anus. De inhoud van de buis staat eigenlijk in contact met het externe milieu
en wordt dus bijgevolg ook beschouwd als extern. Klieren zullen de afscheiding gaan doen in
ons gastro-intestinaal systeem, dat gaan exocriene klieren zijn. Endocriene klieren zullen dan
hun afscheiding doen in het bloed (naar binnen wereld, is het tegenovergestelde van
exocrien).
Gastro-intestinaal systeem
We kunnen het vergelijken met een buis waarvan de lengte +/- 4,5m is. Als we nu opnieuw
gaan kijken naar onze oppervlakte dan kunnen we ongeveer een volledig tennisveld
bedekken. Ons lichaam zorgt er op een zeer efficiënte manier voor dat we heel veel
absorptie van nutriënten kunnen hebben tegelijkertijd. We zullen dus macronutriënten
omvormen tot micronutriënten. Onze maag is een onderdeel van het gastro-intestinaal
systeem, het voedsel gaat hier gemengd worden alsook toevoegingen van maagzuur. De
inhoud van onze maag zal doorgegeven worden aan onze dunne darm en vormt een soort
brij.
We eten en drinken ongeveer iets meer dan 2L. In het totaal komen we aan 9L/dag door
allerhande secreties die we nog gaan doen. (Vb. 1,5L speeksel, gal thv onze lever, maagzuur,
mucus, pancreas). We komen aan 9L dit is wat er in ons komt maar daarom moet er ook 9L
uitgaan. We kunnen nooit 9L er terug gewoon uit krijgen dus we zullen een groot deel terug
absorberen. Vooral in onze dunne darm, vervolgens in de dikke darm alsook een beetje in de
uitwerpselen. Het lichaam zal er zo zelf voor zorgen dat alles in balans blijft.
De verschillende onderdelen van het systeem
o Mondholte met daarin een aantal speekselklieren
o Farynx en Oesophagus
o Maag
o Dunne darm
o Dikke darm
o Rectum (einde van het gastro-intestinaal systeem)
,Onderweg zitten er ook nog een aantal organen zoals: de lever, de
galblaas die vlak onder de lever zit en als laatste hebben we de
pancreas die er een beetje tussenin zit. Het zijn belangrijke organen
die we nog nodig hebben en die ook secreties zullen doen in ons
gastro-intestinaal systeem.
Belangrijke onderdelen bij de maag zijn:
o Fundus (koepel en is het bovenste gedeelte),
o Corpus (het middelste gedeelte) en
o Dan het onderste gedeelte de Antrum dat overgaat in
de pylorus en in de pylorusklep.
Small intestine betekent de dunne darm. Bestaat uit 3 delen:
o Duodenum (de 12-vingerige darm)
o Jejunum (de nuchtere darm)
o Ileum (kronkel darm)
Large intestine betekent de dikke darm. Bestaat uit:
o Verschillende colons en
o Het rectum (endeldarm op het einde)
Mondholte
Bevat een aantal speekselklieren en zullen zeker 1,5L speeksel produceren. Het speeksel is
voor een groot deel een waterige oplossing met enzymen:
o Amylase en zal ervoor zorgen dat koolhydraten afgebroken worden
o Lipase zal meer inwerken op de vetten
Het belangrijkste doel van ons speeksel is onze voeding zo vochtig mogelijk te maken
zodanig dat de vertering en de ontbinding makkelijk kan verlopen. De functie van onze tong
en onze tanden, tanden is een mechanische afbraak dus door het kauwen zullen we
mechanische afbraak doen, de tong zal ook helpen bij het kauwen. We hebben de tong ook
nodig om ons voedsel te voelen, het is een sensor. Het zal voelen of iets heel warm of juist
heel koud is. We zullen ook onze smaakpapillen gebruiken zodat we kunnen analyseren wat
we juist aan het eten zijn.
We zien hier onze 3 verschillende speekselklieren die we hebben.
o Oorspeekselklier: waar vooral vocht en enzymen
zullen vrijgegeven worden.
o Sublinguaal/onder de tong: waar vooral mucus
zal worden vrijgegeven.
o Submandibulair/onder de kaak: waar er een
mengeling van beide zal zijn dat wordt vrijgegeven.
, Farynx en de Oesophagus
Farynx, (het Latijnse woord is Pharynx of slokdarmhoofd, gebied
tussen de mond en de slokdarm) doet eigenlijk niet veel buiten
doorgeven. Het is een doorgeef luik en is betrokken bij de
slikreflex.
Oesophagus zal ervoor zorgen dat ons voedsel vanuit onze
mondholte naar onze maag gebracht wordt. (Ongeveer 25 cm
lang, maar dat varieert want als je klein bent zal je een kleinere
oesophagus hebben). Deze bestaat voor het eerste deel (1/3)
voornamelijk uit skeletaal spierweefsel en het laatste (2/3) uit
glad spierweefsel. Het heeft ook 2 sfincters, zowel bovenaan als
onderaan. De onderste sfincter deze bevindt zich net boven de
maag en is belangrijk zodat het maagzuur in je maag blijft en het niet naar boven
zou komen om geen irritaties thv de slokdarm te veroorzaken.
Slikreflex: We zien onze mondholte en onze tong die een stuk voedsel naar achter
duwt tegen ons zacht verhemelte. Het feit dat dit gebeurt zal de slikreflex initiëren,
dit zal ervoor zorgen dat we gaan slikken (1). De epiglottis zal zich platleggen
waardoor de luchtweg afgesloten wordt waardoor ons voedsel niet in onze
luchtwegen komt maar via de slokdarm naar beneden gaat (2). De bovenste
sfincter zal moeten ontspannen, zodanig dat het voedsel (bolus) er door kan.
Nadien zal deze zich terug opspannen, dit gebeurt via een peristaltische beweging (Net na de
bolus zal het spierweefsel samentrekken, door het samentrekken zal het de bolus telkens
verder duwen. De zwaartekracht zal er ook bij helpen maar is niet noodzakelijk (3).
Maag
Onze maag kan tot 2L substantie bevatten tegelijkertijd. Als ons voedsel in de maag toekomt
zal deze een beetje uitzetten. Onze maag zal eerst en vooral voedsel opslagen, door de
bewegingen van de maagwand zal dat gemengd/gekneed worden, we spreken dus van
mechanische afbraak. We zullen ook chemische afbraak hebben door het maagzuur/HCL.
Er zal in de maag ook intrinsieke factor vrijgegeven worden, vitamine B12 kan enkel maar
geabsorbeerd worden in onze dunne darm op de moment dat het gekoppeld is aan
intrinsieke factor anders kan het niet geabsorbeerd worden.
Het heeft ook een belangrijke beschermingsfunctie, vooral door het maagzuur zullen we
ervoor zorgen dat er daar al heel veel bacteriën afsterven.
Pylorus is het portier naar de dunne darm. We zien dat de binnenkant van onze maagwand
vol met ribbels zit, deze noemen we rugae en hebben 2 functies: