PSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ KINDEREN EN JONGEREN
LES 1
Eerste kennismaking
De eerste kennismaking gebeurt in de intakefase.
Bij de eerste kennismaking ga je volgende zaken doen:
Stel jezelf voor
Toon interesse in wie voor je zit
Stel kind of jongere op z’n gemak
Leg je werkwijze uit aan het kind of de jongere
In de eerste kennismaking moet je rekening houden met
(ontwikkelings)leeftijd
Hulpvraag
Context/setting
Decreet rechtspositie minderjarige
Beroepsgeheim
Casus: Kennismaking Hamza, 13j
Doel gesprek
Kennismaking met behulp van de Levenstaart
Context
ILB (interne leerlingenbegeleiding) op school
De levenstaart
Te weten komen wat belangrijk is
Hoe het op die domeinen gaat
Wat besproken kan worden en wat niet
Extra toelichting
De levenstaart
Een levenstaart is een voorstelling van de jongere met wat er belangrijk is, hoe het op die domeinen gaat en welke
zaken er besproken kunnen worden en welke niet.
Doel: de jongere beter leren kennen door een zicht te krijgen op wat van belang is in de jongere zijn leven.
Hoe?
1) Het doel vernoemen: “Ik wil jou beter leren kennen. Dit is handig om te doen via een levenstaart. Deze
gaat het voor mij duidelijker maken wat voor jou belangrijk is in jouw leven. Ik ga dit stap voor stap met
jou samen doen.”
2) Stel de vraag: “Wie of wat is voor jou belangrijk?”. Vervolgens lijst de jongere de ‘taartstukken’ op. “Je
mag hier eens over nadenken en deze dingen vervolgens neerschrijven via een lijstje.”
3) Zelf een cirkel tekenen (“deze staat voor de taart”). En zeg het volgende tegen de jongere: “Je mag de
cirkel verdelen in taartstukken volgens wat voor jou belangrijk is. Terwijl moet je ook nadenken over hoe
groot dat je elk stuk tekent. Hoe groter het stuk, hoe belangrijker het is in jouw leven.”
4) Hoe groot is dat stuk? (staat voor de mate van belang)
5) “Geef een kleur (of symbool) per stuk. Groen staat voor dingen die wel goed gaan, rood voor dingen die
niet goed gaan.”
6) Stel de vraag: “Waarover wil je praten en waarover niet?”
Je hoeft niet meteen de taartstukken te gaan exploreren. Een inhoudelijk gesprek kan ook later plaatsvinden
1
,Dus concreet: jij als psychologisch consulent moet een cirkel op een blad tekenen (dit stelt het leven van de jongere
voor). De bedoeling is dat de jongere in de cirkel via ‘taartstukken’ aangeeft wie of wat belangrijk is in zijn leven.
Dus elk taartstuk krijgt staat voor iets wat de jongere belangrijk vindt. Belangrijke levensdomeinen kunnen zijn,
bv. familie, vrienden, hobby, geloof, muziek, enz. Hoe groot dat stuk is, toont aan hoe belangrijk het is voor de
jongere. Vervolgens kunnen jongeren tonen via kleuren hoe ze het stellen in elk domein. Gebruik die info om hem
beter te leren kennen.
Casus: Kennismaking Anouk, 16j
Doel gesprek
Kennismaking + wie komt met wat net nu naar hier?
Context
Psychologisch consulent bij het JAC
LES 2
Beroepsgeheim
• Bij het uitleggen van beroepsgeheim, moet je niet melden dat je dat doorbreekt in een noodtoestand (=
100% zeker zijn dat ze niet veilig zijn). Je kan zeggen dat je de situatie van de jongere wel met anderen
gaat bespreken als je u zorgen maakt om de veiligheid, maar altijd in overleg met de client; tenzij er een
reele dreiging is.
• Hoe zicht krijgen op hoe dringend het is? Gewoon dit bij de client concreet gaan bevragen
• Enkel beroepsgeheim benoemen als je het effectief hebt!
Extra toelichting
Beroepsgeheim uitgelegd voor jongeren
Sommige problemen kan je niet in je eentje oplossen. Om deze problemen aan te pakken, heb je hulp nodig van
mensen die meer ervaring hebben, of die opgeleid zijn om te helpen bij problemen. Deze mensen kunnen je enkel
helpen wanneer je hen in vertrouwen neemt. Dit wil zeggen wanneer je hen alles toevertrouwt waar je mee zit,
wat er gebeurd is, ... Pas wanneer ze een volledig beeld hebben van je hele situatie kunnen ze je immers goed
helpen.
Om ervoor te zorgen dat je in vertrouwen met een hulpverlener kan spreken, werd het ‘beroepsgeheim’
ingevoerd. Wanneer je iemand in vertrouwen neemt die ‘beroepsgeheim’ heeft, kan je dus zeker zijn dat je
geheimen niet zomaar worden doorverteld. Deze personen mogen geen vertrouwelijke informatie over hun
cliënten doorvertellen aan anderen.
‘Vertrouwelijke informatie’ is niet alleen de informatie die jij zelf vertelde, maar bv. ook alles wat anderen
over jou vertellen, wat de hulpverlener ziet en hoort tijdens een huisbezoek, wat de dokter vaststelt
tijdens een lichamelijk onderzoek, ...
Wie heeft wel beroepsgeheim? Een aantal medische beroepen zoals dokters, apothekers, verpleegsters,
vroedvrouwen, enz. Daarnaast is het beroepsgeheim van toepassing op nog een aantal andere beroepen. Zo
hebben bv. jeugdhulpverleners, consulenten bij de jeugdrechtbank, advocaten, psychologen, opvoeders in de
leefgroepen ook beroepsgeheim. Ook vrijwilligers en stagiair(e)s hebben trouwens beroepsgeheim wanneer ze
betrokken wor- den bij je hulpverlening of gezondheidszorg.
Wie heeft geen beroepsgeheim? Binnen een school hebben leerkrachten, directie en de vertrouwensleerkracht
geen beroepsgeheim. Ook de secretaresse of de poetsvrouw van je huisarts, op school, in de voorziening, ...
hebben geen beroepsgeheim. Al deze mensen hebben wel een ambtsgeheim of discretieplicht. Dit betekent dat
ze jouw vertrouwelijke informatie enkel mogen bespreken met hun collega’s of baas, en eventueel met je ouders,
maar niet met anderen buiten het werk.
Wanneer beroepsgeheim doorbreken? Wanneer iemand met beroepsgeheim zich moet verdedigen of getuigen
voor een rechtbank. En wanneer hulpverleners op de hoogte gebracht worden van levensbedreigende of zeer
ernstige situaties. Als de jongere enkel in veiligheid kan gebracht worden door anderen ervan op de hoogte te
brengen of door hulp te vragen (zoals de ouders van een minderjarige, de politie), dan kan men het beroepsgeheim
doorbreken.
2
, Ouders en beroepsgeheim: Iemand met beroepsgeheim mag vertrouwelijke informatie over jou met niemand
anders bespreken, ook niet met je ouders. Wanneer je ouders informatie vragen over jou aan iemand met
beroepsgeheim (wegens beslissingen over hun kind omtrent ouderlijk gezag tot 18 jaar), moet deze eerst nagaan
of je ‘bekwaam’ bent of niet. Ben je bekwaam (vanaf 12 jaar), dan kan je meestal zelf beslissingen nemen over
jouw gezondheidszorg en kan de hulpverlener geen informatie over jou doorgeven aan je ouders. Ben je volgens
de persoon met beroepsgeheim niet bekwaam, dan kan hij bepaalde gegevens over jou wél aan je ouders
doorgeven, zodat je ouders de juiste beslissingen over jou kunnen nemen.
Gedeeld beroepsgeheim: De hulpverlener aan wie je je probleem vertelde, kan je niet altijd zelf of alleen helpen.
Soms zal men je moeten doorverwijzen of soms zal men met een andere hulpverlener moeten overleggen. In dat
geval is het nodig dat informatie over jou kan worden uitgewisseld.
Casus: Luna
• Kennismaking gecombineerd met info beroepsgeheim
• Setting van de casus is een leefgroep
Achtergrond leefgroep
• Kinderen en jongeren in een verontrustende situatie
• Die (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen
• Zoveel mogelijk in contact blijven met het netwerk
Achtergrond leefgroepbegeleider
• Dagelijkse opvang en begeleiding van de kinderen
• Groepsgebeuren aansturen
• Individuele begeleidingen opnemen
• Opvolging van schoolse gebeuren
• Ondersteunen kinderen en jongeren in relatie met de context
• Wat zeggen? U voorstellen, bij wie ze terecht kan, de werking, beroepsgeheim, het kind zelf leren kennen,
dat ze een IB krijgt
• Inzetten op de vertrouwensrelatie door empathisch te zijn, interesse te tonen, het kind op haar gemak
te stellen, enz.
Rollenspel Luna
Doel
Luna welkom heten, uitleg geven over leefgroep, kennismaken adhv kindtekening (teken
dit zelf i.p.v. door het kind te laten doen)
Situatieschets
Luna wordt in de leefgroep geplaatst door jeugdrechter na melding van seksueel
misbruik – nu is het eerste gesprek met jou als leefgroepbegeleider
Voorbereiding
Achtergrond leefgroepwerking
Casus Luna concreet
• Als Luna zegt dat ze als ze verdrietig is omdat ze nog veel aan haar (gestorven) papa denkt, zeg dan:
“Vertel eens? Hoe is dat dan? Wat moet ik daarbij voorstellen?” + “Ik kan mij voorstellen dat dat een heel
groot gemis is.” + “Hoe komt het dat je dan aan papa denkt?” (niet zelf invullen) + “Wat doe je dan als je
verdrietig bent?”
• Als Luna zegt ”mama is boos op mij” Geruststellen: “Het lijkt mij dat uw mama zich zorgen maakt om
jou.”
• Benoemen dat het moedig is van Luna dat ze de stap heeft gezet om het te vertellen.
• Tonen dat je het gehoord hebt dat er iets is met haar stiefvader, maar niet gaan uitdiepen over het
misbruik.
• Beroepsgeheim uitleggen: “Wat hier wordt verteld blijft in vertrouwen tussen deze 4 muren.”
• Indien de jeugdrechter aanbod komt: “Er wordt ook wel info teruggekoppeld naar de jeugdrechter want
het is belangrijker dat die van de situatie weet omdat de jeugdrechter inschat of het thuis (niet) veilig
genoeg is. Vanaf het thuis terug veilig is, kan je terug naar huis.”
3