Geriatrie 2 practica
Practicum 1 Kuni: positionering, transfers en mobilisatie
van een hemiplegische patiënt: 4 oktober
Mobiliseren van een hemiplegische patiënt
Het spastisch patroon of hypertone patroon
- Scapula: in depressie en retractie
- Schouder: in adductie en endorotatie
- Elleboog: in flexie
- Onderarm: pronatie en supinatie, kunnen beide maar vooral pronatie
- Pols: flexie en ulnaire deviatie
- Vinger: flexie en adductie
- Bekken: elevatie en retractie
- Heup: endorotatie, adductie en extensie
- Knie: extensie
- Voet: plantair flexie en adductie (inversie)
- Tenen: flexie en adductie
,De mobilisatie van het bovenste lidmaat wordt uitgevoerd volgens een welbepaalde volgorde ->
proximaal naar distaal
Tijdens het mobiliseren van een hemiplegische patiënt met spasticiteit -> de bovenste extremiteit
moet gemobiliseerd worden in de bewegingsrichting tegengesteld aan het spastisch patroon
Zo wordt de spasticiteit in het bovenste lidmaat gereduceerd en het comfort van de patiënt
verhoogd
Mobilisatie heeft als doel de PROM te maximaliseren om nadien actief te werken naar maximale
AROM
Mobiliseren
Je begint bij de scapula en werkt verder naar de vingers
Als je begint bij de heup werk je verder naar de tenen
Het centrum van het lichaam -> de romp
Zorg dat de patiënt ontspannen ligt, de romp ontspannen
Als een kant van de romp teveel spanning vertoond -> plooi been van opgespannen zijde van de
patiënt -> ergo houd een hand op de knie en op de schouder van die kant -> zo rek je de patiënt uit
en kan daarna de romp ontspannen
Je moet bij mobiliseren naar het tegenovergesteld gaan dan het spastisch patroon:
- Scapula: protractie en elevatie
o Houd de arm van de client tussen je oksel, met je andere hand zoek je de scapula, je
moet naar elevatie en protractie, als je de schouder of scapula goed vast hebt dan ga
je rondjes draaien met de schouder
- Schouder: exorotatie, abductie
o De ergo houd vast op dezelfde plekken, je brengt de arm van de client van adductie
naar abductie en terug
- Elleboog: extensie
o Hier kan de biceps moeilijk doen, ergo houd pols van client vast, andere hand zit
tussen voorarm en bovenarm, de ergo gaat de arm plooien, strekken en buigen
- Onderarm: supinatie
o Ergo houd client vast aan pols en onderarm, ergo gaat de onderarm draaien naar
endo en exo
- Pols: dorsiflexie en neutrale stand (geen deviatie)
o Eerst naar capitatum gaan, pak de pols vast en houd je met andere hand de hand
vast, je gaat eerst het gewricht open maken (in tractie zetten), zoek naar het
capitatum en maak het los, beweeg met de hand
- Vingers: extensie en abductie
o De vingers zijn waarschijnlijk allemaal in flexie, je gaat eerst de duim naar extensie
proberen te krijgen
, o Daarna ga je opzoek naar de intrinsieke spieren die vorm geven aan de hand, tussen
de mc druk zetten en rekken (de handpalm strekken)
o Je legt de hand met de handpalm naar beneden op een tafel, je vraagt aan de client
om zijn vingers zo ver mogelijk in abductie te brengen, daarna gaat ergo zelf de
vingers een voor een spreiden
als het gaat over actief bewegen -> synergie
als het gaat over passief bewegen -> spasticiteit
scapulo humeraal ritme = is een 2:1 ritme -> wat er x2 humeraal gebeurd, gebeurd x1 bij de scapula
waarom moet je vanaf 90 graden abductie een exorotatie doen? Anders gaan er botten tegen elkaar
botsen, acromion botst tegen tuberculum major, als je je arm in abductie doet dan ga je vanaf 90
graden ook een exorotatie doen
Transfers ruglig-zijlig
Transfer ruglig-zijlig (op aangedane zijde): deze positionering is goed omdat de niet aangedaan arm
vrij is, zo kan de client iets doen
- Je gaat de patiënt positioneren op de aangedane zijde, dus liggen op de aangedane zijde
- Client ligt op zijn rug, ergo staat aan aangedane zijde
- Vraag om zijn niet-aangedaan been te buigen, knie omhoog
- Als ergo neem je de aangedane arm vast
- Vraag aan de patiënt om mee te draaien met zijn niet aangedane arm en been
- Als ergo begeleid je de client ook aan zijn aangedane been, je trekt daar aan
- Zet de bed wanden omhoog
- Als de client te veel aan een zijde ligt, dan ga je achter da client staan (de rugkant), je gaat
aan het bekken van de client trekken zodat hij meer in het midden ligt
- Je kan de client omringen met kussen, dit vermijd dat hij terugrolt
- Zorg dat het kussen niet onder de schouder ligt
- De aangedane pols mag af het bed liggen
- De niet aangedane pols ligt op het lichaam
- De benen: aangedaan been gestrekt, niet aangedaan been geplooid over het aangedaan
been heen, je ondersteund dit been ook -> je leg de client in staphouding
Transfer ruglig-zijlig (op niet aangedane zijde):
- Als ergo begeleidt je de aangedane zijde
- Je legt de aangedane arm op de buik van de client
- Ergo staat aan de niet aangedane zijde
- Je buigt het aangedane been, knie omhoog
- Ergo pakt de knie en schouder van aangedane kant, ergo trekt daaraan tot de client in zijlig
ligt
- Je doet de bed spanden omhoog
- Als de client teveel aan een zijde ligt -> ga aan de rugzijde van de client staan en trek aan het
bekken zodat hij meer in het midden ligt, je kan ook aan de schouders trekken
- Kussen aan de rug zodat hij niet terugrolt
, - De bovenzijde van de client is dus de aangedane zijden, je gaat de aangedane arm
ondersteunen met kussens
- Je zorgt dat de schouder in protractie is, elleboog licht geplooid, vingers in abductie
- Aangedaan been ondersteunen met kussen, niet aangedaan been is gestrekt
- In stappatroon plaatsen
Positionering van hemiplegisch patiënt
Positionering in zijlig op de aangedane zijde
Positionering in zijlig op de niet-aangedane zijde
Bij positionering van een hemiplegisch patiënt op de aangedane zijde moet er extra aandacht
besteed worden aan de scapula van de hemiplegische patiënt.
De scapula van de hemiplegische patiënt bevind zich bij het positioneren in zijlig op de aangedane
zijde in protractie
Dit is om inhibitie van het spastisch patroon te bekomen en ontspanning en comfort te geven
Wanneer een hemiplegische patiënt in zijlig op de niet-aangedane zijde ligt, ligt het been van de
aangedane zijde van de patiënt bovenaan met een lichte flexie in de heup en in de knie. Het been van
de aangedane zijde wordt ondersteund met één of meerdere kussens. Ook de voet wordt mee