Deel I. Verticale familiale relaties
Titel I. Afstamming
Algemeen
Afstamming versus adoptie
Oorspronkelijke afstamming:
- Declaratief: bevestigt iets dat altijd geacht wordt bestaan te hebben
o Dat impliceert een retroactieve werking/terugwerkende kracht (vb. Ik erken kind dat
6j is. Dan geacht altijd vader van geweest te zijn -> zelfs tot geboorte of verwekking
kind)
- Biologisch ( socio-affectieve band)
Adoptie
- Constitutief: vestigt/creëert iets nieuws (aka een adoptieve band)
o Vestigt voor de toekomst, heel weinig retroactief: vanaf neerlegging verzoekschrift
voor adoptie
- Louter socio-affectief concept WANT VERBODEN eigen kind te adopteren (biologisch)
Gerechtelijke afstamming post mortem (na overlijden oorspronkelijke afstamming vaststellen)
o => Nuttig want retroactief, vanaf verwekking DUS je zal erven
o ‘ je wordt geacht altijd kind van die man te zijn geweest (ook post mortem)’
-
Afdeling 1. Begrip en grondslagen
Verschillende betekenissen v/h begrip
- algemeen bloedverwantschap (drukt relatie uit tss persoon die verwekt en degene die verwekt wordt)
- bijzonder ouderschap (de directe verwantschap tss ouder en kind)
o Oorspronkelijke afstamming gebaseerd op bloedverwantschap, maar niet uitsluitend
ook verwijzen naar ouderschap (bijzonder)
Biologische versus juridische afstamming
- Biologische en juridische afstamming vallen niet noodzakelijk samen!
o => Wettelijk vermoeden van vaderschapsregel (infra)
- Juridische afstamming staat juridisch vast volgens de wet -> regels oud BW: Art. 315 oud BW
- Meer dan 10% vaderschapsregel => niet biologische vader van hun kind (blijkt uit praktijk =>
vaderschap wordt vaak betwist voor de rechtbank)
- Betwisting van het vaderschap van de echtgenoot of betwisting van de vaderlijke erkenning
1
, - => Ook mogelijk om juridische afstamming te vestigen die niet overeenstemt met de
biologische realiteit
o Is niet omdat bloedverwantschap belangrijkste grondslag is voor oorspronkelijke
afstamming dat oorspronkelijke afstamming altijd te herleiden is tot
bloedverwantschap
stel vrouw zwanger. Jij kan het erkennen ook al gn biologische vader. Gewoon de
wil moet aanwezig zijn => dus, Hoeft niet te beantwoorden aan de biologische
realiteit
- je kan binnen 10 min. Juridische vader worden MITS toestemming moeder => wil om vader
te worden = ook grondslag van vaderlijke erkenning
o Kan wel worden betwist want de eigenlijke grondslag is de bloedverwantschap
- <>Andere grondslag: sociale realiteit (‘gedragen als vader van kind’ = bezit van staat)
o vb. ik ben niet bio vader, maar erken kind. Ik gedraag mij als vader van kind (= bezit van
staat). Er °sociale realiteit dat gemeenschap mij beschouwt als vader van kind. Dat
sociaal gedrag maakt betwistingsvordering onmogelijk (art. 330§1 oud BW). (((((MAAR
regel ongrondwettelijk gevonden… Wet zegt A. RS zegt B. Dus wij juristen moeten
verder kijken dan wet)))))
- Niet elke biologische afstammingsband kan juridisch bevestigd worden
o -Bv. incest => MAG NIET juridisch vastgesteld worden
o => Dus, wet zelf verhindert soms de juridische bevestiging van een familiale band
- Kind kan maar 1 oorspronkelijke afstammingsvader tegelijk hebben (maar 1 juridische vader).
((Dus mogelijk dat biologische vader geen juridische vader kan zijn doordat er al eentje is…))
Verschillende grondslagen voor juridische afstamming
1) Bloedband is belangrijkste grondslag
2) Sociaal gedrag: afstamming bewijzen door gedrag als ouder (dat kan tegen u gebruikt
worden in procedure voor gerechtelijk vaderschap -> bewijs van vaderschap kan bewezen
worden door bezit van staat) + kan verhinderen dat bestaande juridische afstammingsband
wordt betwist (vb. als er bezit van staat is).
3) Wil of intentie (vrijwillige erkenning)
Probleem in praktijk: Verschillende grondslagen komen soms met elkaar in conflict
!opm: Belang van kind niet zozeer 4e grondslag, maar krachtens RS GwH is dat belangrijk
criterium om 1 van die 3 voorrang te geven
[Afstammingsrecht is bijzonder moeilijk door combinatie van grondslagen.
Wet kan je toepassen maar je kan hem ook buiten toepassing laten, is afhankelijk van
belang kind (zie: Wet maakt regels, maar soms onderuit gehaald door RS)]
- Meemoeder op grond van oorspronkelijke afstamming
o <> Vader niet mogelijk: homokoppels : 1 kan wel, andere moet adopteren => verschil is
verantwoord door biologische redenen
2
, o <> Nog geen meevaderschap
Diverse gevolgen van (oorspronkelijke of adoptieve) afstamming gekoppeld aan een juridisch
vastgestelde afstammingsband:
- familienaam
- erfrecht = NIET obv loutere bloedverwantschap
- alimentatie
- ouderlijk gezag
Afdeling 2. Openbareordekarakter van het afstammingsrecht
- Afstammingsrecht raakt integraal OO. Leggen de grondslagen vd maatschappij vast!! Je kan
er NIET van afwijken bij overeenkomst!!
o (bv. draagmoederschapscontract in strijd met de inhoud v/d artikelen 312-333 oud BW
= absoluut nietig)
Geen draagmoederschap op basis vd wensmoeder want in strijd met de wet
Afdeling 3. Bloed- en aanverwantschap
§1. Bloedverwantschap
BLOEDVERWANTEN
- 1) IN RECHTE LIJN (verticaal) => stammen van elkaar af.
o Bv. vader is bloedverwant in eerste rechte dalende lijn van kind
o Ascendenten (stijgend -> voorouders) en descendenten (dalend -> kind/kleinkinderen)
- 2) IN DE ZIJLIJN => niet van elkaar afstammen, maar hebben gemeenschappelijke stamouders
(voorouders) (vb. uw broer of zus, oom, tante, neef of nicht) (collateralen)
§2. Aanverwantschap
AANVERWANTEN = gebaseerd op huwelijk
- 1) Bloedverwanten vd echtgenoot
o = broer van de vrouw = schoonbroer, uw schoonbroer
- 2) Echtgenoten van de bloedverwanten
o = man van zus = schoonbroer, uw schoonzoon
Samengevat:
- Aanverwantschap: enkel gebaseerd op huwelijk!!!(( Niet op wettelijke en feitelijk
samenwonen))
- Bloedverwantschap: enkel gebaseerd o.b.v. juridisch vastgestelde oorspronkelijke
afstamming
o Rechte lijn: ascendenten (opgaande lijn) en descendenten (dalende lijn)
o Zijlijn: collateralen
Is stiefbroer bloedverwant of aanverwant? Geen van beide.
- MAAR een halfbroer/ halfzus = 1 gemeenschappelijke stamouder = bloedverwant
o <> stiefbroer/ stiefzus: geen aanverwant
3
, Stiefouder en stiefkind wel aanverwant
- => Enkel binnen huwelijk want enkel op huwelijk gebaseerd
- => Stief wijst eigenlijk op basis van aanverwantschap (als je het strikt juridisch bekijkt)
Stiefouder is echtgenoot van bloedverwant (vb. mijn stiefmoeder is echtgenoot van mijn
vader)
Systeem van de graden (art. 738)
- BLOEDVERWANTEN: elke generatie is een graad in rechte lijn(737), niet in de zijlijn(738)
o Bv. ik ten aanzien van mijn grootouder: ascendent in de 2 de graad (ik nr vader, vader
nr grootouder)
o Bv. ik ten aanzien van mijn zus: collateraal in de 2de graad (ik nr vader, vader nr zus)
- AANVERWANTEN: zelfde systeem, maar geen graad voor het huwelijk dat de
aanverwantschap deed ontstaan
o Bv. ik ten aanzien van schoonmoeder = 1ste graad (want geen graad voor huwelijk dat
aanverwantschap deed ontstaan)
o KK1 en KK3: bloedverwanten in de zijlijn (collateralen) -> neef en nicht
4de graad: want je moet opklimmen nr gemeenschappelijke grootouder en
terugkeren (van KK1 nr KK3)
o KK1 en Y: aanverwant, want Y is echtgenoot van K2 -> K2 en Y zijn Oom of tante
3de graad
Afdeling 4. Ouderschap en kinderen
§1. Soorten ouderschap
- Biologisch/genetisch ouderschap -> personen die eicel en zaadcel hebben geleverd
o (opm: voor bevallen vrouw vallen bio en gen ouderschap niet samen)
- Sociaal ouderschap -> zij die opvoeding en verzorging kind op zich nemen en als ouder
gedragen
- Intentioneel ouderschap -> verwijst nr ouderschap van degenen die ten tijde van verwekking
de wil hebben geuit om ouder te worden (vaak via MBV: medisch begeleide voortplanting)
- Juridische ouderschap -> ouderschap naar recht vastgesteld
- Meervoudig ouderschap -> perspectief ouder (meerdere kids). Perspectief kind (max 2
ouders)
4
,§2. Categorieën kinderen
Afdeling 5. Belgisch afstammings- en erfrecht in het licht van het EVRM
§1. Belgisch recht beoordeeld door de Straatsburgerse instanties
Art. 8 juncto art. 14 EVRM
- Arrest Marckx van 13 juni 1979 !!!baanbrekend!!!
o (oud afstammings- en erfrecht)
o Ze was zwanger, maar was niet getrouwd (was op dit moment een schande!). Juridisch
probleem: ze ging moeder worden. Ze moest het erkennen en tegelijk adopteren om
dezelfde rechten te kunnen geven aan dat kind zoals het zou hebben indien het BINNEN
een huwelijk geboren zou worden. Dat klaagde zij aan.
België werd veroordeeld voor schending van recht op eerbiediging familieleven
en het gelijkheidsbeginsel (mensenrechten). => MAAR regel is pas ingetreden in
1987 (duurde dus nog jaren, na veroordeling, eer het afstammingsrecht was
aangepast)
Dus vroeger hadden natuurlijke en uit overspelige relatie geboren
kinderen op niets recht (die naast wettelijke kinderen stonden)
- Arrest Vermeire van 29 november 1991
o (enkel oud erfrecht)
o - > het verlies aan erfrecht voor een buitenhuwelijks kind in de nalatenschap van zijn in
1980 overleden grootvader moet worden vergoed;
o - > het verlies aan erfrecht voor een buitenhuwelijks kind in de nalatenschap van zijn in
1975 overleden grootmoeder moet niet worden vergoed.
beide arresten: Hof oordeelde dat uitsluiting uit nalatenschap ogv buitenechtelijk
karakter van afstamming art. 14 en 8 EVRM schendt
§2. Het Hof van Cassatie en de artikelen 8 en 14 EVRM
Directe werking van art. 8 EVRM? -> Rechtspraak Hof van Cassatie
- Inzake vaststelling van de afstamming: neen
- Inzake erfrecht (gevolg van de afstamming): ja
Kunnen we, o.b.v. verdragsrecht, Belgische interne wetgeving buiten spel zetten door te beroepen
op directe werking van verdrag (art. 8 EVRM)?
- -> RS HvC => op vlak van afstamming: nee (art. 8 onvoldoende nauwkeurig en onvolledig)
Cassatiearrest van 97 erfrecht: ja
Afdeling 6. Belgisch afstammings- en erfrecht in het licht van de
grondrechten
§1. Vastgestelde discriminaties als motor van wetgevend optreden
Oud discriminatoir erfrecht uit de vroegere artikelen 756 en 762 (oud) BW -> is blijven doorwerken
krachtens art. 107, eerste lid Afstammingswet van 31/3/1987:
5
, -Art. 756 (oud) BW: “Natuurlijke kinderen zijn geen erfgenamen; de wet verleent hun slechts dan
rechten op de goederen van hun overleden vader of moeder, indien zij wettelijk erkend zijn. Zij
verleent hun geen recht op de goederen van de bloedverwanten van hun vader of moeder.”
-Art. 762 (oud) BW: “De bepalingen van de artikelen 757 en 758 zijn niet van toepassing op in
overspel of in bloedschande verwekte kinderen. De wet verleent hun niets anders dan
levensonderhoud.”
§2. Beperkte doorwerking van het oude erfrecht bij wijze van
overgangsmaatregel
De nieuwe wet (Afstammingswet 31/3/1987) is van toepassing op kinderen geboren vóór en nog in
leven op 6 juni 1987, “zonder dat daaruit enig recht in de voordien opengevallen erfenissen kan
volgen”
- Recht kan evolueren + overgangsrecht = vaak struikelblok waar we decennialang nog blijven
mee zitten
- Wat is het probleem? Door Marckx kwam Afstammingswet van 1987, maar probleem is dat
in overgangsbepalingen volgende stond: de nieuwe wet is van toepassing op kinderen
geboren vóór en nog in leven op 6 juni 1987, “zonder dat daaruit enig recht in de voordien
opengevallen erfenissen kan volgen”. Dus Voor alle nalatenschappen die waren
opengevallen voor 6 juni 1987=> nog oude regeling toepassen = is te lezen in
overgangsbepaling
o => Die overgangsbepaling werd aangevallen voor het GwH (toen nog Arbitragehof) (zie
zaak Verryt)
Arbitragehof nr. 18/91, 4 juli 1991 (zaak Verryt)
- gebrek aan erfrecht van een niet-erkend buitenhuwelijks kind in de nalatenschap van haar
moeder († 1956) en haar tante († 1983)
o (((Hier geeft GwH draagwijdte van zijn uitspraken aangegeven)))
- Conclusie: het vroeger art. 756 (oud) BW, krachtens art. 107 Afstammingswet in werking
gebleven, schendt het gelijkheidsbeginsel.
o Omwille van de rechtszekerheid is het evenwel verantwoord dat de nalatenschappen
opengevallen vóór het Marckx-arrest (13 juni 1979) onverlet zouden blijven.
o Nalatenschappen opengevallen na Marckx -> kind moet kunnen erven
Arbitragehof nr. 83/93, 1 december 1993 (zaak M’Bayo Wa Mwamba)
- gebrek aan erfrecht van overspelige kinderen a patre in de nalatenschap van hun vader (†
1984)
- Conclusie: niets kan verantwoorden dat de inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht zou
worden uitgesteld tot 6 juni 1987.
o Omwille van de rechtszekerheid kan het oude erfrecht wel nog overspelige kinderen a patre
uitsluiten van erfrecht in nalatenschappen opengevallen vóór 13 juni 1979 (arrest marckx).
o omwille van marckx arrest moet er dus erfrecht zijn OOKAL zegt de overgangsbepaling
(87) iets anders (lees: nalatenschap opengevallen in 83, dus voor 87, dus je zou oude
6
, erfrecht moeten toepassen volgens overgangsbepaling, maar niet volgens GwH)
zie dia 36 voor schematische voorstelling
13 juni 6 juni
A 1979
B 1987 C
t
Doorwerking van het oude discriminatoire erfrecht (art. 756-766 (oud) B.W.)
via art. 107 Afstammingswet:
strikt wettelijk (A+B)
na de beperkende correctie door het Arbitragehof (enkel A)
Conclusie:
geoorloofde toepassing van het door de Afstammingswet ingevoerde erfrecht (B+C)
Conclusie: vanaf wnr nieuwe erfrecht toepassen? Vanaf data marckx arrest (hoewel strikt wettelijk
anders, zie foto)
P 26-27 synthese
Vaststelling van de afstamming
Elke afstammingsband kan op een of andere manier worden betwist
Vaststelling en betwisting moeten soms gecombineerd worden uiteraard
- Moederschap
- Bij vaststelling vaderschap:
o 1ste vraag: is de moeder getrouwd? Binnen huwelijk speelt de vaderschapsregel ( heeft
niets te maken met biologische realiteit) MAAR ook uitzonderingen
Stel ongehuwd koppel (wettelijk/ feitelijk samenwonend): dan vaststelling
vaderschap buiten huwelijk -> Dan 2 opties:
(A) 2de vraag (indien buiten huwelijk): is er een afstammingswil??? Men wil
juridische vader worden? zoja, dan vaderlijke erkenning overwegen,
(B) MAAR Onderzoek naar het vaderschap indien GEEN afstammingswil:
dagvaarden voor de familierechtbank en procedure inleiden naar het
vaderschap (gerechtelijke vaststelling)
- Meemoederschap
o Ofwel een vader ofwel een meemoeder (1 van de 2)
o Regels zijn wat ongelukkig (alles kopiëren van vaderschap) = mutadis mutandis (na
veranderd te hebben wat veranderd moet worden)
Afdeling 1. Vaststelling van moederschap
Inleiding: drie vaststellingswijzen
Opm: in praktijk weinig problemen
Opm: cascadesysteem => als 1 niet geldt, dan geldt 2. 2 geldt niet? Dan 3
7
,§1. Vermelding van de naam van de moeder in de geboorteakte
(art. 312, § 1 juncto art. 44, 2° oud BW) = de regel “Mater semper certa est”
Anonieme bevalling: niet mogelijk in België
- Familienaam moet in geboorteakte van kind staan = regel van openbare orde!!! Dus: NOOIT
van afwijken, ook niet in draagmoederschap
- In buitenland kan je wel anoniem bevallen
- Terminologisch verschil: anonieme bevalling (= er staat X in de geboorteakte, kind weet niet
van wie hij afstamt) discrete bevalling (= de mogelijkheid voor vrouw die in nood is om te
bevallen, maar niet automatisch de juridische moeder te worden. Vb kind achterlaten in
vondelingenschuif.. er staat ook X in geboorteakte, maar gegevens moeder wel nog
bijgehouden)
o Opm: Komt niet veel voor dat een kind wordt achtergelaten in België => sommigen
willen dit daarom juridisch laten regelen…
o -> Recht op identiteit vh kind wordt beter gewaarborgd bij discrete bevalling dan bij
anonieme bevalling
- Opgelet: GEVAAR voor perverse effecten gekoppeld aan discrete bevalling: indien kind
onverwachts zwaar gehandicapt is, zou je het kind kunnen “weigeren” -> is ethisch
onaanvaardbaar
§2. Erkenning door een vrouw
art. 313 oud BW
- indien de naam v/d moeder niet vermeld is in de geboorteakte of
- indien er geen geboorteakte is
=>toepassing bij draagmoederschap
o Andere vrouw kan kind erkennen MAAR NIET als er al een andere moeder is (volgens
vermelding naam moeder in geboorteakte) (vastgestelde band). Wensmoeder zal dan
niets kunnen doen
Bv. draagmoeder bevalt anoniem, je wil als wensmoeder erkennen => wie moet
toestemmen tot die erkenning? Antw: NIET de draagmoeder, eigenlijk niemand
(ook niet echtgenote vd vrouw die erkent, want geen juridische moeder, dus
vader ook geen juridische vader op grond van de vaderschapsregel)
onder dezelfde (toestemmings)voorwaarden als erkenning door een man (zie verder, art.
329bis oud BW)
§3. Gerechtelijke vaststelling van het moederschap
(art. 314 oud BW)
- bij gebrek aan (vermelding naam moeder in) geboorteakte
- wanneer het kind onder een valse naam is ingeschreven in geboorteakte
- bij gebrek aan moederlijke erkenning
8
, o Verschil met erkenning: er moet altijd iets bewezen worden (grondslag bewijzen) (<>
erkenning gn bewijs)
Hier zie je duidelijk cascadesysteem
onder dezelfde voorwaarden als gerechtelijke vaststelling van vaderschap (zie verder, art.
332quinquies oud BW)
Opm: Vaderschap: biologische realiteit, moederschap: bevalling
Bewijs van de afstamming moet worden geleverd (314 lid 4-5)
- via bezit van staat (zie art. 331nonies oud BW) of
- (bij gebreke van bezit van staat) door alle wettelijke middelen
Bijzondere regels voor overspelige kinderen
- Erkenning door een overspelige vrouw: mededelingsverplichting (art. 313, § 3 oud BW), op
straffe van (relatieve) niet-tegenwerpelijkheid
- Gerechtelijke vaststelling overspelig moederschap: echtgenoot moet in het geding worden
geroepen (art. 332ter, vierde lid oud BW)
Bijzondere regels voor bloedschennige kinderen (idem, behandelen bij vaderschap)
- Erkenning of gerechtelijke vaststelling waaruit absoluut huwelijksbeletsel tussen ouders blijkt
= verboden (zie art. 313, § 2 en art. 314, tweede lid oud BW)
Afdeling 2. Vaststelling van vaderschap
Inleiding: drie vaststellingswijzen
o de vaderschapsregel (= binnen het huwelijk)
o erkenning door een man
o gerechtelijke vaststelling van vaderschap
- opmerking => de 3 zijn alternatief toe te passen
o Altijd nagaan of de moeder getrouwd is? Dan speelt mogelijks de vaderschapsregel
o Zo ja, al dan niet vermoeden van vaderschap toepassen
Vermoeden van vaderschap = regel die door de wet wordt vastgesteld
§1. Afstamming van vaderzijde binnen het huwelijk
A. De vaderschapsregel
De vaderschapsregel (art. 315 oud BW) “Pater is est quem nuptiae demonstrant” (= vader is degene
die het huwelijk aanwijst)
De echtgenoot is vader van kinderen geboren:
- binnen het huwelijk van de moeder
- binnen de 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van dit huwelijk
9
, o Hoe huwelijk ontbinden?
Echtscheiding (niet dag van echtscheidingsvonnis, wel op dag dat
echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde is getreden) of door overlijden (op
dag van overlijden)
Op welk ogenblik treedt echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde?
Moet eerst betekent worden en daarna begint beroepstermijn van 1
maand te lopen, daarna definitief
o Binnen 10 maand (want 30 dagen per maand ongeveer) na ontbinding/nietigverklaring
huwelijk, is de echtgenoot ook vader van de kinderen
Bijzonder lange zwangerschap = (10 maanden terwijl normaal gemiddelde van 9
maanden)
Ratio van Napoleon: echtgenoot moet vastgeknoopt worden aan het kind,
daarom heeft hij wat marge genomen “300 dagen”
o Tekst van de wet en ratio van Napoleon: kinderen verwekt op
ogenblik dat huwelijk nog bestaat daar moet echtgenoot juridische
vader van worden = vermoeden van vaderschap maar is eigenlijk
GEEN VERMOEDEN, maar verplichting
B. Vermoedens i.v.m. de verwekking
Art. 326 oud BW
1) omtrent de verwekkingsperiode:
kind wordt vermoed te zijn verwekt in het tijdvak van de 300ste t.e.m. de 180ste dag vóór
de geboorte = vermoeden juris tantum
o 300ste (10 maand) – 180ste dag (6 maand, vroeger konden geen kinderen overleven
onder de 6 maand zwangerschap)
o Weerlegbaar vermoeden dus tegenbewijs is mogelijk, juris tantum (<> Juris et de jure)
Wat is de praktische betekenis? Waarom zou je tegenbewijs leveren?
!!=> Kan u toelaten om in bepaalde context van kinderen die onder
toepassing van vaderschapsregel zouden vallen, daar onderuit te halen en
kinderen die er niet zouden onder vallen, er wel onder te brengen
Toepassingen gegeven door prof:
o Tijdvak = periode van 121 dagen, maar tegenbewijs is mogelijk.
o Toepassing: kind geboren 301 dagen na ontbinding, maar zwangerschap heeft 302
dagen geduurd
=> Vaderschapsregel speelt voor dit laat geboren kind (dat tijdens het huwelijk is
verwekt)
301 dagen na huwelijk zou er dus in principe niet onder vallen, want loopt maar
tot 300ste dag MAAR je bewijst dat de zwangerschap 302 dagen heeft geduurd
dus je WEERLEGT het
Onrealistische voorbeeld hierboven, realistisch voorbeeld hierna
o Toepassing: kind geboren 180 dagen na ontbinding, maar zwangerschap heeft slechts
179 dagen geduurd
10